UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Frits van Dam | Geplaatst: 26 januari 2015

Zorgverzekeraars: geen vrije artsenkeuze, wel ruim baan voor kwakzalvers

De discussie over vrije artsenkeuze gaat in feite over controle die zorgverzekeraars willen uitoefenen op de kwaliteit van de reguliere zorg. Rare verslavingstherapieën in tropische landen, artsen die bepaalde behandelingen te weinig doen en dubieuze klinieken willen ze niet langer betalen.

Zorgverzekeraars: geen vrije artsenkeuze, wel ruim baan voor kwakzalvers

De vraag is daarbij steeds: hoe scheid je kaf van het koren? Voor een zeer beperkt aantal behandelingen is dit duidelijk. Als je alvleesklierkanker hebt dan moet je je in een centrum laten behandelen waar ze daarmee veel ervaring hebben; overal elders is dit onverantwoord en wordt dit – als het goed is – deze behandeling ook niet meer vergoed.

Helaas is voor verreweg de meeste gangbare medische behandelingen de kwaliteit van de zorg helemaal niet zo duidelijk vast te stellen. Je zou daarom denken dat zorgverzekeraars in elk geval terughoudend zijn met het vergoeden van alternatieve geneeswijzen: behandelingen die niet zijn opgenomen in de richtlijnen van medische beroepsgroepen omdat de werkzaamheid nooit is aangetoond en vaak ook niet aantoonbaar is. Zorgverzekeraars zouden, als ze consequent zijn, behandelingen door alternatieve behandelaars dan ook niet moeten vergoeden.

Dat doen ze wel, want er is veel vraag naar zeggen ze. Om toch enige greep op die plusminus 40.000 alternatieve behandelaars te hebben, vergoeden ze hun behandelingen wanneer de behandelaar met succes een basiscursus geneeskunde heeft doorlopen bij een door het Centraal Post Initieel Onderwijs Nederland (CPION) geaccrediteerd opleidingsinstituut. Het Instituut voor Eclectische Energetische Natuurgeneeskunde met een ziener als directeur, Reïncarnatie Therapie Nederland, de School voor Voetreflexologie en de Beroepsopleiding Lokai Shiatsu zijn voorbeelden van instellingen met een door CPION goedgekeurde opleiding.

Het CPION is een private onderneming die niet door de overheid gemachtigd is om vakopleidingen te accrediteren. De diploma-eisen die worden gesteld, zijn een lachertje. Cursisten moeten gedurende acht dagen lessen medische basiskennis volgen, verder twee dagen lessen farmacologie, twee dagen lessen in consultvoering, en twee dagen lessen over ethiek. Verder moeten ze twee dagen psychosociale lessen volgen (PDF). Ik schat het tijdsbeslag van de opleiding, met wat huiswerk er bij, op maximaal een maand. De opleidende instituten hebben het over hun cursus “op hbo-niveau”, een volstrekt misleidende kwalificatie.

De diepere bedoeling van de zorgverzekeraars om deze opleidingseisen te stellen is om ongelukken te voorkomen. ?Afgestudeerden? van deze spoedcursus geneeskunde moeten in staat zijn om te beoordelen of er écht iets met een patiënt aan de hand is, het ‘pluis-niet-pluis gevoel’. Die patiënten kunnen dan, voordat er brokken vallen, nog het reguliere circuit in worden gestuurd. Of de alternatieve behandeling ergens toe leidt, zal de zorgverzekeraars een zorg zijn.

Het gevolg is dat straks een bont allegaartje aan alternatieve behandelaars moet worden vergoed door de zorgverzekeraars, omdat ze immers aan hun ‘medische kwaliteitseis’ voldoen. En heb je als alternatieve therapeut een artsendiploma of een paramedische opleiding dan ben je zonder meer vrijgesteld van het CPION-examen. Of het nu gaat om nutteloze fytotherapie, vreemde levendbloedanalyse, chelatietherapie of orthomoleculaire geneeskunde: het zal de zorgverzekeraars worst wezen.

Het idee van een soort tweederangs medische opleiding voor alternatieve therapeuten is niet nieuw. In 1981 stelde de commissie Muntendam al iets dergelijks voor (Zie Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 125, nr.10 (1981)). Het KNMG zag er niets in. Destijds was het commentaar al dat zo’n quasi-opleiding leidt tot een misplaatst gevoel van zelfvertrouwen. De Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) vroeg zich indertijd af of de commissie zich heeft gerealiseerd hoeveel basiskennis er eigenlijk nodig is om bijvoorbeeld buikpijn te diagnosticeren.

Er is sindsdien niet veel veranderd. De zorgverzekeraars gaan er volledig aan voorbij dat accreditatie door CPION geen enkele wettelijke betekenis heeft. De nepopleidingen worden gepresenteerd als ‘op hbo-niveau’. Dit is een niet-beschermde term. Er is in Nederland maar één wettelijke instantie die opleidingen en vakdiploma’s mag beoordelen, de onderwijskwaliteit bewaakt en instituten accrediteert: de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Het is ondenkbaar dat ook maar een van de vele opleidingen medische basiskennis worden aangeboden door de NVAO zou worden geaccrediteerd. Door al die CPION-geaccrediteerde nepdiploma’s denkt het grote publiek ten onrechte dat het bij alternatieve therapeuten in veilige handen is, omdat hun behandelaar immers een mooi diploma aan de muur heeft hangen. Zorgverzekeraars zijn daarom verantwoordelijk voor het misleiden van het grote publiek en voor het bevorderen van kwakzalverij.

In het licht van de discussie over kwaliteit van de zorg is de houding van de zorgverzekeraars ten opzichte van alternatieve therapeuten uiterst merkwaardig. Enerzijds oefenen verzekeraars in toenemende mate controle uit op de kwaliteit van de zorg en worden er harde eisen gesteld aan medische behandelaars. Anderzijds zetten ze de poorten wijd open voor kwakzalvers en charlatans. De VtdK heeft een aantal keren geprobeerd om hierover met de zorgverzekeraars in gesprek te komen. Tevergeefs. ‘Wij willen niet met u praten over de opleidingseisen die wij stellen aan alternatieve zorgverleners,’ liet Anja Lenssen, arts en medisch adviseur van zorgverzekeraar CZ namens alle zorgverzekeraars weten. ‘U hoeft ons hier dan ook niet meer over te benaderen’. Arrogantie van de macht, heet zo iets.

De VtdK heeft daarom in 2013 haar Meester Kackadorisprijs gegeven aan vijf grote zorgverzekeraars. Deze prijs is bestemd voor instellingen, personen of ondernemingen die kwakzalverij steunen.

Veel geholpen heeft het niet. Zorgverzekeraars werpen zich op als kwaliteitsbewakers van de reguliere zorg met het opzeggen van zorgcontracten met artsen als hun sterkste wapen. Het is in dit licht gezien onbegrijpelijk dat ‘medisch gediplomeerde’ alternatieve behandelaars wel altijd worden vergoed, ongeacht wat ze uitspoken met hun clientèle. Hier wordt weer eens bewezen dat bewaken van kwaliteit van de zorg bij verzekeraars niet in goede handen is.

Frits van Dam

dr. F.S.A.M. van Dam is als psycholoog verbonden aan het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis en als bijzonder hoogleraar aan de afdeling Klinische Psychologie, FMW, Universiteit van Amsterdam.

Gerelateerde artikelen

artikelen - 11 maart 2019

Ieder jaar verdwijnen miljoenen euro’s premiegeld in de zakken van alternatieve behandelaars. Voorlopig komt daar geen einde aan.

artikelen - 11 december 2018

Zorgverzekeraar CZ kwam in het nieuws omdat ze stopt met het vergoeden van alternatieve therapieën. Al is niet alle kwakzalverij geschrapt.

artikelen - 03 november 2017

Welke zorgverzekeraars vermengen kwakzalverij met reguliere behandelwijzen? Een overzicht van Avéro tot Z&Z.