UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: C.N.M. Renckens | Geplaatst: 23 februari 2023

Vernieuwde KNMG-gedragsregel laat alternatieve artsen in hun waarde

Het is uitermate pijnlijk vast te moeten stellen dat de KNMG anno 2023 weigert een beroepsverbod voor alternatieve artsen te formuleren, vindt Cees Renckens.

Vernieuwde KNMG-gedragsregel laat alternatieve artsen in hun waarde

Foto: KNMG logo

De artsenvereniging KNMG heeft recentelijk een nieuwe gedragscode voor BIG-geregistreerde artsen geïntroduceerd. Deze ‘leidraad voor professioneel gedrag’ vervangt de code uit 2013. De gedragscode 2013 bevatte nog 67 regels, deze zijn gecomprimeerd tot 15 kernregels. Het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde wijdde er begin januari 2023 een flink artikel aan. De nieuwe kernregels leggen artsen die niet-reguliere behandelwijzen beoefenen echter nog steeds niets in de weg.

Eerst nog maar eens terug naar 2008 toen de KNMG zich voor het eerst in een officiële richtlijn uitliet over artsen en alternatieve behandelwijzen: ‘De afgelopen jaren is de ruimte voor artsen om niet-reguliere (alternatieve) behandelwijzen aan te bieden sterk ingeperkt. Vooral aan de informatievoorziening aan de patiënt worden hoge eisen gesteld. Artsen kunnen zich niet langer verschuilen achter de weigering van de patiënt om een reguliere behandeling te ondergaan. De zorgplicht van de arts impliceert ook dat de ontkennende of weigerende patiënt moet worden gestimuleerd om zich toch op reguliere wijze te laten behandelen’. Met deze woorden introduceerde de artsenvereniging KNMG in april 2008 haar richtlijn ‘De arts en Niet-Reguliere Behandelwijzen’ (NRBW), overigens sinds kort gekwalificeerd als een handreiking.

De optimistische geluiden over toenemende inperking van niet-reguliere artsen waren te herleiden tot deze richtlijn en de strenge tuchtrechtelijke uitspraken in de zaak-Millecam. Beide ontwikkelingen – de nieuwe richtlijn en de tuchtrechter – stelden duidelijke grenzen aan artsen die regulier en niet-regulier combineren of die zich geheel op het niet-reguliere pad hebben begeven. Voor de toekomst viel volgens de KNMG zelfs een verdere inperking te verwachten.

Hogere eisen aan wetenschappelijke onderbouwing

Verwacht kon immers worden dat er een verdere protocollering en verwetenschappelijking van de geneeskunde plaats zou vinden en dat er steeds hogere eisen zouden worden gesteld aan de wetenschappelijke onderbouwing van de professionele standaard. Ook zouden naar verwachting hogere eisen gesteld worden aan kwaliteitsbewaking, transparantie en het afleggen van verantwoording door artsen. In de toekomst zou de ruimte voor artsen om niet-reguliere behandelwijzen aan te bieden dus steeds kleiner worden (Zie Medisch Contact, 20 mei 2010, Van Dijk & Legemate).

De alternatieve artsen waren niet gelukkig met deze richtlijn. De VtdK was gematigd optimistisch over het effect van deze gedragsregels, hoewel zij betreurde dat er geen categorisch verbod op het praktiseren van alternatieve behandelwijzen door artsen werd ingesteld. (Zie Medisch Contact, 27 juni 2008, Renckens). Omgeven door veel mitsen en maren bleef het praktiseren van niet reguliere zorg toegestaan.

Of de door Van Dijk en Legemate voorziene ontwikkeling met een verdere inperking van de manoeuvreerruimte voor niet-regulier werkende artsen zich werkelijk heeft voorgedaan, dat kan nu beoordeeld worden omdat er zomer 2022 een vernieuwde versie van de algemene KNMG-gedragscode tot stand kwam. In deze leidraad voor professioneel handelen is de omvang ervan teruggebracht en wel tot een vijftiental regels. Hieraan hangt bij elke regel een toelichting en explicatie.

Een regel is van toepassing

In het verleden was er geen aparte gedragsregel voor het toepassen van niet-reguliere behandelwijzen, totdat die noodzaak in de jaren voor 2008 wel werd gevoeld, o.a. wegens het IGZ-rapport over de behandeling van Millecam. In de vernieuwde algemene richtlijn van 2022 is alleen regel 7 van toepassing op alternatieve behandelmethoden en deze luidt: ‘Als arts verleen je goede zorg in overeenstemming met de professionele standaard, waaronder kwaliteits­standaarden’.

De NRBW uit 2008 werd in het geheel niet meer genoemd en het had er alle schijn van dat deze stilzwijgend was afgeschaft en zulks zou ook prima mogelijk zijn, omdat de strapatsen van alternatief praktiserende artsen prima kunnen worden getoetst aan gedragsregel 7. Van respect voor alternatief werkende collega’s, vroeger een aanbeveling voor KNMG-leden, wordt gelukkig geen melding gemaakt. Toch was ik er niet gerust op en richtte mij tot KNMG-voorzitter René Héman met de vraag of regel 7 inderdaad een categorisch verbod op het verlenen van alternatieve behandelwijzen in hield. Dan zou de NRBW gewoon kunnen worden afgeschaft, zo betoogde ik. Zijn antwoord was teleurstellend en ik citeer uit zijn brief aan de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

‘Volgens u is deze Handreiking NRBW in strijd met de KNMG-Gedragscode, specifiek met kernregel 7. In laatstgenoemde kernregel is volgens u sprake van een categorisch verbod op het praktiseren van behandelingen die niet in overeenstemming zijn met de professionele standaard. Naar onze mening is dit niet juist. De toelichting bij de betreffende kernregel legt uit wat onder de professionele standaard wordt verstaan: ‘De professionele standaard is als zodanig geen regel, maar een ‘kapstok’, die nader is uitgewerkt in bijvoorbeeld wetten, kwaliteitsstandaarden, uitspraken van de tuchtrechter, richtlijnen, protocollen, beroepscodes, gedragsregels en handreikingen.’

Niet wenselijk om de NRBW te laten vervallen

De handreiking NRBW is een van die uitwerkingen waarnaar in deze kernregel wordt verwezen. Daarmee behoort deze handreiking tot de professionele standaard van artsen die niet-reguliere behandelwijzen toepassen (sic!, CR). Naar onze mening is het niet wenselijk om de Handreiking NRBW te laten vervallen. Deze biedt namelijk een toetsingskader voor toezichthouders, zoals de IGJ en de tuchtrechter. Deze instanties geven ook aan dat de gedragsregel meer rechtszekerheid biedt voor artsen omdat die beter weten waar ze zich aan moeten houden.

Daarnaast biedt de gedragsregel meer veiligheid en minder (risico op) schade voor de patiënt. In de handreiking staat bijvoorbeeld: “Schade betekent ook: ‘…afraden van methoden van diagnostiek en behandeling die binnen de beroepsgroep algemeen zijn aanvaard.” Feitelijk staat hier dat artsen geen regulier gestelde diagnoses mogen ontkennen of reguliere behandelingen mogen afraden. Zou de Handreiking vervallen, dan vervalt daarmee ook deze norm, iets dat naar onze mening onwenselijk is’ (einde citaat).

Veertien jaar nadat Van Dijk en Legemate voorspelden dat de ruimte om af te wijken van de reglementen en richtlijnen van hun vakgenoten voor artsen steeds kleiner zou worden, moet worden vastgesteld dat zulks niet is gebeurd. Althans niet nu blijkt dat die NRBW uit 2008 onverminderd van kracht blijft. Van de KNMG hoeft krachtiger optreden tegen alternatieve artsen helaas niet verwacht te worden. Zij lijkt totaal geen oog te hebben voor de contradictie tussen enerzijds een uitstekende kernregel, die oproept tot vasthouden aan de professionele standaard, en anderzijds een serie aanbevelingen, waarmee alternatieve artsen prettig uit de voeten kunnen (met suggesties als geformuleerd in de voorgaande alinea).

Het is uitermate pijnlijk vast te moeten stellen dat de KNMG anno 2023 weigert een beroepsverbod voor alternatieve artsen te formuleren, maar hen daarentegen onbekommerd een eigen ‘professionele standaard’ te gunnen. Waaraan hebben zij dat in godsnaam verdiend? De oprichters van de KNMG draaien zich gedurig om in hun graf.

C.N.M. Renckens

Gerelateerde artikelen

artikelen - 24 april 2023

Het KNMG-accreditatiebureau geeft vele nascholingspunten voor een vage leefstijl-cursus hoog in de Italiaanse Alpen met ‘integratief’ psychiater Rogier Hoenders als docent.

artikelen - 16 september 2021

Artsenfederatie KNMG, weekblad HP/De Tijd en Artsen Covid Collectief in de race voor Meester Kackadorisprijs 2021.

artikelen - 20 augustus 2021

De Longlist voor de Meester Kackadorisprijs 2021 bevat zeven genomineerden waaronder HP/De Tijd, Erben Wennemars en Artsen Covid Collectief