Meerderheid wil alternatieve behandelwijzen niet in basispakket

Een derde vindt dat een deel van de kosten voor homeopathische middelen en alternatieve behandelwijzen uit het basispakket betaald zouden moeten worden, blijkt uit een enquête van NIVEL, het onderzoeksinstituut van de gezondheidszorg (PDF).

NIVEL heeft in februari 2013 een panel van verzekerden (18 jaar en ouder) van verzekeraar VGZ – van onder meer de zorgverzekeringen Univé, VGZ en IZA – per e-mail een vragenlijst voorgelegd om erachter te komen wat zij veranderd zouden willen zien in het basispakket. De vragenlijst is door bijna drieduizend panelleden, met een gemiddelde leeftijd van 64 jaar, teruggestuurd; dit is bijna zeventig procent van de aangeschrevenen. De respondenten zijn dus iets ouder dan de gemiddelde Nederlandse bevolking en bovendien waren mannen oververtegenwoordigd. NIVEL heeft hiervoor in haar analyses gecorrigeerd.

De geënquêteerden werden dertig mogelijke veranderingen in het basispakket voorgelegd. Als belangrijkste conclusie komt uit deze enquête dat de helft van de verzekerden meer fysiotherapiebehandelingen vergoed zou willen hebben: de eerste 21 behandelingen moeten in het basispakket komen, vindt het panel. Op dit moment krijgen patiënten met een chronische ziekte pas vanaf de 20e behandeling hun gemaakte fysiotherapiekosten vergoed; de eerste 19 behandelingen moeten zelf worden betaald en moeten worden verzekerd via een aanvullende polis. Andere ideeën van het panel: slechts 24 procent wil de anticonceptiepil voor volwassenen (vanaf 21 jaar) in het basispakket, 21 procent wil slaap- en kalmeringsmiddelen (benzodiazepines) via het basispakket vergoed hebben en 21 procent de rollator.

Voor alternatieve behandelingen en homeopathische middelen gaan de handen veel minder op elkaar. Slechts 13 procent van het panel wil beide vergoed hebben via het basispakket, nog eens 31 – 33 procent wil dat een deel van de kosten voor homeopathie en voor alternatieve behandelingen in het basispakket terechtkomt. Een aanvullende verzekering zou de resterende kosten moeten vergoeden.

Opmerkelijk is dat het ministerie van Volksgezondheid (VWS) begin 2013 ook een soort peiling heeft gehouden over een nieuwe invulling van het basispakket. Minister Edith Schippers deed hiervoor een oproep in het tv-programma Buitenhof en verzocht kijkers te reageren en aan te geven welke veranderingen er in de zorg doorgevoerd zouden moeten worden. Meer dan 2500 mensen hebben op haar oproep gereageerd. 

Twintig procent van hen ging specifiek in op mogelijke veranderingen in het basispakket. De meeste suggesties die zij opperen, hebben betrekking op vruchtbaarheid, zwangerschap en bevalling. Veel mensen willen daar niet aan meebetalen en vinden dat deze zaken waaronder IVF-behandelingen – nu drie maal vergoed – uit het basispakket gehaald zouden moeten worden; zo’n 19 procent van de respondenten vindt dit. In deze enquête komt alternatieve zorg op de tweede plaats van aanbevelingen: 17 procent van de e-mailschrijvers vindt dat alternatieve behandelingen in het pakket zouden moeten worden opgenomen en dat reguliere geneeskunde meer zou moeten samenwerken met de alternatieve sector.

Een vergelijking van de resultaten uit de VWS- enquête met die van het NIVEL-panel is niet zinvol, de enquête-aanpak van beide is te verschillend. Statistici kunnen in de aanpak van beide enquêtes talloze gaten schieten. Bovendien, wat zeggen enquête-cijfers als de achtergronden, het waarom van een antwoord niet wordt vermeld.