UitgelichtKaartjes voor het jaarsymposium 2024 – Wie beschermt de patiënt? zijn nu beschikbaar.

Koop hier uw kaartje
Door: de Webredactie | Geplaatst: 03 juli 2012

Integratieve kindergeneeskunde niet gedogen

Laat de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) zich toeleggen op het bewaken van de (wetenschappelijke) kwaliteit van de opleidingen en van de beroepsbeoefenaren.

Dan kan korte metten worden gemaakt met complementaire alternatievelingen (lees: kwakzalvers), adviseert Gerk van Staveren in zijn recente column op de KNMG-website, onder de aandachttrekkende kop Gedoogregistratie.

Van Staveren is secretaris van de HVRC. De HVRC (huisartsen/verpleeghuisartsen) zal vanaf 1 januari 2013 opgaan in de RGS, net als de twee andere registratiecommissies: MSRC (medisch specialisten) en SGRC (sociaal-geneeskundigen). In zijn column maakt Van Staveren zich boos over ‘integratieve kindergeneeskunde’, in zekere zin kwakzalverij in de kindergeneeskunde. Zie publicaties op Artsennet en op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

Het zou mooi zijn als de heldere column van Van Staveren het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) zou inspireren stelling te nemen tegen leden die niet vies zijn van kwakzalverijachtige activiteiten.

de Webredactie

Gerelateerde artikelen

artikelen - 16 juli 2024

De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft vijf organisaties genomineerd voor de Meester Kackadorisprijs 2024: tv-organisatie RTL, de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), het district Limburg XI van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), het Ministerie voor Defensie en het opleidingsbedrijf RINO-Amsterdam.

artikelen - 24 april 2023

Het KNMG-accreditatiebureau geeft vele nascholingspunten voor een vage leefstijl-cursus hoog in de Italiaanse Alpen met ‘integratief’ psychiater Rogier Hoenders als docent.

artikelen - 23 februari 2023

Het is uitermate pijnlijk vast te moeten stellen dat de KNMG anno 2023 weigert een beroepsverbod voor alternatieve artsen te formuleren, vindt Cees Renckens.