UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Dick Swaab | Geplaatst: 26 september 2008

Effectieve placebo’s

Placebo’s werken behoorlijk goed op wat in de hersenen gebeurt (depressie, parkinson, pijn), maar alleen als de patiënt weet wat hij verwachten kan.

Effectieve placebo’s
Er was verbijstering toen bleek dat de werking van de meest gebruikte antidepressiva klinisch niet significant beter was dan dat van een fopmiddel, een placebo. Bewondering voor de effectiviteit van de placebo hoorde je vreemd genoeg eigenlijk niet. Een placebo-effect is ieder effect van een pil dat niet door zijn specifieke chemische eigenschappen wordt veroorzaakt. Zo wordt een geneesmiddel dat rood, geel of oranje is, geassocieerd met een stimulerend effect, terwijl een blauwe of groene pil ervaren wordt als rustgevend. Een placebo kan ook bijwerkingen hebben. Je kunt er misselijk van worden of buikpijn van krijgen. Je kunt er zelfs aan verslaafd raken, zodat er onthoudingsverschijnselen optreden als men de placebobehandeling staakt. Er zijn dus genoeg redenen om geïnteresseerd te raken in de effectiviteit en het neurobiologisch werkingsmechanisme van placebo’s.

Placebo-effecten berusten op onbewuste veranderingen in hersenfuncties waardoor de ziekteverschijnselen verminderen. Deze worden veroorzaakt door de verwachting die de patiënt van de behandeling heeft. De stoffen in een placebo zijn weliswaar farmacologisch onwerkzaam, maar het effect van de informatie die erbij aan de patiënt wordt gegeven en de verwachtingen van de patiënt zelf kunnen het placebo-effect zeer specifiek maken. Dit geldt niet alleen voor pillen, maar net zo goed voor gesprekstherapieën en voor chirurgische ingrepen.

Bij de ziekte van Parkinson, die berust op een tekort aan de chemische boodschapper dopamine, veroorzaakt een placebo meer afgifte van dopamine in de hersenen en zo een vermindering van de symptomen. De parkinsonsymptomen kunnen ook verminderd worden door met een elektrode in de diepte van de hersenen een gebiedje elektrisch te remmen. Als de dokter tegen de patiënt zegt dat hij de stimulator van zo’n diepte-elektrode aanzet of afzet, maar dat niet doet, treedt er toch al een verbetering of verslechtering van de parkinsonsymptomen op. Bij parkinsonpatiënten die bij bewustzijn zo’n diepte-elektrode in de hersenen geplaatst kregen, werd tijdens de operatie een onwerkzame stof ingespoten met de mededeling dat dit een nieuw antiparkinsonmiddel was. Hierop verminderde de elektrische activiteit in datzelfde hersengebiedje en verbeterden de symptomen bij ruim de helft van de mensen. Blijkbaar ‘weten’ de hersenen bij de patiënten die op de placebo reageren in welke gebieden ze de activiteit moeten veranderen om de symptomen te verminderen. En dat gaat dat beter op basis van de verwachting van de patiënt dat het zogenaamde nieuwe middel zal helpen.

Depressieve patiënten die werden behandeld met een placebo waren na zes weken in dezelfde mate verbeterd als de patiënten die het echte antidepressivum kregen. Hersenscans lieten zien dat er een grote overeenkomst was in de activiteitsveranderingen van hersengebieden tussen de groep die een placebo kreeg en de groep die het echte antidepressivum ontving. De hersenen brengen op basis van een placebo dus precies de juiste functionele veranderingen tot stand die tot een vermindering van de depressiesymptomen leiden.

Als een patiënt pijn heeft en hij krijgt een placebo, dan ‘weten’ de hersenen dat een verhoogde afgifte van morfineachtige stoffen en een verschuiving van activiteit in een aantal hersengebieden en het ruggenmerg nodig zijn om de pijn te onderdrukken. Daarentegen is de verwachting van de patiënt dat een pijnstiller zal helpen afwezig bij alzheimerpatiënten. Hierdoor is pijnstilling bij deze patiënten minder effectief en hebben ze een hogere dosis pijnstiller nodig om hetzelfde effect te krijgen.

Het placebo-effect is het onbewuste zelfhelende vermogen van de hersenen. Dat mechanisme kan aan de behandeling van kanker weinig of niets bijdragen, maar blijkt wel effectief te zijn bij een aantal hersenziekten. Onderzoek naar het mechanisme van placebo-effecten en naar de vraag waarom sommigen van ons gevoeliger zijn voor placebo-effecten dan anderen zou belangrijke klinische gevolgen kunnen hebben. Intussen moeten we het effect van de ouderwetse imposante en vertrouwenwekkende dokter als ‘wandelende placebo’ zeker ook niet onderschatten.

 

Prof. dr. D.F. Swaab is hoogleraar neurobiologie aan de Universiteit van Amsterdam en programmaleider aan het Netherlands Institute for Neuroscience (NIN) van de KNAW. Deze column verscheen op zaterdag 12 april 2008 in NRC Handelsblad.

 

Nieuwsbrief

De Digitale Nieuwsbrief van de VtdK houdt u regelmatig op de hoogte van nieuwe artikelen op deze site.

 

 

 

 

 

Dick Swaab

Gerelateerde artikelen

tijdschrift - 15 januari 2024

Symposiumverslag: Mogelijkheden en beperkingen van fysiotherapie.

artikelen - 25 april 2023

Buitenlandrubriek met o.a.: 100.000 dollar voor de Nieuw-Zeelander die paranormale gaven kan bewijzen / 700 Amerikaanse marketingbedrijven gewaarschuwd geen valse claims te verspreiden.

podcasts - 26 februari 2022

Cees Renckens werd geinterviewd door Omroep Wetering vanwege de VtdK-oproep tot een verbod op chiropractie.