UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Broer Scholtens | Geplaatst: 21 juni 2012

KNMG vindt slecht filterend logo ZegelGezond OK

Het bestuur van de KNMG heeft een flinke steek laten vallen. De landelijke artsenfederatie KNMG steunt namelijk ZegelGezond, een keurmerk dat de site van het kwakzalverachtige Van Praag Instituut met een zeventje weg laat komen.

KNMG vindt slecht filterend logo ZegelGezond OK

Terwijl dit keurmerk juist is uitgevonden om de kwaliteit van gezondheidswebsites te waarborgen.

ZegelGezond is een keurmerk dat de kwaliteit van medische websites wil beoordelen, als hulpje voor consumenten om gemakkelijker kaf van koren te kunnen scheiden.

Het logoprincipe is als volgt: vak- en publiekexperts geven een waardeoordeel over de inhoudelijke kwaliteit van bij het logo aangesloten websites. Iedereen kan zich als vak- of publieksexpert aanmelden, je moet als belangstellende webkijker alleen even melden in welke categorie je je zelf zou willen plaatsen. Vervolgens geef je meningen over websites. De ZegelGezond-organisatie telt vervolgens die meningen van experts (vak- en publiek) op. De waarderingen van vak- en publieksjury komen in een kwaliteitszegel op de beoordeelde website te staan.

De afgelopen weken hebben zo enkele tientallen websites cijfers gekregen. En dan valt het ondoorzichtige jurysysteem door de mand: naamloze vakexperts van de zegelclub hebben namelijk, net als de al even naamloze publieksexperts, de website van het handoplegingstituut in Utrecht, het Van Praag Instituut, een 6.8 gegeven, een flinke voldoende dus. Van de drie vakexperts die zich hebben aangemeld, heeft er één opgegeven arts te zijn. Hij/zij geeft een 4.9. Een hbo-verpleegkundige (gelieerd aan het Utrechtse instituut?) geeft een dikke negen. De derde vakexpert in de categorie overig geeft een 6.4. Homeopaten, zo blijkt, hebben zich nog niet als vakexpert bij de kwaliteitsbepaling van de Van Praag Instituut-website gemeld.

De KNMG gaat in september zijn achterban een brief sturen over het ZegelGezond-logo waarin het ‘belang van het logo en de mogelijkheid om als arts online-informatie op kwaliteit te waarderen, onder de aandacht te brengen.’ Bovendien zou de zegelclub graag willen dat KNMG-leden zich aanmelden als vakjurylid. Omdat die brief aan de leden nog moet worden geschreven hierbij enige scherpte-voer voor de discussie over dit kwaliteitsborgingsysteem dat – ondanks ingeschakelde vakexperts – onvoldoende in staat is slechte websites met notoir onjuiste, medische informatie uit te filteren.

In het comité van aanbeveling van de zegelactie zitten respectabele artsen en etenschappers zoals Louise Gunning, oud-voorzitter van de Gezondheidsraad en voorzitter van de UvA en Ben Crul, oud-hoofdredacteur van Medisch Contact. Maar ook Christien Klein-Laansma, ex-voorzitter van de vereniging van homeopathische artsen VHAN, de belangrijkste kwakorganisatie in Nederland, zit in het comité van aanbeveling.

ZegelGezond is begin juni een publiekscampagne begonnen om het logo meer bekendheid te geven. Dat is wel nodig, het logo is geen toppertje: 75 organisaties hebben zich gemeld, een kleine twintig doen mee met één of meer websites waaronder het Astmafonds, de Hersenstichting Nederland, de Nederlandse Hartstichting, verzekeraars als CZ en Menzis en de website Medicinfo. En dus het Van Praag Instituut. ‘Deze koplopers onderscheiden zich daarmee in transparantie en kwaliteit’, is te lezen in een persbericht.

Het Utrechtse Van Praag Instituut heeft het ZegelGezond-logo overigens niet meer op de binnenkomende thuispagina van zijn website staan maar op de pagina die handelt over Therapeutic Touch, nota bene een vage interventiemethode vol abracadabra-teksten. Het aardige is dat Martine Busch, de baas van het instituut, dit helder aantoont in een artikel dat ze heeft geschreven in het lentenummer van haar eigen blad, TT-Wijzer (PDF).

Voor wie vergeten is hoe Therapeutic Touch in zijn werk gaat nog even wat uitleg van het Utrechtse instituut zelf:

Therapeutic touch is een vorm van complementaire zorg die gebaseerd is op de gedachte dat de mens behalve uit lichaam, geest en ziel, ook uit energie bestaat en dat die energie bij klachten en ziekte uit balans is. De zorgverlener leert om met de handen en met gerichte aandacht volgens een vast stappenplan de balans te herstellen. De methode TT bestaat uit vijf stappen:

1. Centeren

De zorgverlener bereidt zich voor op het geven van TT, door te zorgen dat hij zich van binnen rustig voelt en met zijn aandacht in het moment kan zijn.

2. Aftasten van het energieveld

De zorgverlener verzamelt informatie over het energieveld van de patiënt, door met de handen waar te nemen waar de energiestroom gestagneerd lijkt.

3. Harmoniseren van het energieveld

De zorgverlener brengt de energie meer in evenwicht door rustige, gerichte (strijk-) bewegingen in het energieveld te maken. Deze stap vormt, al dan niet in combinatie met stap 4, de feitelijke interventie.

4. Activeren van het energieveld

De zorgverlener geeft de patiënt zo nodig extra energie. Dit gebeurt door een lichte aanraking aan voor- en achterkant van het bovenlichaam.

5. Afronden

De zorgverlener sluit de interventie zorgvuldig af en beëindigt de energetische interactie.

Het Louis Bolk Instituut in Driebergen en het van Praag Instituut hebben recentelijk een proefonderzoek gedaan in woonzorgcentrum Raffy in Breda bij tien dementerende ouderen van de verpleegafdeling. In Raffy doen ze al tien jaar aan TT.

Uit dit onderzoek blijkt dat twee keer per week TT genoeg is om onrustig, geagiteerd gedrag van dementerenden te verminderen. ‘Zeven van de tien – acht als twee overleden en/of zieke deelnemers niet mee tellen – hebben na enkele weken TT blijvend minder medicatie tegen onrust nodig’, lezen we.

Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van de coördinator complementaire zorg. Zij meldt in het TT-Wijzer-artikel van Busch: ‘We weten allemaal dat TT helpt maar deze cijfers zijn natuurlijk prachtig.’ Deze coördinator, bij wie TT niet kapot kan, turfde alle gegevens van de observaties. ‘Observaties waarvan je vanzelf beter gaat kijken naar het gedrag van mensen’, zegt ze. De arts, die heeft meegewerkt, valt haar bij: ‘TT zal zeker iets doen maar wat volgens mij net zo belangrijk is, is dat medewerkers door het TT-project beter zijn gaan observeren en genuanceerder zijn gaan kijken naar onrust.’

Onnodig te zeggen dat de aanpak van het studietje geen enkele wetenschappelijke basis heeft. Onnodig te melden dat studieresultaten niet zijn gepubliceerd in een serieus te nemen blad. Het bestuur van de KNMG zou de komende maanden het lentenummer van de TT-Wijzer nog even moeten lezen; steun aan een keurmerk kan altijd worden ingetrokken.

Auteur Broer Scholtens

Broer Scholtens

Broer Scholtens (1949) studeerde scheikunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde er op onderzoek naar batterijen. Hij werkte vier jaar bij het tijdschrift De Ingenieur en bijna dertig jaar als wetenschapsjournalist bij de Volkskrant. Hij schreef jarenlang over technologie, (wind)energie, gezondheid, voeding en consumentenproducten.

Gerelateerde artikelen

artikelen - 24 april 2023

Het KNMG-accreditatiebureau geeft vele nascholingspunten voor een vage leefstijl-cursus hoog in de Italiaanse Alpen met ‘integratief’ psychiater Rogier Hoenders als docent.

artikelen - 23 februari 2023

Het is uitermate pijnlijk vast te moeten stellen dat de KNMG anno 2023 weigert een beroepsverbod voor alternatieve artsen te formuleren, vindt Cees Renckens.

artikelen - 16 september 2021

Artsenfederatie KNMG, weekblad HP/De Tijd en Artsen Covid Collectief in de race voor Meester Kackadorisprijs 2021.