Nepwetenschap in de diergeneeskunde: de Lecher-antenne
Een lezer maakte ons attent op de praktijk van dierenarts Eric Laarakker. Deze holistische dierenarts werkt onder andere met de zogenaamde Lecher-antenne. Dit blijkt een soort wichelroede te zijn waarvan de veronderstelde werking wordt onderbouwd met een (pseudo)wetenschappelijk verhaal over elektromagnetische golven. Reden om dieper te duiken in de pretenties van dit instrument en de fysica erachter.

Ernst Lecher
Hoewel Ernst Lecher niet de uitvinder is van de naar hem genoemde antenne is zijn naam wel verbonden aan dit instrument. Hij zou deze eer waarschijnlijk niet op prijs hebben gesteld. Lecher (1829-1905) was hoogleraar experimentele natuurkunde aan de universiteiten van Innsbruck, Praag en Wenen in de tijd waarin de elektromagnetische golven en de Röntgenstraling werden ontdekt. In 1889 ontwierp hij een meetopstelling waarmee de golflengte en de frequentie van elektromagnetische golven nauwkeurig konden worden bepaald. Deze opstelling werd bekend als de Lecherlijn.
Een Lecherlijn bestaat uit twee evenwijdige draden die aan een kant worden aangesloten op een zender die hoogfrequente radiogolven uitzendt. Aan het andere uiteinde zijn de draden kortgesloten door een dwarsverbinding. Wanneer de zender wordt aangezet loopt er een transversale golf over de draden waarvan de knopen liggen op een veelvoud van de helft van de golflengte. Het maximale voltage wordt bereikt in de buiken, de minimale waarde (nul) in de knopen. De knopen en buiken kunnen worden gevonden door een Geislerbuis langs de draden te schuiven. Dit is een met gas gevulde glazen buis die oplicht als er een spanning door het gas loopt. Op de buiken van de golf zal de buis maximaal oplichten, op de knopen dooft hij. Door de buis langs de draden heen en weer te bewegen kon Lecher de frequentie en de golflengte van de uitgezonden golven meten. Lecher geldt als een belangrijke pionier van de stralingsfysica en zijn meetopstelling wordt nog steeds gebruikt in het natuurkundig onderwijs.
Reinhard Schneider
Een Lecherlijn is een groot en zwaar apparaat dat niet geschikt is voor medische toepassingen. Hiervoor bedacht de Duitse natuurkundige Reinhard Schneider (1925-2001) een draagbaar instrument dat enigszins lijkt op een verkleinde Lecherlijn. Het middendeel bevat een schaalverdeling en twee evenwijdige draden, die via een schuifje met elkaar zijn verbonden. Het apparaat wordt vastgehouden aan twee dunne holle staafjes, die een hoek van iets meer dan 90 graden maken met het middendeel. Anders dan de Lecherlijn wordt Schneiders apparaat niet aangesloten op een radiozender. Het wordt gebruikt om ‘spontane’ elektromagnetische straling uit de omgeving op te vangen en te meten. Vandaar de naam Lecher-antenne.
De te meten golflengte kan met het schuifje worden ingesteld op de liniaal. De onderhandse greep waarmee het apparaat wordt vastgehouden is niet stabiel en de antenne kan hierdoor makkelijk in de handen op en neer bewegen. Volgens de bedenker reageren de spieren in de onderarm van de onderzoeker op een signaal dat uit de handvaten komt als de antenne een ‘energieveld’ detecteert. De spieren spannen zich dan aan en de antenne klapt om. De hele procedure vertoont grote gelijkenis met het lopen met een wichelroede, waarmee in de 15e eeuw werd gezocht naar ondergronds water en ertsen. Het grote verschil met Schneiders antenne is dat de (vermeende) successen van wichelroedelopers werden toegeschreven aan spirituele vermogens, terwijl Schneider zijn apparaat voorzag van een pseudowetenschappelijke verklaring.
Woonbioloog Walter Kunnen
We zijn inmiddels al een eind verwijderd van Lechers natuurkunde, maar om tot een (dier)geneeskundige toepassing te komen moeten we nog een stap zetten naar levende organismen. Een van de eersten die de Lecher-antenne gebruikte om de invloed van ‘biodynamische energie’ op levende cellen te onderzoeken was de Belgische woonbioloog Walter Kunnen (1921-2011). De term ‘woonbioloog’ wekt de indruk dat we te maken hebben met een bioloog die de invloed van huisvesting op levende organismen bestudeert. Een dergelijke specialisatie bestaat echter niet in de biologie. En Walter Kunnen was bovendien geen bioloog: hij studeerde Grieks-Latijnse humaniora in Herentals en rechten aan de katholieke universiteit Leuven. Kunnen werkte bij verschillende bouwbedrijven, waaronder het door hem zelf opgerichte Algemeen Bouwbedrijf Kunnen. Met de zelfbedachte term ‘woonbioloog’ bedoelt hij een bouwdeskundige die zich richt op het bevorderen van een gezonde leefomgeving in huis. Woonbiologen geloven dat de gezondheid van bewoners kan worden verstoord door schadelijke straling in hun huis, en dat deze straling kan worden gedetecteerd met een Lecher-antenne. Om de schadelijke effecten op de gezondheid te verklaren legde Walter Kunnen een verband tussen de signalen die hij met een Lecher-antenne opving en de biologische functies van menselijke en dierlijke organen. Hij beweert te hebben aangetoond dat cellen, weefsels en organen ‘vibreren’ met een eigen trillingsfrequentie. Dit doet denken aan de ‘bioresonantie’ van de Duitse ingenieur Paul Schmidt (1922-1994), die meende dat ook relatief zwakke hoogfrequente straling een effect heeft op levende cellen. Als voorbeeld noemt hij de vorming van pigment door melanocyten (pigmentcellen) onder invloed van UV licht.
Er is geen bewijs voor de veronderstellingen van Kunnen en Schmidt. Hoe Walter Kunnen zijn data heeft verzameld en zijn conclusies getrokken is niet bekend; er zijn geen wetenschappelijke publicaties over te vinden. Resonantie is een goed beschreven verschijnsel in de natuurkunde. Het treedt vooral op bij objecten met een grote dichtheid, zoals een bronzen klok die door een klepel in trilling wordt gebracht of een ijzeren brug door een erover marcherend peloton soldaten. Resonantie wordt afgezwakt door demping, en biologische weefsels zijn van nature sterk gedempt. Resonantie van (levende) weefsels is nooit gerapporteerd en het is dan ook niet duidelijk of de productie van pigment onder invloed van zonlicht wordt veroorzaakt door resonantie. En dan zijn er ook nog de golven, die in de woonbiologie de oorzaak zijn van al het kwaad. Deze ‘aardstralen’ zijn al in de jaren ‘30 van de vorige eeuw verzonnen, maar ondanks moderne meettechnieken nooit gevonden. Het is evenmin duidelijk welke golven er met de Lecher-antenne worden gemeten. Het woonbiologische taalgebruik is zo vaag (‘meerdimensionale geodynamische netten die op het lichaam van mens, dier en plant -zowel inwendig als uitwendig- afdrukken vertonen in de vorm van een ruimtelijke afbeelding’) dat niet duidelijk is welk natuurkundig verschijnsel ermee wordt bedoeld.
Gebruik in de diergeneeskunde
Ondanks (of misschien juist dankzij) deze vaagheid is de Lecher-antenne populair in het alternatieve circuit. Dit betreft zowel de mens- als de diergeneeskunde. Een zoekopdracht op het internet met de termen ‘Lecher-antenne’ en ‘diergeneeskunde’ levert een groot aantal hits op. Het merendeel hiervan betreft alternatieve behandelaars (‘veterinair natuurgeneeskundig therapeut’, ‘craniosacraal therapeut’, ‘natuurgeneeskundige’), maar er zitten ook een paar reguliere dierenartsen tussen. De al genoemde Eric Laarakker komt hierbij prominent naar voren. Laarakker is eigenaar van de holistische praktijk voor dier en mens Den Hoek. Hij gebruikt de Lecher-antenne niet alleen in zijn praktijk, maar geeft ook cursussen over het gebruik van het instrument. Deze cursussen worden verzorgd door de Healthcare Academy Den Hoek. Er worden drie modules aangeboden: een basiscursus, een vervolgcursus en een module woonbiologie. Tot de docenten behoren naast de dierenartsen Eric Laarakker, Claudia de Gooijer-Kant en Aleid Hilbrand ook de woonbiologen Thijs Tjaden en Theo Hooijer.
Thijs Tjaden is eigenaar van Tjaden woonbiologie in Bennebroek en het op hetzelfde adres gevestigde bedrijf BioZence. Van huis uit is hij elektrotechnisch installateur, maar hij is ook opgeleid tot woonbioloog (een vak waarvan hij zelf zegt dat er geen echte opleiding voor is en dat je het in de praktijk moet leren). Het kernproduct van Tjadens bedrijf BioZence is de OHRB. Deze Optimal Harmoniser for Restoring Balance is een kastje dat werkt zodra het in een stopcontact wordt gestoken. Een enkele harmonisator is voldoende om alle schadelijke frequenties te neutraliseren en de hele woning te voorzien van harmonische energie. Het kastje kost € 450; het bevat een palet zeer zuivere kristallen en edelstenen in een keramische behuizing en is voorzien van een gouden logo.
De bestrijding van aardstralen lijkt niet het belangrijkste doel van de Healthcare Academy Den Hoek. Dat is ongetwijfeld het gebruik van de Lecher-antenne, die overigens ook kan worden aangeschaft bij BioZence. De prijzen variëren daar van € 175 tot € 300 voor het meest luxueuze model, dat is uitgerust met een gouden en een zilveren scharnier.
Nepwetenschap
Met de Lecher-antenne zijn we inmiddels een flink eind afgedwaald van de natuurwetenschappelijke basis van de diergeneeskunde. De reguliere (dier)geneeskunde ontkent niet dat elektromagnetische straling effect heeft op levende organismen. In tegendeel; zij maakt er juist dankbaar gebruik van. De prikkelgeleiding in zenuwweefsel en het samentrekken van spierweefsel komen tot stand via elektrische impulsen, die aan de oppervlakte van het lichaam kunnen worden afgeleid met elektro-encefalografie (EEG), elektrocardiografie (ECG of ‘hartfilmpje’) en elektromyografie (EMG). In ziekenhuizen wordt op grote schaal gebruik gemaakt van beeldvormende technieken als Röntgenfoto’s, Computer Tomografie (CT) en Magnetic Resonance Imaging (MRI). Radioactieve straling wordt zowel gebruikt voor diagnostische doeleinden (SPECT = Single Photon Emission Computed Tomography) als voor de behandeling van kwaadaardige ziekten (Radiotherapie). Deze ‘reguliere’ toepassingen van elektromagnetische energie berusten op goed gekarakteriseerde natuurkundige en biologische verschijnselen. Hiernaar is (en wordt) veel wetenschappelijk onderzoek gedaan, maar de mysterieuze frequenties en energieën waarop de Lecher-antenne zich richt zijn hierbij nooit gevonden. Dat neemt niet weg dat zich op dat gebied een flinke buitenwetenschappelijke ontwikkeling lijkt te hebben voltrokken. De website van de holistische praktijk Den Hoek vermeldt dat er ‘in de afgelopen 30 jaar met behulp van een heel team aan dierenartsen, artsen, therapeuten en woonbiologen veel frequenties in kaart zijn gebracht. Met de Lecher-antenne zouden inmiddels ‘meer dan 3500 frequenties van het lichaam en pathogene belastingen’ meetbaar zijn. Het is niet duidelijk om wat voor ‘lichaamsfrequenties’ het hier gaat, welk orgaan, weefsel of object ze uitzendt, en welke ‘pathogene belastingen’ er worden gemeten. In wetenschappelijke databases (Pubmed, Web of Science) zijn hierover geen publicaties te vinden en hoewel Laarakker zich op zijn website ‘onderzoeker’ noemt heeft hij geen wetenschappelijke artikelen op zijn naam staan. De alternatieve ‘onderzoekers’ hebben hier geen probleem mee, want de metingen die zij met de Lecher antenne doen zijn zo subjectief dat ze er alle kanten mee uit kunnen. Hun ‘onderzoek’ is een doorzichtige vorm van nepwetenschap die met gewichtig klinkende maar in feite betekenisloze termen suggereert dat de onderzoekers/behandelaars weten wat ze meten.
Je kunt je afvragen of dit erg is. De huidige wetgeving biedt ruimte voor dit soort activiteiten en laat de beoordeling van de effectiviteit over aan de client. De combinatie met reguliere geneeskunde kan voor sommigen misschien verwarrend zijn, maar in alternatieve kringen is de opvatting populair dat alternatieve behandelwijzen een nuttige aanvulling zijn op de reguliere (dier)geneeskunde. Dierenarts Laarakker is hiervan een goed voorbeeld: Hij combineert zijn werk als regulier dierenarts met een indrukwekkend aantal andere behandelwijzen: chiropraxie, osteopathie, manuele therapie, fytotherapie, klassieke homeopathie, Chinese en Japanse acupunctuur, neuraaltherapie en andere energetische behandelmethoden.
De gedachte dat alternatieve behandelwijzen een nuttige aanvulling kunnen zijn op de reguliere (dier)geneeskunde is echter een tragische misvatting: zij sluiten elkaar juist uit. De term ‘complementaire (dier)geneeskunde’ is dan ook misleidend: er is eerder sprake van contraire (dier)geneeskunde. Je kunt nu eenmaal niet vinden dat geneesmiddelen een bepaalde concentratie in het bloed moeten hebben om effectief te zijn en tegelijkertijd geloven dat ze juist meer werkzaam worden als ze zo sterk worden verdund dat ze niet meer in het oplosmiddel aanwezig zijn. Of je reguliere diagnostiek baseren op bij grote aantallen patiënten vastgestelde referentiewaarden en daarnaast vertrouwen op subjectieve ‘metingen’ van nooit aangetoonde ‘frequenties’ met een niet-gevalideerd instrument. Studenten die deze alternatieve opvattingen als leidraad gebruiken bij hun examens zullen zakken als een baksteen en nooit hun diploma halen.
Cliënten die zich wenden tot een alternatieve therapeut weten dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor de effectiviteit van de behandeling en verwachten dat ook niet. Maar bij een reguliere dierenarts ligt dat anders en mag de client ervan uitgaan dat diens handelen een rationele basis heeft. Als een dierenarts zich inlaat met ongefundeerde behandelingen bekleedt hij die door zijn opleiding en status met de autoriteit van de wetenschap en dat is niet acceptabel. Dierenartsen die geloven in alternatieve nepwetenschap en deze via hun praktijk propageren zouden hun diploma moeten inleveren en titelloos opgaan in het alternatieve circuit.
De officiële instanties
Het toepassen van ongefundeerde alternatieve behandelingen door dierenartsen straalt ook af op het instituut waar zij zijn opgeleid (er is in Nederland maar een Faculteit Diergeneeskunde) en op hun beroepsorganisaties. Deze zouden hun stem moeten verheffen tegen dit soort praktijken. Tot voor kort gebeurde dit ook: op de website van de Faculteit Diergeneeskunde was een ‘zienswijze’ te vinden waarin het uitvoeren van alternatieve behandelingen werd gekwalificeerd als ‘onprofessioneel gedrag’. Helaas is deze zienswijze begin 2024 van de site verwijderd. Aanleiding was de vrees dat de zienswijze door de wijze van formuleren zou leiden tot polarisatie. Iets wat de faculteit in het huidige tijdsgewricht niet op gang wil brengen. Helaas is met dit badwater ook een gezond kind weggegooid. Het bewaken van wetenschappelijke integriteit is een kerntaak van universiteiten. Het van de website verwijderen van een standpunt over onwetenschappelijk gedrag van alumni is een verkeerd signaal in een tijd waarin nepwetenschap steeds meer voet aan de grond krijgt. De wetenschappelijke wereld moet zich hier juist krachtig tegen verzetten! Het is te hopen dat de Faculteit Diergeneeskunde deze uitdaging zal aangaan en de zienswijze over alternatieve behandelwijzen – al dan niet in een aangepaste formulering – in ere zal herstellen.
Gelukkig lijkt de grootste beroepsvereniging KNMvD (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde) zich juist de andere kant uit te bewegen. Waar zij vroeger alternatieve dierenartsen de hand boven het hoofd hield vindt zij nu dat alternatieve behandelwijzen niet voldoen aan de professionele standaard. Toen de VtdK het Hoofdbestuur vroeg of het de alternatieve ozontherapie en goudacupunctuur van dierenarts Stefan Veenstra beschouwde als onderdeel van de professionele standaard was het antwoord een duidelijk ‘nee’.
Voor de bronvermelding, zie pag 4 van de NTtdK 2025, nr. 1
Gerelateerde artikelen
Bij Laarakkers’ Analemma water voel je nattigheid
artikelen - 05 augustus 2025Dierenarts Eric Laarakker uit De Bilt verkoopt staafjes die ‘coherent’ water maken waaraan hij vreemde, onbewezen gezondheidsclaims hangt.
Lees meerNederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij, nr 1, 2025
tijdschrift - 17 juli 2025Lees het NTtdK 2025, nr 1 met onder meer: veroordeling Wim Huppes, de Lecher-antenne, haptonomie en meer.
Lees meerMens en dier gaan bij Judith Adriaansens aan de Lecher-antenne
artikelen - 12 augustus 2022Judith Adriaansens gebruikt een wichelroede om het zelfgenezende vermogen te triggeren, bij mens en dier.
Lees meer