UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek

Vaak gestelde vragen (FAQ)

 

In plaats van ‘alternatieve geneeswijzen’ hoor je vaak over ‘complementaire’, ‘aanvullende’ of ‘niet-conventionele’ behandelmethoden spreken. Worden deze geneeswijzen ook tot de kwakzalverij gerekend?

Antw. Ja, want van geen enkele alternatieve behandelwijze is op wetenschappelijke manier aangetoond dat ze een genezend effect heeft en ongevaarlijk is.

 

Geldt dit ook voor bekende geneeswijzen als homeopathie, acupunctuur en orthomoleculaire geneeskunde?

Antw. Ja, want ook van deze therapieën is nooit onomstotelijk vastgesteld dat ze effect hebben. In tegenstelling tot de meeste andere alternatieve geneeswijzen is naar de werking van deze methoden wel wat wetenschappelijk onderzoek gedaan. Soms leek er een genezend effect aangetoond te kunnen worden, maar bij nader inzien bleek dan altijd het onderzoek zo slecht van opzet te zijn, dat de resultaten eigenlijk geen conclusies toelieten. In veel andere onderzoeken werd geen gunstige werking van de alternatieve therapie gezien. Dat alternatieve genezers vaak beweren dat de waarde van hun methode bewezen is, berust op bewuste misleiding of op een verkeerde interpretatie van de wetenschappelijke literatuur.

 

Waarom moet het effect van een geneesmethode per se wetenschappelijk aangetoond zijn als er toch kennelijk mensen baat bij hebben?

Antw. In de eerste plaats is het voor patiënten natuurlijk van belang op voorhand te weten wat men van een behandeling kan verwachten. Hoe groot is de kans op genezing en wat zijn de risico’s? Op goed geluk maar wat proberen in de hoop op een wonder is onverstandig. Voor genezers, met name voor artsen maar voor hen niet alleen, geldt dit in nog sterkere mate. Zij zijn wettelijk verplicht hun patiënten (correct) te informeren over wat er van een behandeling verwacht kan worden. Zij kunnen dit uiteraard pas doen wanneer er behoorlijk onderzoek is gedaan naar het effect en de gevaren. Het is bekend dat ook in de reguliere geneeskunde niet elke behandeling wetenschappelijk is onderbouwd, maar er bestaat dan wel consensus over binnen de medische beroepsgroep. Dit geldt niet voor alternatieve geneeswijzen; die worden door 95% van de artsen verworpen.
Dat er toch wel eens mensen baat bij hebben, berust op een schijneffect, ‘placebowerking’ genoemd. Overigens wordt er door alternatieve genezers altijd veel ophef gemaakt over deze ‘schijnsuccessen’; van de veel grotere groep patiënten die geen baat hadden of schade ondervonden van de behandeling horen we niets.

 

Of het nu door een werkzaam middel of door een placebo (fopmiddel) komt, het gaat er toch maar om dat iemand zich beter voelt?

Antw. Dit is een misvatting. Placebowerking is vooral afhankelijk van de verwachting die een patiënt van de behandeling heeft en van het vertrouwen dat de behandelaar wekt. Is de verwachting hooggespannen en het vertrouwen groot dan kan het placebo-effect groot zijn. Het heeft echter vrijwel uitsluitend betrekking op gevoelens van welbevinden. Echte ziekten kun je er niet mee genezen. Bovendien is het effect onbetrouwbaar; de ene keer werkt het, de andere keer niet. Placebo-therapie is uitsluitend symptoombestrijding. Alternatieve geneeswijzen zijn een zeer kostbare vorm van placebotherapie.

 

Zouden er geen geneeswijzen bestaan die wel werkzaam zijn, maar waarnaar nog geen onderzoek is gedaan?

Antw. Dit is zeer onwaarschijnlijk, want de meeste alternatieve therapieën zijn gebaseerd op absurde ideeën over de zieke mens, die niet stroken met onze huidige kennis van de anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie. Men kan rustig aannemen dat geen enkele alternatieve behandelmethode effectief is. Iemand die beweert over een werkzame therapie te beschikken heeft trouwens de plicht om eerst het bewijs van die werkzaamheid te leveren voordat hij de methode op grote schaal gaat toepassen. Dit geldt ook voor ‘aanvullende’ of ‘complementaire’ behandelingen. Anders degradeert de genezer zijn patiënten – zonder dat zij dit beseffen – tot proefkonijn. Overigens heeft het weinig zin om veel geld te steken in onderzoek naar een behandelmethode waarvan een eerstejaars medisch student al kan zien dat ze niet werkzaam kán zijn.

 

Zijn alternatieve genezers niet vaak volkomen te goeder trouw?

Antw. Dit komt inderdaad voor. Met name niet-artsen geloven zelf soms echt in hun methode, omdat ze te weinig medische kennis hebben om te beseffen dat ze met onzin bezig zijn. Maar wie een alternatieve genezer raadpleegt, loopt toch ook een grote kans met een ordinaire bedrieger te maken te krijgen; in elk geval met iemand die zichzelf schromelijk overschat. Van alternatieve artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten is het moeilijk om aan te nemen dat ze te goeder trouw zijn, want door hun opleiding zouden ze beter moeten weten. Toch ziet men ook in medische kringen lieden die oprecht een of andere irrationele geneesmethode aanhangen. Ze baseren dit dan vaak op persoonlijke ervaring, maar dit is een te zwakke basis om de behandeling van zieken op te funderen. Medici die hun handelen laten bepalen door een privé-overtuiging, die niet door het merendeel van hun vakbroeders wordt gedeeld, lijden aan gevaarlijke zelfoverschatting. Voor de patiënt maakt het intussen niet uit of hij door een bonafide of malafide genezer wordt behandeld. De schade is in beide gevallen even groot.

 

Geldt voor alternatieve geneeswijzen dan niet: “Baat het niet, het schaadt ook niet”?

Antw. Neen. Onwerkzame therapieën zijn altijd schadelijk. Het grootste gevaar schuilt in het risico dat een in een vroeg stadium nog behandelbare ziekte niet of te laat echt behandeld wordt, doordat eerst een alternatieve therapie geprobeerd wordt. In het ergste geval kan dit tot de dood van de patiënt leiden. Dit komt vaker voor dan je zou denken. Lang niet ieder slachtoffer haalt de kranten, zoals Sylvia Millecam of de vrouw van Roel van Duijn. Bovendien zijn er therapieën die een direct gevaar voor de gezondheid opleveren, zoals chelatietherapie of kruidengeneeskunde. Veel vaker is de schade het gevolg van het medicaliserend effect van de alternatieve aanpak. Veel mensen voelen zich ziek door levensproblemen zonder dat ze zich hiervan duidelijk bewust zijn. In zo’n geval is een medische benadering juist minder gewenst en een reguliere behandelaar zal de ‘patiënt’ adviseren hulp te zoeken buiten het medisch circuit. Alternatieve genezers doen dit nooit maar bevestigen iedere hulpvrager in zijn gevoel ziek te zijn, waardoor de aanpak van het werkelijke probleem op de achtergrond raakt en de klachten chronisch dreigen te worden. In plaats van correcte voorlichting te geven, praat de genezer zijn patiënten daarbij de meest wonderlijke denkbeelden aan over anatomie en fysiologie van de mens en de oorzaak van ziekten. Ongeneeslijk zieken wordt valse hoop geboden in plaats van steun begeleiding bij het onvermijdelijke einde. En als er geen sprake is van een van bovengenoemde vormen van schade dan is er toch altijd schade in de portemonnee, want alternatieve genezers zijn vrijwel zonder uitzondering uitstekende zakenlieden die goed voor zichzelf zorgen.

 

Is valse hoop niet altijd nog beter dan helemaal geen hoop?

Antw. Wie meent dit voor een ander mens te kunnen beslissen, laadt een grote verantwoordelijkheid op zich. Ongetwijfeld komt het voor dat een zieke absoluut niet in staat is om de werkelijkheid onder ogen te zien, maar aan de andere kant heeft iedereen het recht om volledig geïnformeerd te worden over zijn gezondheidstoestand en de prognose. Wanneer er geen hoop meer is, komt er een einde aan de strikt medische bemoeienis. Dan breekt een tijd aan dat de patiënt moet proberen zich te verzoenen met zijn lot en zich eventueel moet voorbereiden op het onvermijdelijke einde. Hierbij kan de medische hulpverlener alleen nog een rol spelen als medemens. De alternatieve genezer die, om de eigen zak te spekken, suggereert dat er nog wel degelijk therapeutische mogelijkheden zijn, frustreert dit aanvaardingsproces.

 

Is het niet juist dat alternatieve genezers doorgaans meer aandacht en tijd voor hun patiënten hebben dan in de reguliere zorg gebruikelijk is?

Antw. Aandacht en invoelend vermogen hebben meer te maken met de persoonlijkheidsstructuur van de hulpverlener dan met een bepaalde geneeswijze. Zo tref je zowel in het reguliere als in het alternatieve circuit geslaagde en minder geslaagde therapeuten aan. Wel is het zo dat alternatieve consulten over het algemeen langer duren dan reguliere. Dit komt doordat alternatieve genezers veel tijd besteden aan het verzamelen van volstrekt irrelevante informatie (wat de patiënt de illusie moet geven als mens serieus genomen te worden) en het verrichten van magische en rituele handelingen. Denk echter niet dat al die aandacht gratis is! De gevraagde honoraria van alternatieve genezers bedragen doorgaans een veelvoud van die van reguliere hulpverleners.

 

Het valt toch niet te ontkennen dat er een grote vraag naar een alternatief voor de reguliere zorg bestaat. Rechtvaardigt dat niet het bestaan van alternatieve geneeswijzen?

Antw. Voor alle vormen van consumptie, ook de medische, geldt dat de vraag in hoge mate mede bepaald wordt door het aanbod. Voor 1960 kwamen alternatieve geneesmethoden nauwelijks voor. Sindsdien is de medische wetenschap, en daarmee de gezondheidszorg, met sprongen vooruit gegaan. Toch is er een gat in de medische markt ontstaan, misschien doordat de techniek in de geneeskunde een overheersende rol is gaan spelen, waardoor de patiënt zich als individueel mens niet altijd meer herkend voelt. Handige zakenlieden zijn in dit gat gesprongen en hebben in minder dan 40 jaar meer dan 300 verschillende geneeswijzen verzonnen of uit een ver verleden tevoorschijn gehaald, de een nog onwaarschijnlijker dan de ander, die alle gemeen hebben verlangens naar eenheid met de natuur en kosmische krachten en naar wondergenezingen te bevredigen. Intussen heeft dit alles op de volksgezondheid uitsluitend negatieve effecten gehad en de kosten van de zorg onnodig opgedreven. De reguliere gezondheidszorg dient zich te bezinnen op de vraag in hoeverre ze kort schiet en hoe ze haar functioneren zodanig kan verbeteren dat bij het publiek de vraag naar een alternatief wordt voorkomen. De Vereniging tegen de Kwakzalverij wil ook daaraan een bijdrage leveren.

 

Staan er tegenover de kosten van de alternatieve zorg geen besparingen op de reguliere zorg?

Antw. Dit is niet met zekerheid bekend, maar uiterst onwaarschijnlijk. Want uit gegevens van het CBS blijkt dat gebruikers van alternatieve zorg ook grootgebruikers van reguliere huisartsenhulp zijn, vaker naar specialisten en fysiotherapeuten verwezen worden en meer medicijnen gebruiken dan mensen die niets van kwakzalverij moeten weten.

 

Waarom stelt de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) zich altijd zo onverzoenlijk op, terwijl alternatieve genezers vaak aangeven juist te willen samenwerken met de reguliere zorgverleners.

Antw. De leden van de VtdK zijn vaak zelf werkzaam in de zorg of bekleden andere verantwoordelijke functies in de maatschappij. Zij zien met lede ogen hoe grote groepen kwetsbare mensen – want zieken zijn nu eenmaal kwetsbaarder dan anderen – schaamteloos worden misleid en benadeeld door kwakzalvers, die dan soms te goeder trouw mogen zijn, maar er altijd alleen maar zelf beter van worden. Hiertegen komt hun rechtvaardigheidsgevoel in opstand. De roep om samenwerking dient uitsluitend het eigenbelang van de genezers. Hun status wordt er door verhoogd en hun handelen gerechtvaardigd. In werkelijkheid is echte samenwerking volkomen uitgesloten omdat het magische denken in de alternatieve zorg absoluut onverenigbaar is met de natuurwetenschappelijke benadering in de reguliere geneeskunde. De VtdK werpt zich op als belangenbehartiger van consumenten van gezondheidszorg. Ze verzet zich met kracht tegen alle vormen van fraude in de geneeskunde; dit in tegenstelling tot veel patiëntenverenigingen, die hoe nuttig ze ook zijn op het terrein van voorlichting en lotgenotencontact, vaak veel te tolerant zijn voor kwakzalvers.

Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij

Schrijf je in en ontvang het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij (NTtdK).

Word lid east
Kwakzalverij