UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Ronald van den Berg | Geplaatst: 29 maart 2016

Onthutsende registratie van alternatieve behandelaars

Het openbare register van de Wkggz moet niet alleen BIG-geregistreerden omvatten, maar ook alle alternatieve en cosmetische zorgaanbieders.

Onthutsende registratie van alternatieve behandelaars

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) 1 van oktober 2015 vereist een openbaar register van alle zelfstandig werkende zorgaanbieders en voorziet in toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) op al die behandelaars.

In een nieuwsbericht meldde GZ al, dat zij geen uitspraken zal doen over de (on-) werkzaamheid van behandelvormen en zich bij de controle zal beperken tot misstanden.

Misstanden is een rekbaar begrip. Des te strikter dienen daarom de eisen te zijn waaraan zo’n registratie moet voldoen. Veilgheid dient gegarandeerd te zijn en misleiding uitgesloten.

Volgens een Besluit inzake de Wkggz van 11-12-2015 moet het openbare register per 1 juli 2016 in werking zijn. Het moet niet alleen Beroepsbeoefenaren in de Individuele Gezondheidszorg (BIG-geregistreerden) omvatten, maar ook alle alternatieve en cosmetische zorgaanbieders. Het heet Landelijk Register Zorgaanbieders (LRZa) en is een virtueel register dat andere bronnen ontsluit. Als bron voor alternatieve zorgaanbieders dient het Algemene Gegevens Beheer-register (AGB-register) van Vektis, uitvoeringsorgaan van Zorgverzekeraars Nederland (ZN).

Als zorgverleners zo’n AGB-code hebben, kunnen zij door zorgverzekeraars betaald worden. Behalve aan BIG-geregistreerden verschaft Vektis op uitgebreide schaal deze code ook aan lekenbehandelaars.
Tot op heden had dit Vektisregister geen wettelijke status maar het verwerft die, gezien het wetsbesluit, nu wel.

Hieronder wordt bezien of het AGB-register van ZN/Vektis als bron voor een algemeen register een garantie biedt voor veiligheid en misleiding onmogelijk maakt.

Vektisregister, huidige situatie

Sedert de wet BIG van 1993 mag iedereen in Nederland diensten aanbieden op het gebied van de gezondheidszorg. Lekenbehandelaars mogen zich niet afficheren met een BIG-geregistreerde beroepstitel (BIG-geregistreerd zijn de acht beroepen: apotheker, arts, fysiotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, tandarts, verloskundige en verpleegkundige).

Zij gebruiken op hun websites andere termen (Leken-zorgaanbieders zijn vaak te herkennen aan titels als neuropsyrurg, voetreflexoloog en reïncarnatietherapeut, of ze noemen zich gewoon coach). Zij mogen ook geen voorbehouden handelingen (risicovolle medische handelingen die alleen door een daartoe bevoegde – en BIG-geregistreerde – behandelaar mogen worden uitgevoerd.Voorbeelden zijn: chirurgische ingrepen, verloskundige ingrepen, narcose geven, injecties toedienen, gebruik van ioniserende stralen) verrichten en hanteren ter compensatie soms merkwaardige apparaten. Zij zijn, in tegenstelling tot BIG-geregistreerden, niet gehouden aan gedragsregels m.b.t. reclame. Wellicht daardoor, maar hoe dan ook, ontstond onder consumenten de wens om zich tegen de kosten van hun diensten te verzekeren, en zorgverzekeraars speelden daarop in. Zorgverzekeraars betalen de kosten doorgaans uit aanvullende polissen.

De betaling door ziektekostenverzekeraars aan lekenbehandelaars kan bij het publiek de indruk wekken, dat het wel in orde is met hun dienstverlening. De politiek lijkt ook die opvatting toegedaan, gezien het Besluit van 11-12-2015.

ZN stelt hanteert al geruime tijd voor niet-BIG- geregistreerde zorgaanbieders als toelatingscriteria voor het AGB-register van Vektis (en dus voor betalingen): het lidmaatschap van een vereniging van beroepsgenoten (bijvoorbeeld acupuncturisten, homeopaten, voetreflexologen) en het vallen onder de klachtencommissie van zo’n vereniging.

De opleidings- en kwaliteitseisen van zulke verenigingen zijn non-transparant, evenals hun klachtencommissies. De huidige AGB-registratie werd door ZN/Vektis dan ook als onbevredigend gezien.
In 2013 droeg ZN daarom het Certificatieplatform Post-Initieel Onderwijs Nederland (CPION) op, om opleidingen Medische Basiskennis (MBK) en Psychosociale Basiskennis (PSBK) te certificeren voor niet BIG-geregistreerde behandelaars.

Uiterlijk per 1 januari 2017 moeten nu alle lekenbehandelaars die in aanmerking willen komen voor een AGB-code (en dus voor betaling) zo’n opleiding doorlopen hebben.

De beroepsgenotenverenigingen moeten per 1 januari 2017 op hun beurt aangesloten zijn bij een registratiekoepel met een gezamenlijk tuchtrecht.

Dat tuchtrecht is niet vergelijkbaar met de wettelijk geregelde tuchtrechtspraak voor BIG-geregistreerden, waarbij zware sancties opgelegd kunnen worden. Later in dit artikel wordt hierop teruggekomen.

Hieronder worden eerst de binnenkort geldende opleidingseisen besproken en daarna volgt enige informatie over de registrerende koepel-verenigingen waartoe verenigingen van alternatieve behandelaars moeten toetreden.

Opleidingseisen per 1-1-2017

Cursussen, die voorzien in de met ingang van 1 januari 2017 geldende eisen voor de AGB-code (en daarmee betaling) zijn op de vrije markt te koop voor € 500,- tot € 3000,-.

CPION, dat zijn inkomsten ontleent aan certificatie, registratie en jaarlijkse herregistraties van die MBK- en PSBK- opleidingen, hanteert daarbij de zogenoemde PLATO-criteria. PLATO is het Platform Onderwijs, Opleiding en Organisatie van de Universiteit Leiden (PLATO is via een BV-constructie gelieerd aan de Rijks Universiteit Leiden).

Volgens CPION en PLATO is het voor lekenbehandelaars mogelijk om in tien opleidingsdagen een ‘pluis/niet-pluis’-gevoel (PNP) krijgen, d.w.z. inzicht in de mate van ziekte van hun klanten. ‘PNP’ is al nauwelijks toetsbaar bij (huis)artsen, en dus zeker niet na een tiendaagse opleiding bij alternatieve behandelaars met verschillende vooropleidingen en heterogene alternatieve richtingen zoals bijvoorbeeld homeopathie, acupunctuur of reïncarnatietherapie. De grondslag van ‘PNP’ is ziektekennis, ervaringskennis en contextkennis.

Artsen worden pas na een voltijdse studie van zes jaar geacht onderscheid te kunnen maken tussen ‘pluis’ en ‘niet pluis’ en ook dat is soms niet genoeg.

MBK-cursussen die aan PLATO-criteria voldoen schieten derhalve schromelijk tekort.

PLATO heeft eveneens criteria opgesteld voor PSBK. Die cursussen vergen ook tien dagen. Iedere psychotherapeut weet dat dat volstrekt onvoldoende is voor PNP.

Het zij opgemerkt dat de term MBK misleidend is. Wanneer een klant het ‘Certificaat Medische Basiskennis’ in een spreekkamer aantreft, is er een risico dat hij gerustgesteld zal menen met een soort basisarts van doen te hebben.

Op zich al zijn de PLATO-criteria ontoereikend, maar de wijze waarop CPION deze toepast is bovendien onaanvaardbaar rekkelijk. Het certificeerde tot op heden 43 instellingen voor onderwijs in MBK en PSBK.

De aanbieders van MBK- en PSBK-cursussen zijn op één na stichtingen, Bv’s of verenigingen die alternatieve behandelingen bieden, uitdragen of onderwijzen.

De theorieën waarop deze zijn gebaseerd hebben weinig of niets van doen met hedendaagse reguliere medische kennis. Het is onwaarschijnlijk dat deze opleidingsorganisaties de basiskennis over reguliere geneeskunde zullen overdragen zonder contaminatie met de eigen alternatieve waanideeën.
Inventarisering van door CPION gecertificeerde MBK-opleidingen

Van de 43 door CPION gecertificeerde instellingen voor MBK-opleidingen en PSBK-opleidingen hebben er drie een gecombineerde MBK/PSBK-opleiding, en 14 een PSBK-cursus. Eén instelling verdient hier aparte vermelding: die leidt op in reïncarnatietherapie en kent geen aparte MBK of PSBK-opleiding, maar CPION, en dus ZN/Vektis beschouwen de opleiding als gelijkwaardig aan PLATO-PSBK. PSBK wordt in dit artikel verder buiten beschouwing gelaten.

Van 24 instellingen vermeldt CPION een gecertificeerde MBK-cursus, twee daarvan bleken in de lijst dubbel vermeld. Van de feitelijke 22 MBK-gecertificeerden werd de website herhaaldelijk bezocht. (zie tabel op pagina 16).

Er werd gescoord op (1) de daadwerkelijke vermelding van een MBK-cursus. Om de niveaus daarvan te bepalen werd ook gescoord op (2) toelatingseisen voor MBK-cursisten, op (3) het door de opleidingsinstanties geclaimde eindniveau en op (4) de vermelding van een eindtoets.

(1) Is een cursus MBK daadwerkelijk aanwezig?
– Bij acht van de 22 instanties werd een cursus MBK niet vermeld, zij hebben desondanks het MBK-certificaat van CPION. Het betreft o.m. de Academie Qing-Bai (acupunctuur, TuiNa-massage en Chinese kruidengeneeskunde), de Shenzou Open University of TCM (Traditional Chinese Medicine), de TCMA (idem) en de Zen Shiatzu-opleiding (citaat: Oosterse Geneeskunde met heel eigen zienswijze).

– Bij 14 instanties werd een door CPION erkende cursus MBK apart vermeld.

(2) Toelatingseisen MBK.
– 13 opleidingsinstituten vermelden geen toelatingseisen aan cursisten. Er melden zich dus cursisten met heterogene niveaus van vooropleiding. Dat roept vragen op over het niveau van de door CPION gecertificeerde cursussen.

– De overige negen instellingen stellen HAVO, HAVO-niveau of MBO4 als voorwaarde, maar ook een oriënterend gesprek kan voldoende zijn.

(3) Geclaimde eindniveaus van de MBK-cursussen.
– Eén instelling geeft geen eindniveau op.

– Tien beperken hun claim tot ‘CPION/PLATO’-niveau.

– Vijf claimen van ‘Hbo-niveau’ te zijn. Ter vergelijking: een HBO-opleiding vergt 4 jaar;
de MBK-cursus kan na tien dagen met succes worden beëindigd.

– Twee melden met het MBK-certificaat een ‘Hogeschool’-opleiding te geven.

– Twee spreken van een ‘propedeuse’.

– Eén opleiding claimt op te leiden tot Bachelor of Master.

– Eén instelling noemt zich ‘university’.

De helft van de instellingen maakt zich dus aan grootspraak schuldig.

CPION conformeert zich kennelijk aan die claims. ZN/Vektis heeft besloten voor het AGB-register geen gebruik te maken van de wettelijke erkenning en certificatie van universitaire- en hogere beroepsopleidingen, die door de overheid is toegewezen aan de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Aan die eisen kunnen de MBK-opleidingen namelijk niet voldoen.

(4) Eindtoets aanwezig?
-11 instellingen melden niets over een eindtoets op hun website.
– Vier melden een toets zonder verder duidelijk te maken van welke aard die is.
– Degene die wel toetsing melden, blijken het hun cursisten gemakkelijk te maken: twee opleidingen melden dat sprake is van ‘open boek’-toetsen. Eén opleiding meldt dat het examen (tegen betaling) voorafgegaan mag worden door oefenexamens. Eén opleiding meldt 100% slagingskans en één 95% plus herkansingen. Eén opleiding meldt ‘geen stressvolle examens’ en één opleiding meldt: ‘geen stress: een korte toets na elke les’.

Enige informatie over registrerende koepelverenigingen van alternatieve behandelaars 

Belangen Associatie Therapeut en Consument (BATC).
Volgens de eigen website behartigt BATC de belangen van aangesloten paramedisch natuurgeneeskundige therapeuten en niet van consumenten, zoals de naamgeving zou doen vermoeden.
De VtdK werd door voormalige medewerkers van BATC benaderd. Er zouden malversaties en wanbestuur hebben plaatsgevonden. Onderzoek door Broer Scholtens wees uit dat de FIOD het kantoor bezocht heeft. De voorzitter en zijn zoon, die bij de organisatie betrokken is, waren voor Broer Scholtens niet te spreken voor wederhoor.12 Naar verluidt heeft BATC bij Vektis gedaan gekregen dat er 900 alternatieve behandelaars een AGB-registratie hebben.

RBCZ
Een ander voorbeeld is de alternatieve verenigingskoepel het Register Beroepsbeoefenaren Complementaire Zorg (RBCZ). Bij dit koepel-register kunnen verenigingen van alternatieve behandelaars zich als geheel melden om in aanmerking te komen voor registratie van hun individuele leden.
Voorwaarde is, dat er minstens 50 behandelaren met ‘hbo-niveau’ van zo’n beroepsvereniging lid moeten zijn, ook al is de rest aroma-therapeut, neuropsyrurg of zelfbenoemd magnetiseur.
‘Beroepsvereniging’ is hier dus een misleidende term.

Dochterstichting Tuchtrecht Complementaire Zorg (TCZ) van RBCZ ziet toe op de ‘tucht’ onder de geregistreerden. Ook dit is een misleidende term, het gaat namelijk om een klachtencommissie. TCZ is niet te vergelijken met de in de wet verankerde Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg. Aan het tuchtrecht van die colleges zijn BIG-geregistreerden onderworpen en die colleges kunnen wettelijke sancties opleggen, tot en met levenslang schrappen uit het beroepsregister.

Het RBCZ heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en/of Vektis er echter van kunnen overtuigen dat de geregistreerden voldoen aan de eisen voor een AGB-(Algemene Gegevens Beheer)-code: men moet lid zijn van een ‘beroepsvereniging’ en onderworpen zijn aan een ‘tuchtrecht’. RBCZ is een register van individuele alternatieve behandelaars uit non-transparante beroepsverenigingen met een klachtencommissie, die geen wettelijke sancties kan opleggen. RBCZ behartigt de belangen van 8000 geregistreerden bij Vektis (vgl.: er zijn 8600 huisartsen in Nederland).

Conclusies

De tot 2017 geldende eisen voor AGB-registratie deugen niet, ook niet volgens ZN/Vektis, zij zijn dus als bron voor een algeheel register geheel ongeschikt.

De aangepaste eisen die per 1 januari 2017 zullen gelden zijn eveneens onthutsend:

– De onderwijsinstellingen die gecertificeerd zijn door CPION, zijn gezien hun alternatieve opvattingen ongeschikt om onderwijs in reguliere geneeskunde te geven omdat zij daarmee weinig of niets van doen hebben.

– Het is uitgesloten dat cursisten op grond van PLATO-criteria in tien, twaalf of wat meer dagen basiskennis van de geneeskunde kunnen opdoen zodat zij een pluis/niet-pluisgevoel (‘PNP’) zouden kunnen ontwikkelen.

– ‘PNP’ is niet toetsbaar, en absoluut niet te examineren bij een heterogene groep cursisten van allerhande alternatieve richtingen.

– Van de door CPION gecertificeerde opleidingsinstellingen meldt de helft geen vereist vooropleidingsniveau voor cursisten, op zijn minst de helft neemt geen eindtoets af van enige betekenis en bij de helft berust het geclaimde eindniveau op grootspraak.

– En tenslotte zijn de kwaliteiten van registratie en zogenoemde tuchtcolleges van tenminste twee registrerende koepelverenigingen dubieus.

De toelatingseisen die door ZN/Vektis per 1 januari 2017 voor de AGB-registratie van lekenbehandelaars gaan gelden, garanderen geen veilige beoefening van gezondheidszorg en vormen een voedingsbodem voor misleiding. Zij zijn een gevaar voor de volksgezondheid.

Het AGB-register van Vektis is als bron voor een algemeen register van zorgverleners bij het invoeren van de Wkkgz totaal ongeschikt.

Ronald van den Berg

G.R. (Ronald) van den Berg (geb. 1939 in Indonesië) deed artsexamen in 1965. Gespecialiseerd als zenuwarts, met name voor de psychiatrie (1970). Tevens opgeleid als psychoanalyticus (1976).
Aanvankelijk gedeeltelijk universitair werkzaam (1970-1983) o.m. als hoofd Polikliniek, als universitair docent sexuologie en als supervisor Sexuologische Werkgroep Wilhelmina Gasthuis. 
1972-1989 bestuurder (o.m. voorzitter) van de Ned. Ver. voor Psychiatrie.
1976-1994 geneesheer-directeur psychiatrische instellingen, aanvankelijk gecombineerd met opleiderschap; tevens supervisor individuele psychotherapie, sexuologie en partnerrelatietherapie.
Sedert 1994 arbeidsgerelateerde consultatie en advisering aan individueel werkende professionals, maatschappen en zorginstellingen, tevens praktijk voor psychiatrische psychotherapie (individueel en partnerrelatietherapie).

Gerelateerde artikelen

tijdschrift - 23 augustus 2023

Nog op dezelfde dag waarop de rechter chiropractor Jonk vrijsprak van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bracht de VtdK een persbericht uit, waarin onder andere een beroepsverbod voor chiropractoren werd geëist. De lezers van ons blad kennen de casus ook reeds uit het NTtdK-artikel Onbegrijpelijke vrijspraak na bijna fatale nekmanipulatie door chiropractor. (NTtdK, december […]

artikelen - 13 augustus 2023

De Hormoonpoli in Boxmeer vertoont vele tekortkomingen, oordeelde de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd) na een bezoek aan deze praktijk voor ‘functionele geneeskunde met een holistische visie’.

artikelen - 29 maart 2023

In Preventief Medisch Centrum (PMC) van Robbert Trossèl worden onbewezen behandelingen als chelatietherapie, celtherapie en darmspoeling aangeboden. Trossèl blijkt de Inspectie voor de Gezondheidszorg op zijn dak te hebben gehad.