UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: de Webredactie | Geplaatst: 30 april 2009

Encyclopedie: Toegepaste Kinesiologie

(Engels: Applied Kinesiology, AK) Vorm van *alternatieve geneeskunde die berust op zogenaamde spiertests.

Encyclopedie: Toegepaste Kinesiologie

Het heet ook wel touch for health, actieve balans, en er zijn afgeleide systemen met een beperkter toepassingsgebied, gedragskinesiologie en edukinesiologie geheten. De AK is een vorm van *reflextheorie. De spiertest zelf gaat als volgt. Een van de ledematen (het hoofd, een arm, een been) wordt in een voorgeschreven stand gebracht en dan wordt er in een bepaalde richting tegen geduwd door de diagnosticus. Als de onderzochte persoon dan meegeeft is de zo onderzochte spier ‘zwak’, en als gemakkelijk tegendruk gegeven kan worden is de onderzochte spier ‘sterk’.

De gedachte hierachter is de volgende. In de spieren en pezen zitten receptoren die de uitrekking en spanning van de spier ‘voelen’. Deze zijn onderdeel van een regelsysteem, dat het mogelijk maakt een bepaalde stand van bijvoorbeeld de arm stabiel te houden. De terugkoppelingslus (stand van de arm, receptor, zenuwstelsel, besturing spier, stand van de arm) verloopt voor een deel via het centrale zenuwstelsel. Alles wat effect heeft op het centrale zenuwstelsel zal het goed functioneren van deze terugkoppeling belemmeren. In de verte lijkt dit op wat de neuroloog doet om de ernst van verlammingen (bij bijvoorbeeld hersenbeschadigingen) vast te stellen, door de spierkracht van de patiënt te bepalen, of de kracht links met die van rechts te vergelijken.

Volgens de AK kunnen vele kwalen en geestelijke aandoeningen met behulp van deze spiertests worden vastgesteld. Uiteraard kan de spiertest ook als een soort *leugendetector werken, want elke bewering waar de patiënt het niet mee eens is zal een spierverzwakking teweegbrengen. Medicamenten en voedselallergieën kunnen ook onderzocht worden door de patiënt het spul in een flesje ter hand te stellen en dan een spiertest uit te voeren, en het vaststellen van *hypoglykemie is eveneens een koud kunstje.

De AK is in 1964 ontwikkeld door de Amerikaanse chiropractor (*chiropraxie) George J. Goodheart jr (1918-2008). Een uitvoerige beschrijving vindt men in Applied kinesiology: synopsis (1988) van David S. Walther. Deze ziet het lichaam als een soort hologram. Zoals bekend is een hologram een bijzonder soort foto die op een speciale manier (met een laser) gemaakt moet worden. De informatie van afzonderlijke beeldpunten is uitgespreid over het hele hologram. Een klein stuk van het hologram kan daarom toch het hele oorspronkelijk plaatje oproepen, maar dan waziger. Het hologram is wel gebruikt als een metafoor voor de werking van het geheugen: een herinnering zou meestal niet op één plaats zitten, maar als het ware in stukjes en brokjes over de hersenen verspreid zijn. Walther schrijft dat de ‘principes van de hologramtheorie kennelijk door het hele lichaam verspreid zijn, met betrekking tot input (het zintuiglijke systeem), het centrale zenuwstelsel en de output (lichaamsfuncties), gelijkend op de wijze waarop *Einstein hetzelfde relatieve beginsel in zowel het hele kleine atoom als het universum als geheel aantoonde’. Walther maakt niet duidelijk wat Einstein ermee te maken heeft en waarom het lichaam een hologram is, behalve dat hij losjes opmerkt dat ‘holografieprincipes waarschijnlijk van toepassing zijn op alles wat golven veroorzaakt’. Volgens hem was dit eigenlijk allang bekend, want zeggen we niet wel eens: ‘Ik begrijp je niet, we zitten op een andere golflengte’?

Het holografisch principe verklaart in elk geval waarom de reflextheorie zo ver kan gaan in de ogen van beoefenaars van AK. Lichaamshouding, onderdelen van de schedel, stand van de ogen, de theorie van de *acupunctuur, inclusief de oude Chinese vijfelemententheorie en de meridianentheorie, het idee dat het hele menselijk lichaam is afgebeeld in het oor, voetzoolreflexologie, uiteraard de hele chiropraxie (die meent dat alle kwalen door scheve wervelstanden komen), *Bach-bloesemtherapie, alles hangt met alles samen.

AK biedt ook mogelijkheden tot therapie door de spieren die verkeerd reageren oefening te geven, en uiteraard geeft medicijndiagnostiek in de trant van *elektroacupunctuur ook mogelijkheden voor behandeling.

Problemen met lastige kinderen die niet goed kunnen leren of die dyslectisch zijn, zouden verdwijnen als sneeuw voor de zon bij de AK-therapeut. In Nederland is ten minste één therapeut werkzaam die edukinesiologie toepast en ervan uitgaat dat zeer veel kwalen eigenlijk een gevolg zijn van dyslexie. Onderdeel van de edukinesiologie zijn allerlei wilde speculaties over breinhelften die niet goed zouden samenwerken.

Er zijn bijzonder weinig proeven met AK gedaan, maar de paar die goed zijn uitgevoerd geven negatieve resultaten. De werkelijkheid is dat de spiertesten erg subjectief zijn, dat de relatie tussen therapeut en patiënt en de stemming van het ogenblik de resultaten beïnvloeden.

Een eenvoudig proefje kan duidelijk maken hoe gemakkelijk het voor de therapeut is om de uitslag te beïnvloeden. Laat de proefpersoon de arm horizontaal zijwaarts uitstrekken, met de handpalm naar beneden gericht. De driehoeksspier is nu aangespannen. Leg de hand zonder druk uit te oefenen op de rug van de hand van de proefpersoon. Men kan dan op twee manieren de arm van de proefpersoon naar beneden duwen: ten eerste door geleidelijk harder te drukken en ten tweede door tamelijk plotseling een klein duwtje te geven, even los te laten en dan flink te drukken.

Bij de tweede methode zal door een reflex de spierspanning van de driehoeksspier toenemen, en de proefpersoon zal het gevoel hebben dat gemakkelijk weerstand aan de druk geboden kan worden: een gevoel van kracht. Bij de eerste methode zal die reflex niet optreden en zal de proefpersoon het gevoel hebben dat de arm meegeeft zonder dat daar veel tegen te doen is, een gevoel van slapte dus. Als de proefpersoon een of ander object (een ampul met een homeopathisch middel, een suikerklontje) stevig vastgeklemd tegen de borst drukt, wordt de aandacht naar dat object verlegd en werkt deze ‘spiertest’ nog beter. Hetzelfde werkt ook bij andere spieren dan de driehoeksspier, maar men kan dit trucje het beste oefenen op één spier.

Men kan dit vele malen herhalen zonder dat de proefpersoon het verschil in de gaten krijgt tussen wel of geen duwtje vooraf. De beoefenaren van AK hoeven zich er evenmin duidelijk van bewust te zijn dat ze deze truc toepassen. Net als bij *wichelroedelopers, en gebruikers van de elektroacupunctuur of de *pendel is het mogelijk dat het een ideomotor-effect is (*Carpenter, *Chevreul) dat aangeleerd is op dezelfde manier als het paard *Slimme Hans zijn wonderbaarlijke berekeningen leerde uitvoeren.
 

Literatuur
Barrett, S., en W.T. Jarvis (red.), The health robbers. Buffalo, 1993.
Federspiel, K., en V. Herbst, Die andere Medizin. Berlijn, 1992 (4de druk 1996). 

Uit: Tussen Waarheid en Waanzin: een encyclopedie der pseudo-wetenschappen, door Marcel Hulspas en Jan Willem Nienhuys (vierde herziene druk, De Geus, 2002).

Naschrift maart 2010
Spiertesten worden in allerlei contexten gebruik, en met name in de NAET en de Neuro-Emotionele Integratie van Roy Martina. Inmiddels zijn enkele  proefen met een spiertest gedaan in Nederland, weliswaar niet met AK, maar met de zogeheten O-ringtest (en met voorspelbaar resultaat). Zie bijvoorbeeld : Bronwater of Brak water.

 

 

de Webredactie

Gerelateerde artikelen

artikelen - 23 februari 2024

Buitenlandrubriek met o.a.: Vraag naar Australische wichelroede-lopers neemt toe / Welke therapie gaat homeopathie-liefhebber Koning Charles gebruiken?

artikelen - 17 januari 2024

De bijscholingscursus ‘completere’ tandarts van bedrijf Bio-basics stroomt over van kwakzalverij zoals acupunctuur en ozontherapie.

tijdschrift - 15 januari 2024

Symposiumverslag: Mogelijkheden en beperkingen van fysiotherapie.