UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Bas Heijne | Geplaatst: 05 maart 2002

De triomf van de wetenschap

Het heeft even geduurd voordat ik erachter kwam, maar de dagelijkse horoscoop in De Telegraaf heeft het altijd bij het juiste eind – tenminste voor mij, een Steenbok. Of het voor andere Steenbokken ook opgaat, ik denk het niet, want de korte boodschappen lijken op mijn specifieke situatie geschreven, en je maakt mij niet wijs dat een twaalfde van de wereldbevolking er precies zo aan toe is…

Actieblad januari 2002 jaargang 113, nr.1.

Astrologie heeft me altijd koud gelaten, andere horoscopen lees ik niet, maar deze verliest zich niet in vage algemeenheden waar iedereen wel iets bij kan bedenken: hij zegt dat ik op reis ga, als ik ook werkelijk ga, dat ik voor een belangrijke beslissing sta, als dat ook echt het geval is, als me een financiële meevaller wacht, dan is dat zo, en wanneer er romantiek voor mij in de sterren staat, neem ik voor de zekerheid een tweede douche. In de coffeeshop waar ik iedere dag kom, sla ik meteen even de horoscooppagina op.

Het klopt altijd.
Zet een pistool tegen mijn borst en vraag me of ik er ook werkelijk in geloof, en ik zal meteen ontkennen. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs te vinden voor astrologie, integendeel, je kunt vrij gemakkelijk bewijzen dat het onzin is. De berekeningen waarmee een horoscoop totstandkomt, weerspiegelen op geen enkele overtuigende manier de werkelijke stand van de planeten. Astrologie is filosofie voor de armen van geest.

Ik weet het – en toch altijd even kijken
De Engelse wetenschapsschrijver Richard Dawkins zet dat pistool tegen mijn borst. In zijn boek Unweaving the Rainbow neemt hij een hoofdstuk lang de moeite om het geloof in astrologie met argumenten te bestrijden. Met een aandoenlijke vertwijfeling vraagt hij zich af waarom zo veel mensen hun geest toch altijd weer vergooien aan pseudo-wetenschappen, aan nepnoties en dwaze wichelarij. De wetenschap zelf, luidt de kern van zijn, betoog, biedt genoeg stof voor onze verbeelding.

Wie zijn geest laat voortborduren op de ontdekkingen over ons heelal die de astronomie gedaan heeft, krijgt een veel rijker idee van zijn eigen menszijn, dan door kleinzielige openbaringen van astrologen. Een mens zou zich juist moeten verheugen in een schepping zonder God of Noodlot, hij zou de oneindige verscheidenheid van het heelal moeten bezingen in poëzie. De cyclus van geboorte en vergankelijkheid, de wetenschap dat je zelf niet meer dan een zeer tijdelijk organisme bent in een machtig gecompliceerd geheel, zou een bron van vreugde en verwondering moeten zijn. Niks horror vacui, de wereld is een wonder.

Ik vat Dawkins’ betoog met opzet in nogal evangelische woorden samen, want het is nadrukkelijk zijn bedoeling om wetenschap en poëzie met elkaar te verbinden. Inzet van Unweaving the Rainbow is de uitspraak van de dichter Keats dat Newton met zijn ontdekking van het prisma het spontane wonder van de regenboog teniet heeft gedaan. ‘Do not all charms fly / At the mere touch of cold philosophy? / There was an awful rainbow once in heaven: / We know her woof, her texture; she is given / In the dull catalogue of common things.’

Nee, roept Dawkins, de wetenschap rekent niet af met het mysterie, de verwondering en vooruit, de mystiek. Wetenschap komt juist uit die gevoelens voort. Ze is niet koud en zakelijk, niet antipoëtisch. Alleen moet de poëzie wel kloppen. Volgens Dawkins is poëzie die beelden gebruikt die wetenschappelijk onzinnig zijn, slechte poëzie; omgekeerd is wetenschap die zich van foute dichterlijke analogieën bedient, slechte wetenschap. Hij pleit voor wat ik maar de rationele verbeelding zal noemen: de mens maakt zich een voorstelling van zijn plaats in de wereld, maar houdt zich daarbij aan de beschikbare feiten. Je kunt jezelf dus gerust zien als onderdeel van een kosmisch proces, zonder dat je ook werkelijk onderzoek naar zwarte gaten gaat doen.

Je moet alleen niet aankomen met het Aquarius-tijdperk. Vandaar Dawkins’ ergernis over het succes van een televisieserie als The X-files, waarin de wetenschap steeds weer gebruikt wordt om iets te legitimeren wat niet wetenschappelijk bewezen is: het bestaan van paranormale verschijnselen en buitenaardse wezens. Het is weliswaar fictie, maar fictie die zo vaak hetzelfde ‘bewijst’, dat de grens tussen verbeelding en werkelijkheid niet meer zo gemakkelijk te trekken valt. Al heel snel krijg je de indruk dat het wel geen onzin zal zijn, die aanwezigheid van aliens in onze werkelijke wereld. Dawkins ziet er de tragische teloorgang van het prachtige genre van de science fiction in.

Hij kan het maar niet begrijpen. Waarom doen mensen zo? Omdat ze de schijn zoeken. Dawkins maakt een denkfout die misschien bij uitstek aan wetenschappers is voorbehouden: dat wetenschap en irrationaliteit elkaar uitsluiten. Maar het eerste versterkt nu juist het tweede. Overal zie je dat naarmate de mens verstandiger en pragmatischer wordt, hij als vanzelf een vrijplaats voor zichzelf schept waar hij onlogisch en onverstandig kan zijn. Iedere aangetoonde waarheid roept een ‘alternatieve’ waarheid op. Het succes van The X-files bewijst helemaal niet dat men de koele, rationele wereld van de wetenschap in twijfel trekt. Integendeel, het onderstreept juist de triomf ervan.

De ontwikkeling van de technologie gaat hand in hand met irrationele impulsen. Het mooiste voorbeeld dat ik ken is het internet, het product van de nieuwste technologische kennis. Waar wordt het voor gebruikt, behalve voor informatieoverdracht? Voor bizarre fantasieën, verzonnen complottheorieën, schijnopenbaringen, en krankjorumme theorieën over de mens en het heelal. Dat al die fantasie meestal een pseudo-wetenschappelijke taal nodig heeft om de schijn van geloofwaardigheid te wekken, toont alleen maar aan hoe groot het geloof in de wetenschap is. Anders zouden er wel toverspreuken worden gebruikt. Zelfs ons bijgeloof is wetenschappelijk geworden.

Keats had ongelijk, maar op een andere manier dan Dawkins’ denkt. De ontdekkingen van Newton betekenden niet het einde van de verbeelding en de poëzie, maar een begin ervan. De Romantiek was een reactie op de Industriële Revolutie, het oeuvre van Keats een reactie op de ontdekkingen van Newton. Als stroming was de Romantiek antirationeel, ze stond vijandig jegens de koele berekening van de wetenschap. Heeft ze de Industriële Revolutie tegengehouden?

Ik heb me altijd verbaasd over mensen bij wie een rood waas voor de ogen trekt, wanneer anderen beweren het Licht gezien te hebben, het Raadsel van de Piramiden te kunnen ontsluieren, of zojuist een emotioneel gesprek met een dolfijn achter de rug te hebben. Net als over hun woede jegens mensen die hardop zweren bij alternatieve geneeswijzen, maar die zodra de eerste echte bloeding optreedt, zichzelf vliegensvlug in de armen van de westerse medische wetenschap storten. Deze laatsten zijn ondankbaar, hun stelligheid irriteert, maar ze bevestigen eerder de hegemonie van het rationale denken dan dat ze die bedreigen.

Dat gaat ook op voor zo veel hedendaagse dwepers met godsdienstigheid: zij verschillen van de traditionele gelovigen omdat hun ‘geloof’ voortkomt uit het niet kunnen leven met hun ongeloof. De meesten zijn semigelovigen. Zet ze een pistool tegen de borst en alle hersenschimmen vervliegen ter plekke. De enkeling bij wie verbeelding en werkelijkheid wél samenvallen, eindigen meestal bij een zelfmoordsecte met een echt pistool in zijn hand. Precies dat maakt de horoscoop in De Telegraaf voor mij zo aantrekkelijk: ik weet dat ik er eigenlijk niet in kan geloven. Die missie van Dawkins’ lijkt me een fraaie illusie, omdat wetenschappelijke poëzie een onmogelijkheid is. Zoals de wetenschap zichzelf heeft laten opzwepen door een aversie jegens bijgeloof, zo heeft de fantasie zich heel vaak laten inspireren door haar afkeer van de wetenschap. Als die gespletenheid onterecht is, dan is hij in ieder geval ook onuitroeibaar en menselijk. Ik heb deze regels voorgelezen aan mijn kat. Ik voel dat hij er net zo over denkt.

Bas Heijne

Dit essay is opgenomen in De wijde wereld (Bas Heijne; Uitg. Prometheus, 2000)

Nieuwsbrief

De Digitale Nieuwsbrief van de VtdK houdt u regelmatig op de hoogte van nieuwe artikelen op deze site.

 

Bas Heijne

journalist

Gerelateerde artikelen

artikelen - 25 maart 2024

Buitenlandrubriek met o.a.: Vier op de tien Zweden geloven in paranormale zaken / Indiaas ayurvedisch topmerk mag geen reclame meer maken.

artikelen - 26 januari 2022

Buitenlandrubriek met o.a.: Meerderheid jonge Canadezen gelooft in astrologie / Amazon verkoopt berg pseudowetenschappelijke artikelen.

tijdschrift - 14 augustus 2021

Wat doe je als een patiënt om homeopathische behandelingen vraagt? VtdK-voorzitter Nico Terpstra reageert op bevindingen van wetenschappers.