Door: Ronald van den Berg | Geplaatst: 02 augustus 2018

Laat de inspectie “ET-healer” Chagaï Katz zijn gang gaan?

Aliën-healer Chagaï Katz ‘hielp’ een jongen die zei door aliëns belaagd te worden en later zelfmoord pleegde. Wat doen de instanties?

Laat de inspectie “ET-healer” Chagaï Katz zijn gang gaan?

In februari 2018 vond een tragische zelfmoord plaats. Het betrof een jongeman die – naast zijn reguliere behandeling – ook een aantal contacten had met een zekere Chagaï Katz. De overledene meende, zoals hij het zelf in een mail aan Katz had uitgedrukt, “op spiritueel, emotioneel en geestelijk niveau gemanipuleerd te worden door aliens”.

Katz is een Engels sprekende Israëliër die zich in 2015 in Nederland vestigde als healer, coach en trainer voor privépersonen en bedrijven. Hij was oorspronkelijk ambulancebroeder. Waarom hij uit Israël naar Nederland is gekomen is onduidelijk. Was er wat anders aan de hand of is hij alleen maar afgekomen op het welwillende Nederlandse klimaat jegens kwakzalverij?

Zoals bekend mag immers elke leek sinds de wet BIG van 1993 in ons land gezondheidsdiensten aanbieden als men zich maar niet ten onrechte uitgeeft als lid van een “BIG-erkende beroepsgroep” (apotheker, arts, psychotherapeut, tandarts etc.). Die titelfraude is strafbaar. Katz kon hier zijn gang gaan.

Hij praktiseert volgens zijn website onder meer in Eindhoven, Utrecht, Amersfoort en Breda. In februari 2018 stond op de website van Katz vermeld (citaat): “Chagaï Katz is de meest bekende ET-healer ter wereld. Sinds 2000 werkt hij nauw samen met een team van liefdevolle buitenaardsen”. Met die niet-bestaande wezens meent Katz in contact te kunnen treden om vooral mensen met medische problemen te helpen. Hij heeft het over zijn “medische ET-team”.

De overleden jongeman hoopte waarschijnlijk door Katz en zijn “team van welwillende extraterrestrials” verlost te worden van zijn vermeende kwaadaardige aliens. In een mail aan de overledene meldde Katz zijn tarief: contant € 90,- voor een zitting van 50 minuten; telefonisch consult is ook mogelijk, er is dan een korting.

De moeder van de overledene vindt dat Katz een rol heeft gehad bij de zelfmoord van haar zoon. Ze vindt hem een gevaar voor de volksgezondheid en wil dat hij juridisch gestraft wordt en dat zijn praktijk wordt gesloten. Na overleg met enkele bestuursleden van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, meldde de moeder het drama bij de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd), waarin de voormalige IGz (Inspectie Gezondheidszorg) is opgegaan. Ze deed tevens aangifte bij de politie. Dit stuk verhaalt hoe het haar is vergaan.

IGJ reageert bureaucratisch

Bij eventuele (mede-)verantwoordelijkheid van een kwakzalver bij zelfmoord mag verwacht worden dat de IGJ, net als bij een reguliere behandelaar, direct een onderzoek instelt. De IGJ had bijvoorbeeld een blik kunnen werpen op Katz’ website om te kunnen constateren dat de man wanen en wellicht ook hallucinaties heeft die voor zijn klanten gevaarlijk kunnen zijn, zeker als die óók geloven in het bestaan van buitenaardse wezens. Niets van dit alles. De moeder werd in een telefoongesprek met de IGJ verwezen naar een klachtencommissie. Een mager resultaat: zij moest zich “volgens de regels” eerst maar wenden tot de klachteninstantie van de behandelaar, werd haar gezegd. Dit is niet passend en ook niet verplicht bij zo’n dramatisch gebeuren.

Alle behandelaars, ook alternatieve (lees kwakzalvers), dienen volgens de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ, ingevoerd in oktober 2016) aangesloten te zijn bij een klachteninstantie. Zo’n klachtencommissie kan pas in actie komen als er een gesprek is geweest tussen de klager en de behandelaar. De commissie kan bovendien niet veel: zij kan bijvoorbeeld de praktijken van een kwakzalver niet sluiten en slechts met wederzijds goedvinden een schikking treffen tussen klager en behandelaar. Eventueel kan aan de klager een smartengeld worden toegekend tot maximaal € 25.000,-.

De klager moet tevoren wél akkoord gaan met de uitspraken van zo’n klachteninstantie, en verbindt zich daarna niet naar de rechter te gaan. Een klager kan dus niet meer naar de rechter als hij/zij heeft getekend voor schikking door een klachteninstantie.

Het ging de moeder natuurlijk niet om smartengeld. Zij wilde de vrijheid houden om naar de rechter te gaan. Zij was bovendien, na wat zij had doorgemaakt, niet in staat, noch gemotiveerd om – alvorens zich tot een klachtencommissie te wenden – met Katz in gesprek te gaan.

Katz bleek overigens helemaal niet aangesloten te zijn bij een klachteninstantie. Dat veranderde razendsnel na de melding bij de IGJ: “heeft men klachten over Katz dan kan men nu terecht bij Klachten Portaal Zorg (KPZ)”, mailde hij aan het bestuur van onze vereniging. Hij paste ook zijn website aan. Zo verdween bijvoorbeeld Katz’ claim wereldwijd bekend te zijn. Hij vermeldt nu de mogelijke gang naar KPZ.

Op de website staat ook een schijnheilig stukje te lezen onder het item ‘behandeling’ (ET-healingen): “Ik respecteer in hoge mate het werk van de artsen en andere medische behandelaars. Mijn advies is om nooit een lopende behandeling te staken of te verminderen vanwege mijn behandelingen”. Jaja, met onzin-aliens “medische problemen” behandelen en dan deze vrome praat! Katz heeft zich natuurlijk gewoon op zijn website razendsnel ingedekt om in geval van een Inspectie-onderzoek vrijuit te gaan. Zijn klant is overleden en kan hem niet tegenspreken. En Katz kan bij onderzoek verwijzen naar zijn website.

De IGJ in weigermodus

Katz heeft met zijn ET-behandelingen natuurlijk geen beroepsvereniging. KPZ is een klachteninstantie voor alternatieve behandelaars zonder eigen beroepsvereniging. Wij uitten bij de voorzitter van KPZ onze verbazing over de verwijzing van de melder door de IGJ naar een klachteninstantie bij zo’n ernstige zaak als zelfmoord. Deze reageerde als volgt: “Bij ernstige situaties zoals u die beschrijft is het toegestaan de klacht rechtstreeks voor te leggen aan de geschillencommissie (dus zonder eerst een gesprek met de behandelaar te hebben, vdB). De klager kan dan ook melding doen bij de inspectie en aangifte doen bij de politie.”

De moeder van de overledene bracht daarom, op gezag van KPZ, de healer Katz opnieuw aan bij de IGJ. Het bestuur van onze vereniging telefoneerde bovendien wegens de aanhoudende onduidelijkheid met het hoofd van de afdeling alternatieve behandelwijzen van de IGJ. De moeder werd daarna per mail toegezegd dat de melding nader onderzocht zou worden door de IGJ. Dat was overigens nadat haar tevoren telefonisch was gemeld dat zij toch echt eerst contact moest opnemen met KPZ. Het lijkt er op dat de IGJ de hete aardappel wilde doorspelen en met moeite de bureaucratische weigermodus heeft losgelaten.

De moeder van de overledene was zeer te spreken over haar aangifte bij de politie. Er was volgens haar bij deze aangifte, anders dan bij de IGJ, een betrokken en aandachtige sfeer. De aangifte leidde tot een nader, acht uur durend verhoor van de beide ouders in begin juni. De moeder meldde ons dat het een zeer uitputtende dag was geweest. Bij het gesprek was ook een medewerker van het Bureau Opsporing en Boetes (BOB) van de IGJ aanwezig. De moeder meldde ook dat er naar haar idee meer belangstelling leek te zijn voor de opnames en behandelingen van haar zoon in psychiatrische behandelcentra dan voor de rol van de ET-healer Chagaï Katz.

Geen strafvervolging voor Katz

Op 26 juli 2018 kreeg de moeder het bericht dat het Openbaar Ministerie niet tot vervolging zal overgaan omdat de Officier van Justitie na overleg met het Expertisecentrum Medische Zaken (de juridische vraagbaak van het O.M. in medische strafzaken) geconcludeerd had dat er “geen begin is van vermoeden op een strafbaar feit”. De Officier motiveerde dat als volgt: “de overledene had maximaal drie keer contact gehad met Katz en het laatste contact dateerde van oktober 2017, de zelfmoord van half februari, dus een direct verband is niet aantoonbaar” (Commentaar van de auteur van dit stuk: van drie keer is bekend dat er contact is geweest. Het is niet zeker dat er niet meer contacten waren en ook niet of die na oktober waren. Katz “behandelt” bovendien ook telefonisch en telefoontjes zijn moeilijk te controleren. vdB).

“Daarnaast”, aldus de Officier, “is er ook geen aanwijzing dat Katz gezegd heeft dat de overledene zijn medicatie niet in moest nemen. Het feit of het vermoeden dat Katz de overledene had bevestigd in zijn overtuiging dat hij geen psychose had, maakt nog niet dat Katz zich schuldig maakt aan een strafbaar feit”. (Commentaar van de auteur van dit stuk: hij schoot in dat geval wel tekort in zijn zorgplicht, en het is curieus dat dat niet strafbaar zou zijn, waar artsen, psychotherapeuten, notarissen, accountants, bankiers en andere beroepsgroepen dat wél zijn als zij tekortschieten in hun zorgplicht; kwakzalvers gaan daarbij kennelijk vrijuit).

Het O.M. vervolgt: “de feiten en omstandigheden zoals beschreven in de aangifte meende het Openbaar Ministerie niet te kunnen kwalificeren als een strafbaar feit. Dit betekent dat de aangifte verder niet strafrechtelijk onderzocht gaat worden”. De ouders werden 8 uur verhoord. Katz wordt niet nader onderzocht en gaat juridisch vrijuit.

Van het kastje naar de muur

De zaak is nu terugverwezen naar de IGJ, naar een afdeling die belast is met kwaliteitsbewaking van de zorg. Deze afdeling had natuurlijk ook meteen na de melding een onderzoek kunnen beginnen: het betreft immers een alternatieve behandelaar, die op zijn website meldt wanen te hebben en wellicht hallucinaties. Hij kan daarmee zijn klanten lelijk op het verkeerde been zetten, zeker als die zelf ook in de war zijn. Maar ook nu nog kan de vraag beantwoord worden of het wellicht gewoon gaat om een niet-psychotische, gewiekste zakenman die zich, zonder daartoe te zijn opgeleid, begeeft in de psychische problemen van mensen die geloven in aliens.

Gevreesd moet echter worden dat de IGJ zich klakkeloos houdt aan het standpunt van de IGz van begin 2017. Naar aanleiding van de toen recente Wet Klachten, Kwaliteit en Geschillen Zorg zette de IGz op haar website in januari 2017 de mededeling dat de IGz (nu IGJ) zich niet zou bezighouden met de kwaliteit en de werkzaamheid van behandelingen van alternatieve behandelaars maar uitsluitend zou ingrijpen als er sprake zou zijn van een misstand. En de IGz zou zelf bepalen of iets een misstand is. Dus kon de IGz naar believen de al eerder genoemde weigermodus aanzetten.

De IGz-website van 2017 is na de naamswijziging van IGz in IGJ in 2018 vervallen. Het standpunt van IGz/IGJ helaas niet. Een schrijnend voorbeeld van dit standpunt is de voormalige arts Broekhuyse, die nu als alternatief behandelaar hetzelfde doet als in zijn artsentijd. Hij werd voor zijn praktijkvoering als arts nota bene rechterlijk gestraft, hij werd uit zijn beroep gezet en hij moest zijn praktijk sluiten. De feiten zijn echter anders: Broekhuyse zet zijn praktijk gewoon voort als alternatief behandelaar en hij mag van IGJ gewoon zijn gang gaan. De IGJ vindt kennelijk dat het hier geen misstand betreft.

Is de praktijkvoering van Katz een misstand?

De vraag is of er bij de praktijkvoering van Katz volgens IGJ sprake is van een misstand. Rationeel gesproken is dat wel degelijk het geval: -Wanneer een regulier arts of psychotherapeut lijdt aan wanen en/of hallucinaties is er een gevaar voor de volksgezondheid. De Inspectie grijpt dan in en sluit de praktijk.

Kwakzalver Katz gelooft in buitenaardse wezens die hij meent te kunnen mobiliseren om mensen te behandelen. Dat is een idee dat strijdig is met de realiteit: een waan. Als hij met deze buitenaardsen in contact treedt en waarneemt wat ze hem mededelen, lijdt hij ook nog eens aan zintuigelijke waarnemingen die niet overeenkomen met de realiteit: hallucinaties.

De gehele praktijkvoering van Katz berust dus op wanen en hallucinaties. En dus is er rationeel gesproken sprake van een psychose die een gevaar kan vormen voor zijn klanten. Zijn praktijk dient daarom gesloten te worden. Wij zijn erg benieuwd of IGJ daartoe overgaat.

Naschrift 1 maart 2019

En ja, Chagaï Katz mag van de Inspectie doorgaan met zijn verzinsels over “welwillende medische extra-terrestrials”. Heel treurig.

Wij brachten hierboven uitgebreid verslag uit van de lijdensweg die de meldster moest gaan voordat zij de Inspectie in gang kreeg nadat haar zoon in februari 2018 om het leven kwam door zelfdoding.

Samenvattend: weigermodus

Onmiddellijk na de melding schoot IGJ in de weigermodus en probeerde de melding herhaaldelijk af te schuiven naar Katz’ klachtencommissie. De directrice van de klachtencommissie merkte terecht op dat een zo ernstige melding aandacht moest krijgen van de Inspectie. De Inspectie aanvaardde die taak schoorvoetend, mede na een dringend telefoongesprek van onze voorzitter.
Eerst zocht de Inspectie steun bij het Openbaar Ministerie (O.M.), omdat er ook aangifte was gedaan bij de politie. Er werd dus een gezamenlijke zitting van een Officier van Justitie met de Inspectie georganiseerd. Daarbij werden de ouders van de overledene gedurende acht uur gehoord. Katz niet, want de Officier van Justitie was van mening dat niet bewezen kon worden dat Katz schuld had aan de dood van de overledene.

Toch nog een onderzoek van de Inspectie zelf

Ter afronding nam de Inspectie de zaak toch nog zelf ter hand. Uit de brief van de Inspectie aan de meldster citeren wij enkele passages:

-Vooropgesteld schrijft de Inspectie : “Het aanbieden van alternatieve, niet wetenschappelijk bewezen therapieën in Nederland is vrij”. En ook meent de Inspectie: -“Alternatieve behandelwijzen zijn grotendeels gebaseerd op eigen ervaringen of op eigen overtuiging van de betreffende behandelaar. De Inspectie heeft daarom (hoezo “daarom”? – red.) geen oordeel over (de werkzaamheid van) alternatieve therapieën, uitgezonderd over therapieën die in zich evident schadelijk zijn en daarom een evident gevaar opleveren voor de volksgezondheid”.

De Inspectie bepaalt dus vrijblijvend wat de vage term “in zich” inhoudt.
In de brief wijst de Inspectie verder nog nadrukkelijk op de mening van het O.M., dat niet is vast te stellen of Katz schuld heeft aan het overlijden van zijn cliënt.

Bevindingen van de Inspectie; drogredeneringen

De Inspectie heeft wel nog een bezoek gebracht aan Katz in een van zijn praktijkruimtes. Daarover schrijft de Inspectie: “De alternatieve methodes van Katz zijn niet gericht op diagnostiek of behandeling, maar alleen gericht op de versterking van (veronderstelde) zelfgenezende vermogens van de cliënt.”

En ook: “ET-healing bestaat uit het doorgeleiden naar de cliënt van buitenaardse energie in een rustgevende, meditatief-achtige setting” en “Dat gebeurt bij alle cliënten zo, en is niet gespecificeerd naar mogelijk aanwezige ziektes.”

De Inspectie bedoelt hier wellicht dat er door Katz niet gelet wordt op de ernst van de klachten en/of de lichamelijke- of geestestoestand van de cliënt.

Wij vinden dat zonder meer erg gevaarlijk. De Inspectie niet, die komt tot de volgende merkwaardige constatering: “Omdat (hoe zo “omdat”? – red.) voor de ET-healer diagnose en behandeling los van elkaar staan zijn er ook geen aanwijzingen gevonden dat de ET-healer cliënten, en in het bijzonder (de overledene), afhoudt van reguliere diagnostiek en behandeling.”

Zoals hierboven het woord “daarom” tot een drogredenering leidt, is dat nu ook weer het geval met “omdat”. Er is immers geen enkele oorzakelijke samenhang tussen het “los staan van diagnose en behandeling” en het “afhouden van reguliere hulp”.

Conclusie van de Inspectie

In haar conclusie praat de Inspectie het O.M. na, en meldt dat “niet vast te stellen is dat het optreden van de ET-healer geleid heeft tot schade van de overledene.”

En ook “is niet vastgesteld dat de ET-healer …(de overledene) heeft afgehouden van reguliere zorg”.
En verder: “De Inspectie heeft de ET-healer erop gewezen dat zijn methode bij een bepaalde groep kwetsbare cliënten van invloed kan zijn op hun ziektebesef en daarmee mogelijk op het ziekteverloop. En dat het in dit kader van belang is een goede inschatting vooraf te maken of deze alternatieve methode kan worden ingezet”.

Wij betwijfelen of iemand die zijn brood verdient met geloof in aliens (en er mogelijk zelfs zelf in gelooft) wel zo‘n “goede inschatting” wil en kan maken.

Kennelijk hield Katz overigens ook geen dossiers bij van zijn cliënten, want daarover kreeg hij van de Inspectie te horen dat dat wél nodig is.

Wij constateren dat geen psychiatrische expertise is gevraagd. De invloed van alienhealing op kwetsbare cliënten zou daarbij wel eens heel wat zwaarder kunnen worden ingeschat dan de Inspectie meent.

De eindconclusie van de Inspectie: “De Inspectie constateert dat de ET-healer -voor zover van toepassing- op deze punten van de casus heeft geleerd en heeft er vertrouwen in, dat hij ten aanzien van het bovenstaande zijn handelen aanpast.”

Onze eindconclusie: Hoe kan de Inspectie zulk “leren” vaststellen? Naïever kan het niet. Katz kan gewoon doorgaan met zijn alienhealing. Heel treurig.

Ronald van den Berg

G.R. (Ronald) van den Berg (geb. 1939 in Indonesië) deed artsexamen in 1965. Gespecialiseerd als zenuwarts, met name voor de psychiatrie (1970). Tevens opgeleid als psychoanalyticus (1976).
Aanvankelijk gedeeltelijk universitair werkzaam (1970-1983) o.m. als hoofd Polikliniek, als universitair docent sexuologie en als supervisor Sexuologische Werkgroep Wilhelmina Gasthuis. 
1972-1989 bestuurder (o.m. voorzitter) van de Ned. Ver. voor Psychiatrie.
1976-1994 geneesheer-directeur psychiatrische instellingen, aanvankelijk gecombineerd met opleiderschap; tevens supervisor individuele psychotherapie, sexuologie en partnerrelatietherapie.
Sedert 1994 arbeidsgerelateerde consultatie en advisering aan individueel werkende professionals, maatschappen en zorginstellingen, tevens praktijk voor psychiatrische psychotherapie (individueel en partnerrelatietherapie).

Gerelateerde artikelen

artikelen - 05 november 2024

Lichtkamer EESystem, overgewaaid uit de VS, zou kanker genezen, beweert acteur Christophe Haddad. Het is kwakzalverij.

artikelen - 24 oktober 2024

Buitenlandrubriek met o.a.: Maker van ongeregistreerd stamcelmedicijn uit navelstrengbloed, is veroordeeld / Britse natuurgenezeres verliest bevoegdheid.

artikelen - 22 oktober 2024

Fleur Agema, de minister van Volksgezondheid, gelooft in de kwakzalverijmethode NEI.