UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Jan Willem Nienhuys | Geplaatst: 04 augustus 2010

Encyclopedie: Kwakzalversmiddelen tegen kanker

Hieronder staat een lijst met ruim 40 alternatieve kankertherapieën.

Elders staat een
algemene inleiding over kankerkwakzalverij. Andere overzichten betreffen
diëten
tegen kanker, typische
kruidenmiddelen tegen kanker,
apparaten en
psychologische en paranormale behandelingen
van kanker en een lijst van
onbetrouwbare (alternatieve) kankertests
.

Een kort overzicht:

714-X van Gaston Naessens
Aminomics
Antineoplastons
Aqua Tilis
Artemisinine
Autologe immuuntherapie volgens Kief
Béres druppels
Bio-immuuntherapie volgens Tallberg
Kees Boegem (zouttherapie)
CanCell, ook wel genoemd Entelev of Protocel of Cantron
Cesiumchloride
Coley-therapie
Coral Calcium
Luigi Di Bella
Dichloorazijnzuur (DCA)
Galavit
GEIPE
Robert Gorter
Govallo-therapie (VG-1000)
Haaienkraakbeen
Ryke Geerd Hamer
Holts radiogolftherapie
Hoxsey-therapie
Hydrazinesulfaat
Immuno-augmentative therapy (IAT)
Induced Remission Therapy (IRT)

Insulin Potentiation Therapy (IPT)
Intracellular Hyperthermia Therapy (ICHT)
Jomanda
Jomol
Krebiozen
Laetrile
Metabolische therapie volgens Manner
Miracle Mineral Supplement
Naltrexon in lage doses (LDN)
NeyTumorin
Recancostat compositum
Revici-therapie
Schapenluizen
Simoncini-therapie (natriumbicarbonaat)
Squaleen
Ukrain
Ureumtherapie
Vitamine C
Zalf

714-X: Een in Canada verkrijgbaar antikankermiddel ontwikkeld door de in Frankrijk geboren en in Canada wonende Gaston Naessens (1924 -). Naessens is diverse malen veroordeeld wegens illegale uitoefening der geneeskunst en dood door schuld. 714-X bestaat uit een mengsel van kamfer, salmiak, keukenzout, nitraat, alcohol en water. De veronderstelde werking berust op een theorie van Naessens over het stikstofmetabolisme en op de achterhaalde ideeën van Béchamp en Enderlein over de onderlinge transformaties tussen allerlei soorten micro-organismen. Gaston bouwde ook een speciale donkerveldmicroscoop om alleen door hem waarneembare organismen, de somatiden, te bekijken. Zie ook Fanciful Claims for 714X op de site van Quackwatch.

Aminomics: dit is een bedenksel van een beruchte Canadese kwakzalver William O’Neill (een amateur-wiskundige en computeradviseur met een bedrijfskundediploma), oprichter van de kwakzalversorganisatie Canadian Cancer Research Group (CCRG), en gepropageerd door de Immune System Management Inc. (ISM), eveneens opgericht door dezelfde O’Neill. Aminomics zou sinds 1992 bestaan, en is gebaseerd op de volgende aannamen: kanker is een verkeerd functioneren van het immuunsysteen (fout), afwijkingen in het immuunsysteem komen door afwijkingen in eiwitten (nou, nou), eiwitten bestaan uit aminozuren (klopt), ‘dus’ ziekte moet bestreden worden door voor de goede hoeveelheden supplementen en aminozuren te zorgen, kortom een krankzinnige theorie plus orthomoleculaire therapie. De inspiratie hiervoor zou begonnen zijn toen O’Neill zijn 12 jaar oude zoontje Liam in 1998 van kanker wist te genezen. Het zoontje had een operatie, bestraling en chemotherapie gehad, dus dat het joch genas was niet zo wonderlijk.

Antineoplastons

: de Pools-Amerikaanse arts Stanisław Rajmund Burzyński (1943 -) ontdekte dat in het bloed en de urine van kankerpatiënten bepaalde peptiden (korte aminozuurketens) en omzettingsproducten (meer in het bijzonder een afbraakproduct van fenylalanine) daarvan minder voorkwamen dan bij gezonde personen. Hij concludeerde (1976) dat deze stoffen dus een werking tegen kanker hebben. Een duidelijk bewijs voor dit op zich al onaannemelijke idee is niet geleverd. Zie verder Quackwatch en het Wikipedia-artikel.

Aqua Tilis: zie voor deze sauna-kruidentherapie het encyclopedie-artikel op deze site.

Artemisinine: (Engels: artemisinin) is een geneesmiddel tegen malaria, dat door sommigen wordt aanbevolen als antikankermiddel. Het idee is onder meer dat het in sommige typen kankercellen als oxidant kan fungeren. Pogingen om hier bewijzen voor te vinden hebben gefaald, maar men geeft de moed nog niet helemaal op, zie de Engelse Wikipedia en ‘Ed’s Guide‘.

Autologe immuuntherapie volgens Kief: Dit is een soort eigenbloedtherapie, in 1986 bedacht door de Duitse arts en Reich-gelovige Horst Kief (1940 -). Dit zou niet alleen tegen kanker helpen, maar ook tegen astma, atopische dermatitis, allergie, psoriasis en reuma. Uit bloed en urine van de patiënt worden met behulp van ozon speciaal voor die patiënt geschikte middelen bereid. Er is geen bewijs van werkzaamheid. Of het immuunsysteem opschiet met deze therapie is dubieus, maar het immuunsysteem richt hoe dan ook weinig uit tegen kanker. Zie ook Esowatch.

Béres druppels: Hongaars mineralensupplement, in 1979 bedacht door de landbouwchemicus József Béres. Zie verder het aparte Encyclopedie-artikel.

Bio-immuuntherapie volgens Tallberg: ook wel genoemd Actieve Patiëntspecifieke Immuuntherapie, in de jaren 1960 bedacht door de Finse arts Thomas Tallberg (1934 -). Deze therapie bestaat uit twee delen: een ‘antikankervaccin’ bereid door kankercellen van de patiënt zelf met dendritische cellen te incuberen plus een soort orthomoleculaire therapie. De gedachte is dat kanker veroorzaakt wordt door een afwijking van de mitochondriën, de celdelen waar door verbranding van suiker ADP of AMP in ATP wordt omgezet (een achterhaalde theorie) plus een gebrek aan bepaalde sporenelementen. Deze therapie geldt als onbewezen. Zie Esowatch.

Boegem, Kees: De Hilversumse kwakzalver Kees Boegem (1956 -) bedacht een zouttherapie tegen kanker op basis van de observatie dat losse cellen in een bakje niet tegen zout kunnen. Elders op deze website staat uitgelegd waarom dit een onzinnig idee is.

CanCell, ook wel genoemd Entelev of Protocel of Cantron: antikankermiddel dat aan de Amerikaanse scheikundige James Sheridan (1912 – 2001) in een droom geopenbaard is. Het was een concoctie van tamelijk eenvoudige chemicaliën. Behalve tegen kanker zou het ook werken tegen aids, artritis, diabetes en lupus erythematosus. De ontdekker beweerde dat 80 procent van zijn patiënten genas. In 1993 werd het hem en een collega-kwakzalver door de rechter verboden zijn middel nog langer te verkopen. Zie Quackwatch voor meer details.

Cesiumchloride: (Engelse spelling caesium chloride) deze stof zou nadat hij kankercellen binnendringt ze alkalischer maken en/of de opname van glucose remmen en/of de kankerverwekkende microben (?) daar doden. De chemische uitleg van wat CsCl doet, raakt kant nog wal. Een fysicus genaamd Keith Brewer (1893 – 1986) zou op zijn negentigste of daaromtrent 30 patiënten met kanker genezen hebben met behulp van cesiumchloride, en de Hopi indianen zouden nooit kanker krijgen omdat hun natuurlijke dieet zoveel cesium bevat enzovoorts. Zie verder Ed’s Guide.

Coley-therapie: aan het eind van de 19de eeuw bedacht de Amerikaanse chirurg William Coley (1862 – 1936) een therapie tegen kanker op basis van kunstmatige koorts teweeggebracht door injecties met gedode streptokokken. Al in 1894 twijfelde men in de VS aan deze behandeling, maar in de VS werd het middel pas in 1962 verboden. Het wordt voor experimentele doeleinden nog op kleine schaal gemaakt. Pas in 1990 hield de laatste (Duitse) producent ermee op. Zie verder Esowatch, Wikipedia en de voorlichting van de University of California at San Diego.

Coral Calcium: kalk, dat wil zeggen calciumcarbonaat, bereid uit fossiel koraal, wat zich in niets onderscheidt van gewone kalk die enkele centen per kilo kost (een dubbeltje voor farmaceutisch zuivere kalk). De Amerikaan Robert R. Barefoot (1944 -), die een jaar of drie scheikunde heeft gestudeerd, beweert dat meer dan 200 ziekten waaronder diabetes, hartziekten, kanker en alzheimer, veroorzaakt worden door te hoge zuurgraad van het lichaam (acidose), en dat dit met ‘calcium’ verholpen kan worden. Barefoot vertelt zoveel gevaarlijke onzin dat dit in kort bestek niet kan worden besproken. Het idee is dat bewoners van Okinawa heel oud worden en dat hun drinkwater het calcium van fossiel koraal bevat. Nu bevat het dieet van de Okinawabewoners minder kalk dan dat van vele westerlingen en de meeste ziekten hebben geen verband met calcium-opname. Zie verder Quackwatch.

Di Bella, Luigi: De Italiaanse fysioloog Luigi Di Bella (1912 – 2003) beweerde dat hij kanker kon genezen met een onduidelijk mengsel van hormonen, vitamines en andere stoffen. Zijn therapie was tamelijk kostbaar en rond 1997 had hij veel aanhangers. Een proef op last van de Italiaanse regering leverde niets op.

Dichloorazijnzuur (DCA): middel tegen kanker dat al geruime tijd populair is als antikankermiddel. Het heeft echter ernstige bijwerkingen en het idee dat het werkzaam is, berust op spaarzame proeven in combinatie met het vermoeden dat het herstel van beschadigde mitochondriën en indirect dus apoptose bewerkstelligt. Zie ook diverse artikelen op deze website. Er is in 2010 een proef gedaan met vijf patiënten, maar meer onderzoek bij grotere groepen patiënten (en door andere, onafhankelijke onderzoekers) is nodig om te zien of DCA een plaats verdient in de reguliere kankertherapie. Voor een uitgebreid commentaar op deze proef zie: Dichloroacetate (DCA) and cancer: Déjà vu all over again door Orac op het blog Respectful insolence.

Galavit: de handelsnaam van een Russisch preparaat van de firma Medicor. Het lijkt chemisch sterk op luminol. In Rusland is het als ontstekingsremmer voor 10 euro per flesje te krijgen, maar Galavit-kuren van drie weken werden in Duitsland voor 30.000 euro aangeboden aan ernstig zieke kankerpatiënten. Men zei bijvoorbeeld dat Russische kosmonauten ermee behandeld werden, wat gewoon gelogen was. In 2000 heette het in een Duitse reclamecampagne dat een bekende acteur met gevorderde prostaatkanker met Galavit genezen zou zijn. Later bleek dat hij nooit kanker had gehad en dat hij de rol van ‘genezen kankerpatiënt’ alleen maar gespeeld had. De schuldigen aan deze zwendel (waaronder de arts Eike Rauchfuß, maar niet de toneelspeler) zijn in 2008 tot flinke gevangenisstraffen veroordeeld. De acteur was al in 2002 op 79-jarige leeftijd aan longontsteking overleden. Zie Esowatch.

GEIPE: dit staat voor Gentle Electrotherapy to Inhibit the Pivotal Enzyme. Het idee is dat ribonucleotide reductase (RR) heel belangrijk is om nieuw DNA aan te maken (nodig voor celdeling) en dat dit enzym wordt uitgeschakeld door zwakke gelijkstroom. Het is een idee van een zekere Jay Kulsh, ofwel Ajay K. Kulshreshtha uit Los Angeles. Zijn website geeft aan dat hij graag proeven zou doen (waar zijn therapie precies uit bestaat is niet duidelijk), en ook dat hij door allerlei instellingen beleefd is afgepoeierd. Het is niet bekend of Kulsh ooit iemand behandeld heeft. Onderzoek dat hij citeert dateert uit 1985 en betreft hamsters waarvan de tumoren aan gelijkstroom werden onderworpen. Ondanks dit vindt men via Google op geipe+cancer ongeveer 150 verwijzingen naar deze therapie bij de eerste 250 hits.

Gorter, Gorter: in Duitsland werkzame Nederlandse ‘kankerarts’. Zie verder elders op deze site.

Govallo-therapie: De in 2004 overleden Russische arts Valentin Ivanovich Govallo bedacht rond 1975 dat kankercellen het immuunsysteem weten te misleiden op dezelfde manier als bepaalde placentacellen (de chorionvilli) een immuunrespons van de moeder onderdrukken. Door patiënten te ‘vaccineren’ met een extract van chorionvilli (genaamd VG-1000) zou het immuunsysteem toch weer kankercellen onschadelijk kunnen maken. Er zijn enige gevalsbeschrijvingen maar geen wetenschappelijk bewijs dat deze therapie werkt. Zie hier voor een bespreking. Er is een kliniek in de Bahama-eilanden en in Mexico die deze therapie nog aanbiedt. Een van oorsprong Nederlandse arts, William H. Van Ewijk, probeert de therapie te perfectioneren. Zie verder Esowatch en de voorlichting van de University of California at San Diego.

Haaienkraakbeen: vies smakend poeder dat bereid is uit kraakbeen van haaien. Het kraakbeen van haaien is identiek met kraakbeen van andere gewervelden en wat als haaienkraakbeen verkocht wordt, is soms varkenskraakbeen. Haaienkraakbeen is onwerkzaam (dat is bij proeven gebleken), en afgezien van het feit dat er niets speciaals aan kraakbeen is, kan het ook niet werken. De hypothetische stoffen in dat kraakbeen zouden hoe dan ook in de ingewanden worden afgebroken voor ze worden opgenomen. Het idee is dat die niet-bestaande stoffen die niet kunnen worden opgenomen, de bloedvatengroei in kankergezwellen kunnen remmen zonder op andere plekken problemen te veroorzaken. Kanker bestrijden door bloedvatengroei te remmen is inderdaad een methode die onderzocht wordt, maar veel succes is er nog niet. Zie verder elders op deze site.

Hamer, Ryke Geerd: gevaarlijke Duitse kankerkwakzalver, en aanvoerder van de Germanische Neue Medizin-sekte.

Holts radiogolftherapie: John Alfred Gorton Holt (geboren 1925) is een radiotherapeut in Perth (West-Australië) die in 1973 bedacht dat kankercellen gevoelig zijn voor radiogolven van 434 MHz. Voor 1991 paste Holt deze radiogolventherapie toe in combinatie met bestraling, daarna ontwikkelde hij een theorie gebaseerd op het idee dat kankercellen een abnormale glucose-stofwisseling zouden hebben, namelijk anaerobe verbranding tot melkzuur (dit is het inmiddels weerlegde idee van Otto Warburg). Door genoemde microgolven gaan de kankercellen dat in verhevigde mate doen en als men dan zorgt dat de kankercellen andere stoffen dan glucose gaan verbranden (die de patiënt eerst per infuus heeft gekregen), sterven ze. In 2005 heeft een Australische commissie dit onderzocht en geconcludeerd dat het niet werkt. Het omvangrijke rapport (576 pagina’s) van de commissie is te vinden via de Quackwatch site. De commissie bestudeerde zowel de wetenschappelijke literatuur als de gegevens over de patiënten van Holt.

Hoxsey-therapie: De Amerikaan Harry Mathias Hoxsey (1901 – 1974) was een gewezen mijnwerker en verzekeringsagent, die mensen tegen kanker behandelde met een drankje en bijtende zalf. Het drankje was oorspronkelijk een soort hoestdrank plus laxeermiddel, aangevuld met kruiden als luzerne (Medicago sativa) en rode klaver (Trifolium pratense). De zalf bevatte extract van de giftige plant Canadese bloedwortel (Sanguinaria canadensis); het drankje bevatte, althans later, ook dit middel. Hoxsey was voornamelijk actief tussen 1922 en 1960. Het kostte de FDA een kwart miljoen dollar om Hoxseys kliniek te sluiten (in 1960), en Hoxsey is een goed voorbeeld van het verschijnsel dat zelfs de meest schadelijke kwakzalvers over dikke stapels lovende getuigschriften kunnen beschikken en honderdduizenden personen ertoe kunnen overhalen steunbetuigingen aan politici te zenden. Hoxsey-therapie is nog steeds beschikbaar in een Mexicaanse kliniek die 80 procent genezing claimt (onder kwakzalvers een gebruikelijk percentage); de 20 percent die niet geneest heeft het aan de eigen verkeerde houding te danken. Zie ook Wikipedia, Quackwatch (met heel hoofdstuk 17 uit The Medical Messiahs van Young) en Esowatch.

Hydrazinesulfaat: kankerverwekkende raketbrandstof (N2H6SO4) die volgens sommigen, met name de Amerikaanse huisarts Joseph Gold (1930 -), verhindert dat kankercellen glucose opnemen. Gold kreeg dit idee in de jaren 1960. De stof zou zowel de kwaliteit van leven van kankerpatiënten in het laatste stadium verbeteren als te gebruiken zijn in een vroeg stadium. Rond 1994 is echter bij drie verschillende onderzoeken met in totaal 661 patiënten vastgesteld dat hydrazinesulfaat niet beter was dan placebo. Bovendien blijkt het veronderstelde biochemische mechanisme niet te functioneren. Zie het NTvG (1995) en de voorlichting van de American Cancer Society en Esowatch.

Immuno-augmentative therapy (IAT): in 1970 bedacht door de in 1993 op 66-jarige leeftijd overleden zoöloog Lawrence Burton. Het idee is dat bij gezonde mensen het immuunsysteem beginnende kankercellen opruimt, en dat een viertal bestanddelen van het bloed daar een belangrijke rol in speelt. Burton onttrok deze bestanddelen aan bloed. Burton vestigde zich in 1977 op de Bahama-eilanden, waar er nog steeds een kliniek is die IAT en andere kwakzalversbehandelingen aanbiedt. Een kuur van twaalf weken met IAT (kosten ruim 1000 dollar per week) moet worden gevolgd door levenslang regelmatig inenten met door Burton verstrekte bloedproducten ($ 2500 per jaar). Diverse mensen zijn heel erg ziek geworden door deze kuur (diverse bacteria, hepatitis en hiv-infectie). Er werd ook reclame met jubelpatiënten gemaakt, zonder dat verteld werd dat deze ongelukkigen korte tijd later aan hun ziekte waren overleden. Andere patiënten hadden geen kanker of heel traag groeiende kanker. Op aandringen van de Amerikaanse politiek rond 1986 werd de IAT onderzocht. In de bloedproducten van Burton zat niets bijzonders, in elk geval niet wat hij beweerde maar alleen het gewone bloedeiwit albumine. Het onderzoek werd bemoeilijk doordat Burton zijn methode geheim hield. Burton heeft wel kankeronderzoek gedaan, maar dat was een uiterst dubieus onderzoek met fruitvliegjes in 1974. Zie Esowatch, Quackwatch, hoofdstuk 6 uit het boek Unconventional Cancer Treatments (1990) op de site van Quackwatch, de voorlichting van de American Cancer Society en een artikel in JAMA (1993).

Induced Remission Therapy (IRT): bedacht door de uit Australië afkomstige Egyptische arts Samir ‘Sam’ Chachoua (1960? -). De IRT is gebaseerd op het verschijnsel dat kanker en andere ziekten sporadisch spontaan genezen. Hoe de therapie verondersteld wordt te werken is niet zo duidelijk. De ene keer leest men dat ‘foute’ cellen zo gemarkeerd worden dat ze door het immuunsysteem worden opgeruimd, dan weer dat het om enkele duizenden vaccinachtige stoffen gaat, en dan weer dat de ziekte gecorrigeerd wordt op het genetische blauwdrukniveau. In elk geval claimt Chachoua dat IRT werkzaam is bij aids/hiv, ziekte van alzheimer, amyotrofe laterale sclerose (ALS), artritis, astma, hartziekte (de therapie kan iemand van nieuwe hartcellen en -kleppen voorzien), chronisch vermoeidheidssyndroom, degeneratieve ziekten, diabetes, emfyseem, fibromyalgie, genetische ziekten, golfoorlogsyndroom, hypothyroïdie, multiple sclerose (MS), ontstekingen, de ziekte van Parkinson en vogelgriep. Rond 1997 had Chachoua in totaal 1300 pagina’s aan patenten ingediend, hoofdzakelijk gevuld met verwarde uiteenzettingen. Er circuleren documenten met ‘bewijzen’ bestaande uit voor-en-na-röntgenfoto’s, alleen kan men er niet aan zien of de foto’s wel op dezelfde manier van dezelfde persoon gemaakt zijn. Rond 1996 zou hij een Californisch ziekenhuis zover gekregen hebben dat men de IRT ging testen, en aanvankelijk zou er 99 procent succes geboekt zijn (in reageerbuizen, dat wel), maar daarna zou het ziekenhuis alle medewerking gestopt hebben en zou het wel 36 van Chachoua’s serums zoek hebben gemaakt. Chachoua deed het ziekenhuis een proces aan en kreeg aanvankelijk (2000) 10 miljoen dollar schadevergoeding toegewezen, wat in hoger beroep (2001) verlaagd werd tot $ 11.000; daarna bleek Chachoua de rekening ad ruim $ 200.000 van zijn advocaat niet te kunnen betalen. Rond de tijd dat het hoger beroep diende, dook hij in Liberia op en beweerde dat hij een stichting ‘Jeunesse Foundation’ vertegenwoordigde die 20 miljoen bezat en die de malaria in Liberia wilde bestrijden. De Liberiaanse autoriteiten trapten er niet in. Aanhangers van Chachoua zeggen natuurlijk dat hij het slachtoffer is van een samenzwering. Zie verder Quackwatch.

Insulin Potentiation Therapy (IPT): deze therapie is in 1932 bedacht door de Mexicaanse arts Donato Perez Garcia (1896 – 1971, zie ook het hagiografische artikel op Wikipedia). Hij werd later door zijn zoon Donato Perez Garcia y Bellon (1930 – 2000) bijgestaan, en ook kleinzoon Donato Perez Garcia (1958 -) zet de traditie voort. In 1986 werd de therapie verbreid door de Amerikaanse arts Stephen B. Ayre die ook de naam voor deze therapie bedacht. Sindsdien is er nauwelijks onderzoek naar gedaan. Het idee is dat kankercellen ‘uitgehongerd’ worden door met behulp van insuline de hoeveelheid glucose in het bloed te verlagen, maar eigenlijk hebben de voorstanders geen flauw benul hoe het eigenlijk zou werken, een van hen heeft zelfs 19 theorieën bedacht. Enig concreet bewijs is er niet. Er is weliswaar een klinische trial uit 2003 met gunstige resultaten, maar later werden twee van de auteurs gepakt wegens bedrog met een middel tegen kanker van de Puertoricaaanse firma Pharma Blood. In het Duitse taalgebied bieden enkele natuurartsen deze therapie aan. Volgens sommige berichten kost een kuur rond 5000 euro per week. Zie verder Quackwatch en Esowatch. Een bekend slachtoffer van een IPT-kwakzalver was de Oostenrijkse tennisspeelster Daniella Klemenschits. Zij had een zelfdzame vorm van buikkanker, en vele vrienden brachten 70.000 euro bij elkaar voor een behandeling (7000 euro per week) in onder meer de Pro Leben Klinik in Igls, waar men hyperthermie, colonhydrotherapie en IPT aanbiedt. Het mocht niet baten.  

Intracellular Hyperthermia Therapy (ICHT): Behandeling tegen kanker met het gevaarlijke middel 2-4-dinitrofenol (DNP), aangeboden door de firma Helvetia Pharmaceuticals. Het idee is dat door DNP kankercellen kleine kacheltjes worden en van binnenuit verbranden. Genoemde stof kan inderdaad grote warmteproductie veroorzaken, maar er is geen manier om dat tot kankercellen te beperken. De therapie is bedacht door de criminele Amerikaanse arts Nicholas Bachynsky (19 juni 1942 -), die in de jaren 1980 hetzelfde middel illegaal gebruikte in een reeks door hem opgerichte afslankklinieken, die een kilo gewichtsverlies per dag beloofden. Nadat Bachynsky uit zijn vak gezet was en circa tien jaar in de gevangenis had doorgebracht onder meer wegens grootschalige fraude, ging hij op dezelfde voet door. Hij beloofde genezing van kanker en van de ziekte van Lyme met behulp van DNP. Mede wegens financiële fraude, dit keer door investeerders in zijn Helvetia Pharmaceuticals miljoenen lichter te maken, werd hij in 2008 veroordeeld tot 14 jaar cel. Zie verder Quackwatch.

Jomanda: Het medium Joke D. (1948 -) beval in mei 2000 een combinatie van levertraan, salie en honing (‘genezende koolhydraten’) aan op haar website als middel tegen kanker. Na kritiek verwijderde Jomanda de tekst weer. Dezelfde tekst is echter in 2004 op internet in omloop gebracht door een zekere Hélène van den Assum (1921) uit Spanje.

Jomol: alternatief middel tegen alle vormen van kanker, bedacht door de Duitse chirurg Udo Ehrenfeld (1942 – 2001), die het oorspronkelijk (1983) als diagnostisch middel toepaste. Het is een waterige suspensie van celwanden van de bacterie Nocardia opaca (Rhodococcus rhodochrous). Het idee is dat de Jomol zich bindt aan kankercellen zodat die door het immuunsysteem kunnen worden opgeruimd. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor. Zie ook Coley-therapie voor een analoog idee. Zie ook Esowatch.

Keukenzout: zie Boegem.

Krebiozen: creatinine monohydraat, sinds 1960 bekend als zonder therapeutische waarde. Niettemin bedachten de artsen Stevan Durovic (ca. 1905 -) en Andrew Conway Ivy (1893 – 1978, in 1945 de beroemdste arts van de VS) dat Krebiozen effectief was tegen kanker. Hun verklaringen bleken op leugens te berusten: ze beweerden op een persconferentie in 1951 dat van 22 kankerpatiënten die ermee behandeld waren er weliswaar acht waren overleden, maar geen enkele aan kanker. Toen men dit later ging natrekken, bleken ze juist allemaal aan kanker te zijn overleden, en dat nog twee anderen waren overleden die als wonderbaarlijk genezen of verbeterd waren beschreven, onder wie de echtgenote van een collega. Hetzelfde jaar concludeerde de American Medical Association na onderzoek dat er van de verhalen niets klopte. Durovic en Ivy bleven hun middel voor veel geld verkopen. Toen wantrouwige artsen om het middel vroegen ten behoeve van een zogenaamde patiënt van wie beide longen verwijderd waren, kregen ze prompt een portie medicijn toegestuurd. In 1964 kwam er een rechtszaak tegen het tweetal, maar ondanks het overweldigende bewijsmateriaal van systematisch bedrog kon de jury het niet eens worden.

Over Krebiozen wordt een verhaal verteld van een patiënt met tumoren zo groot als sinaasappels die tot tweemaal wonderbaarlijk genas (de tumoren smolten als sneeuwballen op een hete kachel) na injectie met dit middel, waarin de patiënt sterk geloofde. Maar beide keren vernam de patiënt twee maanden later uit de krant dat het een onzinmiddel was, waarna de ziekte even hevig terugkeerde, en de tweede keer (een ‘definitief AMA-rapport’) met fatale afloop. Dit verhaal staat nergens in de medische literatuur (waarin in het geheel geen meldingen staan van een placebo-effect op kanker) en is afkomstig uit een artikel in het Journal of Projective Techniques (1957) over het placebo-effect van de psycholoog Bruno Klopfer. Zie verder Wikipedia en Quackwatch.

Laetrile: middel tegen kanker, vanaf 1951 bereid uit abrikozenpitten door Ernst T. Krebs (1912 – 1996). Een andere naam is Vitamine B17 (het is echter geen vitamine). Het bevat voornamelijk de stof amygdaline, die ontleedt tot het zwaar giftige blauwzuur. Het is een van de vele middelen die zijn gebaseerd op het idee dat kankercellen in biochemisch opzicht afwijken van gewone cellen, namelijk dat ze (in dit geval) het blauwzuur niet onschadelijk kunnen maken. Er is geen bewijs voor. Philip E. Binzel was een huisarts die in jaren 1970 kankerpatiënten begon te behandelen met een vegetarisch dieet en Laetrile. Naar eigen zeggen genas meer dan 85% van deze patiënten, of althans, ze stierven niet aan kanker, en zelfs van de 108 patiënten met uitzaaiingen was dat voor 76 van hen het geval. Binzel schreef er een boek over en stierf in 2003 op de leeftijd van 77. Zie voor Laetrile verder elders op deze website.

Metabolische therapie volgens Manner: allegaartje aan behandelwijzen uitgedacht door de Amerikaanse bioloog Harold W. Manner (1925-1988). Het is eigenlijk geen specifieke therapie tegen kanker, maar tegen alle ‘degeneratieve’ ziekten zoals artritis, kanker en multiple sclerose. Volgens Manner worden die veroorzaakt door een onbalans, doordat toxines zich teveel ophopen, en de therapie verwijdert deze toxines (met vasten, laxeermiddelen en koffieklysma’s) en ‘verbetert’ de opname van voedingsstoffen en zuurstof (met een natuurdieet, enzymtabletten waaronder Wobe-Mugos, vitaminen en mineralen), en bestrijdt eventuele kanker (met megadoses vitamine C, amygdaline dat wil zeggen laetrile, DMSO en antineoplastons). Volgens Manner waren hoge doses vitamine A bijzonder werkzaam tegen kanker. Manner beschreef nogal wat versies van zijn behandeling, maar voor geen der onderdelen is ook maar enig bewijs van werking. Manner beloofde wel voor bewijzen te zorgen, maar daar kwam nooit wat van terecht. De faam van de therapie was deel te danken aan een jubelpatiënte, die waarschijnlijk haar adenocarcinoom al kwijt was geraakt voor ze behandeld werd in de kliniek van Manner.

Manner was professor in de embryologie, maar stortte zich in het kankeronderzoek rond 1977 (hij wist bij muizen kanker te verwijderen door de gezwellen in te spuiten met spijsverteringsenzymen), richtte de Metabolic Research Foundation op in 1979, en in 1982 moest hij van de universiteit vertrekken wegens zijn hobby. Hij was van mening dat kanker ontstaat doordat embryonale cellen ontsporen door blootstelling aan allerlei toxines en dat normaal gesproken het immuunsysteem de kankercellen opruimt.

Het artikel ‘The Metabolic Cancer Therapy of Harold W. Manner Ph.D’, verschenen in 1986 en gepubliceerd door de American Cancer Society (CA Cancer J Clin 36 (3): 185), legt uit waarom er niets klopt van Manners theorieën. Zie ook Quackwatch.

Miracle Mineral Supplement (MMS): soort bleekwater dat ook tegen kanker wordt gepropageerd.

Naessens, Gaston: zie 714-X.

Naltrexon in lage doses (Engels: LDN, Low Dose Naltrexone). Naltrexon in gewone doses wordt gebruikt bij verslaving aan alcohol of opiaten. Het vermindert de hunkering naar die stoffen, en fungeert als ondersteuning van een psychotherapeutische behandeling. De Amerikaanse arts Bernard Bihari (1931 – 2010) paste Naltrexon in lage doses toe bij multiple sclerose. De Amerikaanse neuroanatoom Ian S. Zagon ontdekte in 1979 dat kleine doses naltrexon remmend werkten op neuroblastoom. Op het ogenblik wordt ‘naltrexon in lage doses’ toegepast op een groot aantal uiteenlopende ziekten, zals hiv en aids, amyotrofe laterale sclerose (ALS), autisme, cholangitis (galwegontsteking), chronisch vermoeidheidssyndroon, ziekte van Crohn, fibromyalgie, ziekte van Parkinson, prikkelbaredarmsyndroom, primaire scleroserende cholangitis (PSC, uitgebreide galwegontsteking met littekenvorming waarvan de oorzaak onbekend is), psoriasis, en ook kanker. Een dergelijk breed toepassingsgebied belooft niet veel goeds. Onderzoek naar deze therapie is gaande, maar op bescheiden schaal, pilot studies en dergelijke. Dat er na dertig jaar nog steeds niets duidelijks gevonden is, zegt natuurlijk ook al wat. Zie Esowatch en Wikipedia.

Natriumbicarbonaat: zie Simoncini.

NeyTumorin (ook genoemd NeySol L66, NeyDil 66, Neyling Tropfen, Revitorgan 66): cytoplasmatische therapie ofwel een onduidelijk mengsel van gedeeltelijk verteerd orgaanvlees van ongeboren en jonge varkens en runderen, voor herstel en redifferentiatie van uw zieke cellen en verbetering van uw immuunsysteem. Het is rond 1953 uitgevonden door de arts professor doctor Karl Eugen Theurer (1919 – 2000), die het bedrijf VitOrgan Arzneimittel GmbH in Ostfildern nabij Stuttgart oprichtte; hij bedacht ook een versie van de eigenbloedtherapie. Deze firma verkoopt het spul nog steeds. Een basiskuur bestaat uit circa 100 ampullen van ruim 50 euro het stuk, in te nemen over een periode van een half jaar. Wetenschappelijk bewijs is er niet. Zie ook: ‘A Critical Look at George Zabrecky, a Chiropractor Who Purports to Treat Cancer‘ door Stephen Barrett.

Recancostat compositum: een onwerkzaam combinatiemiddel tegen kanker bestaande uit glutathionverbindingen, cysteïne en anthocyaninen (kleurstoffen uit bessen, tevens antioxidant). Het is bedacht door dokter Gerhard Ohlenschläger (1930 -). Deze meende dat het glutathionsysteem het basisregulatiesysteem van al het leven is, en dat cellen ontsporen als ze niet genoeg glutathion hebben. De producent beweerde dat het werkt voor operaties en ook na operaties in geval van chemotherapie en bestraling. Het wondermiddel zou ontgiften, het DNA repareren en het immuunsysteem verbeteren. De capsules worden voor circa 30 maal de grondstofprijs verkocht, dus het is duidelijk wie er gegarandeerd beter van wordt. Al rond 1990 werd een gelijknamig middel in Duitsland verkocht, maar verboden. Sinds 1995 wordt het speciaal in Duitsland via de tv aangeprezen. Er zijn proeven mee gedaan en het werkt niet. Zie ook Esowatch.

Revici-therapie: een behandelingsmethode genaamd Biologically Guided Chemotherapy voor kanker, bedacht door de arts Emanuel Revici (1896 – 1998). Revici werd in Roemenië geboren, maar kwam na allerlei omzwervingen in New York terecht, waar hij zijn therapie vanaf 1946 in praktijk bracht. Het idee is dat kanker samenhangt met een verandering in de balans van vetachtige stoffen (steroïden en vetzuren). Als volgens een door Revici ontworpen bloed- en urinetest die balans verstoord was, moet die worden hersteld door toediening van stoffen als glycerine, octanol, cholesterine, cafeïne of steroïdhormonen. Ook beschouwde hij alle elementen van het periodiek systeem als geneesmiddelen. De rij waarin een element voorkomt geeft aan op welk niveau (celkern, cel, weefsel, hele lichaam) het zijn gunstige uitwerking heeft, terwijl de kolom aangeeft of de stoffen werken op een alkalische respectievelijk zurige toestand (door Revici catabolisch respectievelijk anabolisch genoemd). Buiten zijn kliniek is deze therapie niet toegepast. Revici meende dat zijn geneeswijze ook hielp tegen aids, alzheimer, artritis, chronische pijn, schizofrenie, stralingsschade en verslaving. Revici schreef in 1961 een boek over zijn therapie. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs voor zijn geneesmethode. Al vanaf 1949 hadden Amerikaanse artsen kritiek op zijn methoden, maar Revici werd pas in 1993 (ca. 97 jaar oud!) uit zijn vak gezet. Zie verder Quackwatch en Esowatch.

Schapenluizen: preciezer schapenluisvlieg (Melophagus ovinus), een vleugelloos insect dat op schapen parasiteert. De parasiet kan ook de blauwtongziekte overbrengen. In de Duitse volksgeneeskunde werd vroeger het levend opeten van deze dieren toegepast bij geelzucht (bij ontstentenis van schapenluizen kon men ook pissebedden nemen). Tegenwoordig wordt het nuttigen van levende schapenluizen aanbevolen bij leverkanker. De voor dit doel benodigde levende schapenluizen zijn op internet te bestellen bij een gespecialiseerd bedrijf. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor deze onaannemelijke therapie. Details: zie Esowatch.

Simoncini-therapie: kankertherapie door injecties met natriumbicarbonaat ofwel zuiveringszout, bestanddeel van bakpoeder, bedacht door de inmiddels geschorste Italiaanse chirurg Tullio Simoncini (1953 -). Het idee is dat kanker veroorzaakt is door de schimmel Candida albicans en dat die niet tegen het basische zuiveringszout kan. Voor meer over deze gevaarlijke onzin zie elders op deze website.

Squaleen: de Portugese homeopaat Serge Jurasunas (ca. 1945 -) gebruikt deze stof als onderdeel van kuren tegen kanker. Squaleen (C30H50) is een stof die van nature in alle hogere dieren voorkomt (menselijk bloed ca. 0,3 milligram per liter); het is een bestanddeel van celwanden en olijfolie bevat ook ca. 0,5 procent squaleen. Met name haaien en andere vissen zonder zwemblaas bevatten veel squaleen, en de stof wordt dan ook uit haaienlever gewonnen. Het wordt gebruikt als hulpmiddel om de werking van vaccins te verbeteren (typische hoeveelheid: 10 mg per injectie). Het is niet giftig, althans niet onder de 40 mg/liter bloed.

Over squaleen doen veel enge verhalen de ronde die teruggaan op een onderzoek dat aannemelijk zou hebben gemaakt dat het golfoorlogsyndroom veroorzaakt werd door het squaleen in antraxvaccins. De lijders aan dit syndroom hadden namelijk antistoffen tegen squaleen in hun bloed. Alleen zat er geen squaleen in die vaccins, en antistoffen tegen squaleen bleken geen relatie te hebben met het ontvangen van vaccins met squaleen erin. Niettemin doen er samenzweringsverhalen de ronde volgens welke het squaleen in vaccins tot doel heeft de wereldbevolking onvruchtbaar te maken en/of uit te roeien. Zie ook Esowatch.

Ukrain: middel dat in 1978 ontwikkeld is door de in Oekraïene geboren Oostenrijkse radiotechnicus Wassil Jaroslaw Nowicky (1937 -), en in de handel gebracht door zijn Weense bedrijf Nowicky Pharma. Het zou bestaan uit een verbinding van chelidonin (uit stinkende gouwe, Chelidonium majus) en een bekend cytostaticum, thiotepa, maar bij massaspectrometrisch onderzoek werd de laatste stof niet aangetroffen, dus het is niet zo duidelijk wat er wel in zit. Volgens de uitvinder is het werkzaam tegen vrijwel elke vorm van kanker. Het zou uitsluitend bij kankercellen geprogrammeerde celdood (apoptose) veroorzaken. Het middel wordt intraveneus toegediend, en kan koorts en leverontsteking veroorzaken. Dat men er behoorlijk beroerd van wordt, komt, aldus de uitvinder, door het vrijkomen van tumortoxines. Een behandeling kost circa 3000 euro per week.

In Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland is het middel niet toegelaten om een groot aantal redenen, waaronder afwezigheid van bewijzen van werkzaamheid. Er zijn rond 2000 weliswaar twee onderzoeken met 90 en 30 patiënten gedaan naar de werkzaamheid in combinatie met gemcitabine bij alvleesklierkanker, maar daar is zeer ernstige kritiek op gekomen. Zie verder Esowatch en de beoordeling door de Duitse Bundesärztekammer.

Ureumtherapie: de in 1995 overleden Griekse arts Evangelos D. Danopoulos (ca. 1910 -) meende in 1954 ontdekt te hebben dat urine kankerremmende eigenschappen heeft, en in 1974 dacht hij dat ureum (formule: (NH2)2CO) het werkzame bestanddeel van urine was. Hij had huidkanker behandeld door rond de tumoren injecties met oplossingen van ureum te geven. Later bracht hij de ureum ook in poedervorm op de tumoren aan of spoot sterk geconcentreerde ureumoplossingen in de tumoren. Toepassingen op andere vormen van kanker volgden, en hij ontwikkelde ook een middel bestaande uit ureum en creatinehydraat, dat hij Carbatine noemde. Er circuleren claims dat hij hiermee 99% succes had, dat is nog veel meer dan het gebruikelijke kwakzalverspercentage van 80 procent. Onderzoek door anderen kon echter de werking van ureum tegen kanker niet bevestigen. In de VS werd de behandeling van Danopoulos toegepast door de alternatieve arts Vincent Speckhart. Deze ging in 2002 met pensioen. In sommige Mexicaanse kliniekjes schijnt de therapie nog te worden aangeboden. Zie Esowatch.

VG-1000 zie Govallo Therapie

Vitamine C: dit middel, in hoeveelheden die de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 0,06 gram honderdvoudig of meer overschrijden, is bedacht door Linus Pauling. Zie verder elders op deze site.

Zalf: voor zover bekend niet populair in Nederland, maar wel daarbuiten, zijn bijtende zalven die soms worden aangeduid met zwarte zalf, wat suggereert dat het een soort trekzalf is. Veel van deze trekzalven tegen kanker hebben ‘bloedwortel’ als ingrediënt. De bloedwortel (Sanguinaria canadensis) heet zo omdat deze plant rode wortels heeft en er rood sap uit komt. Zalven op basis hiervan (korstvormende zalven) vreten een deel van de huid weg, mede door de fikse hoeveelheden zinkchloride die zulke zalf soms bevat, en in theorie kan men daar huidkanker mee behandelen en als men geluk heeft blijft er niets zitten. Bij reguliere behandeling wordt de rand van het weggesneden deel microscopisch onderzocht om te kijken of er uitlopertjes zijn gemist. Dat kan natuurlijk niet bij zelfbehandeling. Zo’n zelfbehandeling kan wel resulteren in vreselijke ongelukken, grote open wonden waarbij bijvoorbeeld een groot stuk van het gelaat wordt weggevreten. Huidkanker kan veel beter op de standaard reguliere methode worden verwijderd. Het bijgeloof inzake dit soort zalf is dat deze dieper gelegen kanker ‘naar boven kan trekken’. Dit is gevaarlijke onzin. Propagandisten voor dit soort zalf spreken over ‘botanische chirurgie’ en beweren dat zulke zalf alleen de kanker beschadigt (ook gevaarlijke onzin). Behalve de genoemde bloedwortel en zinkchloride bevatten zulke zalven soms ook chaparral, DMSO, berkenbast, rode klaver, iers mos, en grote klit. Zie verder Don’t Use Corrosive Cancer Salves (Escharotics) op de Quackwatch site, Esowatch (opgepast! gruwelijke plaatjes) en de voorlichting van de American Cancer Society.

Zout: zie Boegem

Jan Willem Nienhuys

Gerelateerde artikelen

artikelen - 17 juli 2023

Vijf organisaties zijn genomineerd voor de Meester Kackadorisprijs 2023: De Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie, LINDA, De Nationale Gezondheidsbeurs, KRONCRV en de website Kanker.nl.

artikelen - 27 februari 2023

Buitenlandrubriek met o.a.: ‘Puur bloed’-beweging bedreigt Amerikaanse dokters / Australische intraveneuze vitaminetoedieners Drip IV beboet om valse claims.

tijdschrift - 26 juli 2022

Twintig jaar na de dood van Sylvia Millecam stortten twee betaalzenders zich met documentaires op het medium Jomanda.