UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: | Geplaatst: 12 april 2020

Edzard Ernst: ‘Experts zijn ouderwets geworden’

Interview met oud-hoogleraar Edzard Ernst (72) tien naar na zijn pensionering.

Edzard Ernst: ‘Experts zijn ouderwets geworden’

 Wat is de overeenkomst tussen Brexit en geloof in alternatieve behandelingen? Populisme, denkt de voormalig hoogleraar alternatieve geneeswijzen Edzard Ernst (72). Bijna tien jaar na zijn gedwongen vertrek bij de universiteit van Exeter in Engeland ziet hij hoe een nieuw anti-wetenschappelijk sentiment zich als een olievlek door de wereld verspreidt. ‘Het lijkt of het laagste in de mensheid ergens onder vandaan is gekropen. Dat vind ik heel beangstigend.’

Er was een tijd dat Edzard Ernst, ’s werelds eerste Professor of Complementary Medicine, jaarlijks 50 wetenschappelijke artikelen publiceerde. Het leverde hem vorig jaar – tot zijn eigen verrassing – een eervolle vermelding op. Zijn naam prijkte op nummer 97 in een lijst met de 100.000 meest geciteerde wetenschappers uit alle wetenschappelijke disciplines. De samensteller: de Amerikaanse epidemioloog John Ioannidis, een pionier in meta-research, die de academische wereld in 2005 opschudde met zijn artikel ‘Why most research findings are false’.

Het was een opsteker voor Ernst, vertelt hij nu in Gent, waar hij verblijft om een lezing te geven aan de universiteit. Want door zijn carrière heen heeft hij vaak zijn plek moeten bevechten. Intriges, belangen, politiek gekonkel: hij maakte het allemaal mee. In Wenen, als hoofd van de afdeling fysiotherapie en revalidatie en later in Exeter, als hoogleraar alternatieve behandelwijzen. Tot zijn carrière in 2011 een dramatisch slotakkoord kreeg en abrupt tot stilstand kwam. Ernst had in de media felle kritiek geuit op een rapport dat tot stand was gekomen in opdracht van Prins Charles. Dat bevatte een voorstel van de econoom Christopher Smallwood om alternatieve behandelwijzen in te zetten als bezuinigingsmiddel, zodat de door de Britse overheid gefinancierde National Health Service (NHS) goedkoper kon worden. Ernst waarschuwde dat het voorstel averechts en mogelijk desastreus kon uitpakken. Twee dagen later kreeg hij een e-mail van Smallwood: ‘Ik zal ervoor zorgen dat je hier spijt van krijgt’. Dat bleek geen loos dreigement. De geldkraan ging dicht. Niet lang daarna werd zijn onderzoekafdeling volledig ontmanteld. Zijn loopbaan was voorbij. De vacature na zijn vertrek werd nooit vervuld.

Maar die avond, in augustus vorig jaar, toen hij zijn prestigieuze plaats op de lijst van Ioannidis ontdekte, trok hij een fles champagne open. Op zijn blog schreef hij vol zelfspot dat hij zijn eigen loftrompet blies. Maar ook benadrukte hij hoe belangrijk het is om kritisch te leren denken: ‘Daarom steek ik zoveel tijd en energie in het publiceren op mijn blog’. Nog altijd schrijft hij een paar artikelen per week op zijn eigen website. En daarbij richt hij zich nu vooral op de leek, in plaats van op zijn peers, vertelt hij. ‘Publiceren in The Lancet is goed voor je naam als wetenschapper, maar verandert absoluut niets in de praktijk. De man in de straat leest The Lancet niet. De keuze voor alternatieve behandelingen ligt niet bij de medische professionals, maar bij de consument. Daarom ben ik zo actief op mijn blog: het internet staat vol met misinformatie. Kritische informatie kan mensen helpen betere behandelkeuzes te maken. In zekere zin ben ik terug waar ik al die jaren geleden begon: ik doe dit in de hoop patiënten te helpen op de meest directe manier die mijn expertise toestaat.’

In The Guardian vertelde u dat u aan het begin van uw loopbaan, als arts in een kliniek voor complementaire geneeswijzen in München, verwonderd was: mensen knapten op nadat ze behandeld waren met homeopathische middelen. Hoe kijkt u daar op terug?

‘Ik was nieuwsgierig en wilde weten waarom de middelen leken te werken. Aan mijn toenmalige baas vroeg ik hoe het kon dat mensen beter werden. Zijn antwoord was veelzeggend. Hij zei niet: “omdat we ze behandelen met homeopathie”; hij zei: ‘”omdat we stoppen met die waardeloze medicijnen waar ze het ziekenhuis mee binnen komen”. Dat was de eerste keer dat ik kritisch begon na te denken over waar we eigenlijk mee bezig waren. Wat ik vooral probeerde te doen, is het stimuleren van het placebo-effect – en dus niet de placebo’s zelf. Goede dokters doen dat altijd. Als arts wil je positief en empathisch zijn: zo’n houding draagt bij aan het placebo-effect van elke behandeling. Maar als je homeopathische middelen geeft, dan bedrieg je je patiënt. De reden dat veel homeopaten succesvol zijn, is omdat ze veel tijd nemen en heel meelevend zijn. Ja, empathisch zijn ze zeker, maar ze begaan een misdaad jegens een patiënt met het voorschrijven van homeopathische middelen.’

De laatste jaren verschijnen er studies waaruit blijkt dat het placebo-effect zelfs optreedt als de onderzoeksdeelnemers weten dat ze een placebo krijgen. Hoe kijkt u naar die studies?

‘Ik vind het opmerkelijk, maar het is ook nog pril onderzoek. Andere studies zouden deze uitkomst eerst moeten bevestigen. Sowieso werkt het placebo-effect meestal maar kort. En er zijn wetenschappers die zelfs stellen dat het placebo-effect helemaal niet bestaat. Een beroemde meta-analyse van Asbjørn Hróbjartsson en Peter Götzsche laat zien dat placebo’s heel weinig of helemaal geen effect hebben. En het kleine effect dat we wel zien, komt meestal neer op het principe van regressie naar het gemiddelde. Stel: je hebt zes dobbelstenen. Bij de eerste worp gooi je drie zessen. De kans dat je de tweede worp minder dan drie zessen gooit, is heel hoog. Met andere woorden: na elke hoge of lage score is de kans groter dat de volgende keer de score dichter bij het gemiddelde ligt. Dat is regressie naar het gemiddelde – en dus niet te onderscheiden van toeval.’

U vertrok als uit Wenen vanwege alle intriges, vertelde u in de pers. Wat was er aan de hand?

‘De academische wereld zit altijd vol met intriges. In Wenen was het verschrikkelijk. Er was altijd geruzie. Bij mijn aanstelling als hoofd van de afdeling fysiotherapie en revalidatie in 1990 waren er twintig man in dienst. Vier jaar later, bij mijn vertrek, waren dat er honderdtwintig. Dat betekent dus dat we elke week wel een nieuwe medewerker kregen. En de ruzies gingen vooral over wie de baan zou krijgen. Voor mij was het simpel: degene met de beste kwalificaties kreeg de baan. Maar zo ging het niet. Het ging zelfs zo ver dat het toenmalige staatshoofd Kurt Waldheim – die een verleden had als verbindingsofficier van de Duitse Wehrmacht – zich ermee bemoeide. Een neef van een vriend van een vriend van een vriend moest en zou een bepaalde baan krijgen, anders zou hij 80 vacatures stilleggen. Wat kon ik doen? Het was een rare tijd. Ik voelde me een soort Hausmeister: ik was vooral bezig met formulieren invullen. Ik wilde me wijden aan wetenschappelijk onderzoek, maar die tijd was er niet. En ondertussen stroomde het geld binnen. Het was een gouden kooi.’

Toen u Professor of Complementary Medicine werd, kreeg u vijandige reacties van alternatieve genezers en hun patiënten. En zelfs toen u aantoonde dat er erg weinig bewijs voor homeopathie en andere alternatieve behandelingen is, bleven ze bij hun standpunt.

‘Tja, waarom geloven mensen in dingen die duidelijk niet werken? Als je zelf kanker hebt en weet dat je de meest vreselijke behandelingen moet ondergaan, klamp je je vast aan de laatste strohalm. Op het internet vind je ontelbare sites die mensen het onmogelijke beloven. Wanhoop, dus. Bij de behandelaren zelf is het vaak een kwestie van confirmation bias: ze zoeken de bewijzen bij hun eigen vooroordeel. Het belangrijkste vind ik nog wel, na 25 jaar dat ik me met dit onderwerp bezighoud, is de misleiding die je vindt in de media en het publieke domein. Vooral online gaat het mis, maar ook veel journalisten dragen bij aan de nonsens die je overal leest. Vooral de Britse pers schreef in het verleden overwegend positief over alternatieve behandelingen. Dat is nu wel aan het veranderen. In Duitsland is massagetherapie completely mainstream. Toen ik revalidatiearts was, schreef ik dagelijks massagetherapie voor. In Wenen had ik twintig massagetherapeuten in dienst. Het is bullshit, net als ‘alternatieve geneeskunde’.

Ernst hakte de knoop door: Hij vertrok. In 1993 werd hij de allereerste Professor of Complementary Medicine in Exeter. Het was een beslissing met grote financiële consequenties: zijn salaris daalde fors (‘fifty percent. Out of the window’). Iedereen zei dat hij gek was. Niet alleen omdat zijn salaris halveerde, maar ook omdat hij met een leerstoel in alternatieve behandelwijzen zijn carrière om zeep zou helpen. Hij bleef er twintig jaar. En in Exeter, de kathedraalstad honderd kilometer zuidwestelijk van Bristol, ontstond het grootste deel van zijn oeuvre. In tegenstelling tot Wenen waren er in Exeter altijd geldproblemen. Toch slaagden Ernst en zijn team om een groot aantal wetenschappelijke studies te publiceren. Het werden er meer dan 1000.

Zoveel studies naar alternatieve behandelwijzen. Ondertussen zijn er nieuwe leerstoelen voor alternatieve behandelingen in Basel en Tubbergen en lijkt de antivaccinatiebeweging wereldwijd steeds groter te worden…

‘Ja, dat is ook het geval in Duitsland, mijn geboorteland. Hetzelfde geldt voor Engeland: ook daar zijn er steeds meer antivaxxers. Natuurlijk is dat voor een groot deel te wijten aan die vreselijke man, Andrew Wakefield, die in 1998 een frauduleuze studie publiceerde over een verband tussen vaccinaties en autisme. Het is ongelofelijk dat hij nu in Amerika weer terug in de spotlights is. Hij geeft lezingen, is grote vrienden met Trump. Er is een foto van hen beiden waarop ze hand in hand staan. ‘They are united in bullshit.’

Hij schiet even in de lach, maar vervolgt dan serieus: ‘We lachen erom, maar het is verre van grappig. Er gaan nu kinderen onnodig dood aan de mazelen. En dat allemaal omdat mensen geloven in een complottheorie over de farmaceutische industrie die kinderen blootstelt aan gevaarlijke stoffen, en dokters die hun medeplichtigen zijn. Ze zijn daar heilig van overtuigd. Je kunt niet met ze in discussie.’

Vroeger vertrouwden mensen artsen, nu kijken ze op Google. Wat moet er volgens u gebeuren?

‘Ik weet het echt niet. Ik zou zeggen: vertrouw op de experts, maar experts zijn ouderwets geworden. In de politiek gaat het al net zo: we leven in een tijdperk waar populisme hoogtij viert. En daar betalen we voor met de levens van de baby’s die gestorven zijn. Daarom zijn er nu landen waar een discussie woedt over het verplicht stellen van vaccinaties. Dat is afschuwelijk. In Duitsland wordt verplicht vaccineren ook besproken. Er is veel tegenstand en ik begrijp dat heel goed. Het is verschrikkelijk als je mensen moet dwingen om vaccinaties te nemen. Maar het is onvermijdelijk. Het is onvermijdelijk.’

Beangstigen die ontwikkelingen u?

Ik vind het heel, heel beangstigend. Populisme heeft ons in een ijzeren greep. En ik kan alleen maar hopen dat het niet te lang gaat duren. Maar als ik naar Brexit kijk, dan lijkt het daar niet op. Het is allemaal verweven: de antivaccinatiebeweging, de anti-wetenschappelijke sentimenten, populisme en Brexit: allemaal komen ze neer op een laagste gemene deler van intelligentie. De stomste idioten kunnen van alles op het internet publiceren. Je kunt ze nog zoveel data laten zien, maar de feiten worden van tafel geveegd. Zo’n man als Wakefield: hij is voor het gerecht gedaagd, zijn artsentitel is afgepakt, het is hem verboden zijn vak nog langer uit te oefenen… en vervolgens gaat hij naar Amerika, wordt vrienden met Donald Trump, geeft overal lezingen… ik vraag me echt af hoe die man ’s nachts slaapt.’

In 1995 schreef u naar eigen zeggen uw belangrijkste artikel: ‘A leading medical school seriously damaged: Vienna 1938’. U ontdekte dat geëxecuteerde slachtoffers van de Nazi’s gebruikt werden voor wetenschappelijk onderzoek. En dat de Weense universiteit gevangenen uit concentratiekampen onderwierp aan allerlei barbaarse experimenten. In Duitsland pleegden extreemrechtse groeperingen en neonazi’s 8605 misdaden in 2019. Hoe kijkt u daarnaar?

‘Het is verschrikkelijk. Een van de redenen dat ik dat artikel schreef, is om te voorkomen dat het ooit opnieuw zou gebeuren. En ik zie nu dat dit soort denkbeelden opnieuw opdoemen. Het verbrijzelt mijn geloof in Duitsland en mijn geloof in de mensheid. Ik ben zelf Duits, mijn vrouw is Frans. Momenteel hebben we Britse paspoorten. Toen de Brexit er aan kwam, overwogen we om naar Duitsland te gaan, maar ik zei: ik kan dit niet. Ik kan niet aanzien wat er met dat land gebeurt.’

Inmiddels is de Brexit een feit. Hoe voelt u zich daar onder?

‘Ik ben boos en gedeprimeerd. Boos vanwege de domheid en oneerlijkheid van veel van onze politici en als gevolg daarvan voel ik me gedeprimeerd. Wat ik het ergste vind, is wat Brexit doet met het land waar ik van houd. Er is zoveel xenofobie en primitiviteit, het voelt alsof het laagste in de mensheid ergens onder vandaan is gekropen en zich gelegitimeerd voelt om de grootste smerigheid uit te braken. Ik moet maar zien hoe het verder loopt. Als het zo slecht afloopt als het er nu uitziet, geef ik mogelijk mijn Britse burgerschap op.’

Over Edzard Ernst

Edzard Ernst werd geboren op 30 januari 1948 te Wiesbaden, Duitsland. Hij ging in Duitsland en de Verenigde Staten naar school en studeerde geneeskunde aan de Ludwig Maximillians-Universität München waar hij in 1977 zijn artsendiploma behaalde en waar hij ook promoveerde. In het verleden was hij hoogleraar revalidatiegeneeskunde aan de Medizinische Hochschule Hannover en hoofd van de afdeling revalidatiegeneeskunde aan de Universiteit van Wenen.

Hij kwam in 1993 naar de Universiteit van Exeter om ’s werelds eerste leerstoel alternatieve behandelwijzen te bekleden. In 1999 kreeg hij de Britse nationaliteit. Sinds 2012 is hij emeritus hoogleraar. Momenteel woont hij in afwisselend in Cambridge, Engeland en in Britany, Frankrijk. Zijn werk is bekroond met 17 wetenschappelijke prijzen, waaronder de John Maddox Prize 2015 en de Ockham Award 2017. Ernst publiceerde meer dan 1000 wetenschappelijke artikelen in peer-reviewed medische vaktijdschriften en 53 boeken – het meest recente is Alternative medicine, a critical assessment of 150 modalities, Springer 2019.

Aliëtte Jonkers is medisch journaliste 

Gerelateerde artikelen

artikelen - 23 februari 2023

Het is uitermate pijnlijk vast te moeten stellen dat de KNMG anno 2023 weigert een beroepsverbod voor alternatieve artsen te formuleren, vindt Cees Renckens.

artikelen - 30 april 2021

Nederlandse kinderen worden vaak door alternatieve therapeuten behandeld blijkt uit onderzoek van kinderartsen.

artikelen - 22 december 2020

Buitenlandrubriek met o.a.: Edzard Ernst boos over mensen die zeggen dat alternatieve therapieën geen kwaad kunnen.