UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Martijn ter Borg | Geplaatst: 31 mei 2006

De genezende geuren van de aromatherapie

Aromatherapie is een populaire alternatieve behandelwijze gebaseerd op het gebruik van geconcentreerde etherische (of essentiële) oliën die gewonnen worden uit kruiden, bloemen en planten.

Het is waarschijnlijk een paar duizend jaar geleden ontstaan in Egypte, maar de term aromatherapie wordt pas sinds 1936 gebruikt. Meestal verstaan we onder aromatherapie het masseren van de huid met etherische oliën. Deze oliën kunnen ook verdampt worden boven een kaars, worden toegevoegd aan een bad of via de mond worden ingenomen. Het is een heel populaire alternatieve behandelwijze; alleen in Engeland zijn er bijvoorbeeld al 7000 aromatherapeuten geregistreerd.

Vooral het werkingsmechanisme van aromatherapie is op z’n zachtst gezegd onwaarschijnlijk te noemen. Het is absurd om te denken dat extracten van kruiden, bloemen en planten in een behoorlijke concentratie worden opgenomen door de huid, dan worden vervoerd naar het zieke orgaan en daar dan werkzaam zijn. Als de etherische oliën verdampt worden in de lucht, of worden toegevoegd aan een bad, dan kan dat natuurlijk wel lekker ruiken, maar meer doet het dan ook niet. Ten slotte kunnen etherische oliën ook via de mond ingenomen worden, waarmee het dus geen aromatherapie meer is maar een vorm van fytotherapie (kruidengeneeskunde).

Zes redelijk goed uitgevoerde onderzoeken zijn er in het verleden gedaan naar de eventuele werking van aromatherapie, welke zijn samengevat in een artikel van Cooke & Ernst. Aan de opzet van deze studies zaten nog steeds aardig wat haken en ogen, meestal was er geen goede ‘controle-arm’ waarmee de behandeling met aromatherapie kon worden vergeleken. Verder was slechts 1 studie dubbelblind uitgevoerd, waarbij zowel de behandelaar als patiënt niet wist of er met etherische oliën werd behandeld of met gewone massageolie. De uitkomsten van deze onderzoeken lieten geen effect zien van aromatherapie.

Etherische oliën zijn wel heel duur, omdat er zeer grote hoeveelheden ingrediënten (bijv. rozen) nodig zijn om een beetje olie te produceren. Ook beweren veel aromatherapeuten dat er geen bijwerkingen zijn omdat het ‘natuurlijke’ middelen zijn. Dit is natuurlijk niet waar, zeker niet als de olie oraal wordt ingenomen; dan kunnen wel degelijk ernstige bijwerkingen optreden zoals vaak gezien wordt bij kruidenmiddelen. Maar ook bij massage met etherische oliën kunnen er bijwerkingen optreden, er is hierdoor zelfs een nieuwe ziekte ontstaan, phytodermatitis. Dit is een ontsteking van de huid door een allergische reactie op de kruiden die in de etherische oliën zitten.

Kortom, er is geen duidelijk werking van aromatherapie, terwijl het wel duur is en bijwerkingen kan hebben. Dit heeft de psycholoog Lynn McCutcheon heel mooi samengevat: “er is niets mis met de lekkere lucht van een paar druppels in je badwater, maar de claims over deze stoffen stinken behoorlijk”.

Referenties

– Cooke B, Ernst E. Aromatherapy: a systemic review. Br J General Practice 2000; 50: 493-496.

– Sasseville D. Phytodermatitis. J Cutan Med Surg 1999;3(5):263-79.

– Hulspas M, Nienhuys JW. Aromatherapie, In: Tussen Waarheid & Waanzin. 1998, 3de druk, Uitgeverij De Geus, ISBN 90 5226 586 0.

– McCutcheon L. What’s that I Smell? The Claims of Aromatherapy. Skeptical Inquirer 1996.


Aanvulling
Bij het lezen van het artikeltje over aromatherapie schoot mij een anekdote te binnen uit mijn tijd als arts-assistent interne geneeskunde in het Kennemer Gasthuis te Haarlem. Ik werkte daar een half jaartje als AGNIO in 2002. Na de verbouwing van de afdelingen in het eerste bouwdeel werd (naar verluidt op verzoek van de verpleging) op de nieuwe afdelingen interne en longziekten een automatische aromatherapieverstuiver geïnstalleerd. Het experiment bleek op de longafdeling echter geen succes. Het werd na enkele weken al beëindigd omdat de COPD-patienten die dichter bij de verstuiver lagen meer kortademigheidsklachten kregen. Zonder bijwerkingen is die therapie ‘waar een luchtje aan zit’ blijkbaar niet.
Sjoerd Kingma, huisarts

 

Nieuwsbrief

De Digitale Nieuwsbrief van de VtdK houdt u regelmatig op de hoogte van nieuwe artikelen op deze site.

Martijn ter Borg

Martijn ter Borg studeerde geneeskunde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hierna heeft hij een jaar als arts-assistent interne geneeskunde gewerkt in het IJsselland ziekenhuis te Capelle aan den IJssel om in 2004 te starten met een promotieonderzoek naar de behandeling van chronische hepatitis B. Hij heeft meerdere medisch wetenschappelijke publicaties over dit onderwerp in binnen en buitenland op zijn naam staan over dit onderwerp. In 2008 is hij gepromoveerd op het proefschrift ‘Immune Modulating Therapy and its Viral Kinetics in Chronic Hepatitis B’. In 2007 is hij gestart met zijn opleiding tot maag-darm-leverarts in het Deventer ziekenhuis te Deventer en vervolgens in het Erasmus MC te Rotterdam. Sinds maart 2013 is hij werkzaam als maag-darm-leverarts op de afdeling maag-darm-leverziekten van het Máxima Medisch Centrum.

Gerelateerde artikelen

artikelen - 26 oktober 2021

Buitenlandrubriek met o.a.: Waarom Duitsers zo van homeopathie houden / Aromatherapie-spray besmet Amerikanen met tropische ziekte.

artikelen - 23 september 2019

Buitenlandrubriek met o.a.: Google zal geen advertenties meer plaatsen voor stamceltherapie / Acupuncturist perforeert longen van vrouw.

artikelen - 29 september 2017

Buitenlandrubriek met o.a.: University of California neemt 200 miljoen aan voor integratieve therapie / FDA onderzoekt Curcumine-oplossing.