UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek

Een tinteling langs de wervelkolom

Een tinteling langs de wervelkolom

Foto: copyright flickr/mrccos

Op 29 april 2009 werden aan vijf personen eredoctoraten toegekend door de universiteit van Antwerpen: Robert Alexy (rechtsgeleerdheid), Raimond Gaita (moraalfilosofie), Jan Fabre (kunsten), Richard Dawkins (wetenschappen) en ons bestuurslid Henk Timmerman (farmacochemie).
Namens de laureaten sprak Dawkins het volgende dankwoord uit (de originele tekst is in bijgevoegd Word-bestand, zie rechtsboven):

Rector, laudatores, leden van de universiteit, dames en heren,

Het is een geweldig – en tot bescheidenheid stemmend – genoegen om u, namens mijn eminente collega’s, te bedanken voor de grote eer die u ons vandaag heeft betoond door ons te verkiezen tot lid van deze voorname universiteit. Eveneens bedankt voor de muziek. Voor iemand die in het verleden klarinet placht te spelen, was het een buitengewone vreugde te luisteren naar zulk virtuoos spel.

Etymologisch gezien komt ‘universiteit’ van dezelfde wortel als ‘universum’: alles wat er is, alles. Een universiteit is een plaats waar wij alles bestuderen wat er bestaat, zonder grenzen, op zoek naar de waarheid, waartoe die ook mag leiden.

Wat het universum betreft, sta mij toe Carl Sagan te citeren:

De Kosmos is alles wat er is of ooit was of ooit zal zijn. Onze geringste beschouwing van de Kosmos brengt ons in beroering – een tintelend gevoel over onze rug, een even stokkende stem, een vaag gevoel, zoiets als een verre herinnering, dat we naar beneden vallen. We weten dat we het grootste mysterie naderen.

Als bioloog zou ik hier aan toe willen voegen dat een van de grootste mysteries het verbazingwekkende feit was (het is nu bijna opgelost) dat op één stofdeeltje in de nasleep van de grote kosmische explosie de materie zich verenigde via evolutie door natuurlijke selectie tot de wonderbaarlijk complexe patronen die wij leven noemen – waardoor wij uiteindelijk de diepgaande vragen van het bestaan kunnen stellen en beantwoorden: Wat is leven? Waar gaat het allemaal om? Waarom zijn we hier?

Enige jaren geleden gaf mijn collega uit Oxford, Peter Atkins, een college in Windsor Castle, dat, zoals u weet, een van de officiële residenties is van de koningin. Prins Philip was een van de toehoorders en na het college stelde hij een vraag die ongeveer als volgt luidde: ‘De wetenschap kan de “hoe”-vragen beantwoorden en dat is allemaal prima, maar hoe zit het met de “waarom”-vraag?’ Het antwoord van Atkins was kort en bondig: ‘Meneer, de “waarom”-vraag is gewoon een onnozele vraag.’

Men zal zeggen dat er toch vele wegen naar de waarheid zijn. De wetenschap is er gewoon één van. Er zijn belangrijke waarheden, waar de wetenschap niet aan kan komen.

Ik geef toe dat geen enkel experiment kan vaststellen wat bijvoorbeeld goed en slecht is, of dat esthetische oordelen kan bewijzen. Dit zijn onderwerpen die eerder thuishoren bij een moraalfilosoof zoals professor Gaita of een jurist zoals professor Alexy dan bij wetenschappers zoals professor Timmerman of mijzelf. Maar ik vind dat de beperkingen van de wetenschap overdreven worden voorgesteld.

Er zijn mensen die met Prins Philip zullen zeggen dat de wetenschap onmiddellijke vragen kan beantwoorden, maar dat zij moet zwijgen over ultieme vragen, die buiten haar staan en haar te boven gaan. Er zijn zaken, zal men zeggen, die te ingewikkeld zijn voor de wetenschap en die moeten daarom op andere manieren worden bestudeerd.

Mijn antwoord luidt: ‘Welke andere manieren?’ Als iets voor de wetenschap te ingewikkeld is om aan te pakken, wat ter wereld brengt je dan op het idee dat een andere discipline kan slagen waar de wetenschap faalt? Ik zou argumenten kunnen aanvoeren dat de wetenschap – althans de wetenschap van de toekomst – in staat zal zijn de meeste, zo niet alle, vragen te beantwoorden die men als ultieme vragen beschouwt. En als er fundamentele vragen zijn die niet kunnen worden beantwoord door de wetenschap, vermoed ik dat ze helemaal niet kunnen worden beantwoord.

Er zijn andere redenen om te betwisten dat de wetenschap de een of andere koninklijke weg naar de waarheid is. Sommigen zeggen dat de wetenschap slechts het product is van een bepaalde cultuur: blank, westers en mannelijk. De kosmologie van een volksstam die in het gebergte van Nieuw Guinea leeft is even achtenswaardig als de wetenschappelijke kijk op het universum. Er bestaat geen waarheid, slechts culturele overtuigingen en alle culturele overtuigingen zijn even veel waard. Er bestaat een literaire versie van deze metafoor: alle ’teksten’ hebben even veel literaire waarde. Een soap is even waardevol om wetenschappelijke aandacht aan te besteden als aan Shakespeare.

Ik zal mijn vrienden onder de echte literatuurwetenschappers hun eigen stek maar laten verdedigen. Terugkerend naar de natuurwetenschap, stel ik dergelijke culturele relativisten gewoon voor dat zij de volgende keer dat zij naar een internationale conferentie van gelijkgezinde critici willen reizen, beter aan boord kunnen stappen van een vliegend tapijt dan van een Boeing 747. En de volgende keer dat zij een dodelijke ziekte hebben, kunnen zij beter een sjamaan of een straatgoochelaar dan een dokter bezoeken. De Golden Gate Bridge blijft hangen omdat een heleboel wetenschappelijk opgeleide ingenieurs de goeie sommen hebben gemaakt. Geen enkele andere vorm van techniek voldoet. Als je wilt dat iets wérkt, is wetenschap het enige wat we hebben. Wetenschap werkt.

Maar omdat wetenschap werkt, omdat wetenschap nuttig is, bestaat het gevaar dat wij aan de haal gaan met het idee dat wetenschap slechts nuttig is en verder niet. Maar wetenschap is ook poëzie. En kunst – en hier kom ik op het terrein van Jan Fabre. Als de wetenschap nog niet heeft geïnspireerd tot veel grootse kunst of muziek, dan wordt het hoog tijd dat dit wél gebeurt.

Ja, de Mattheus Passion is een overweldigend muziekstuk. Stel je dus eens voor hoe Bach tot nog grotere hoogten zou hebben kunnen stijgen als hij de opdracht had gekregen een oratorium te schrijven over het thema evolutie (vooral passend in Darwins tweehonderdste gedenkjaar, waaraan Dr. Leiers ons herinnerde) of een cantate over de Melkweg. Tussen haakjes: u mag nooit vergeten dat de belangrijkste stap in elk wetenschappelijk of wiskundig onderzoek de sprong is van het formuleren van een vermoeden, van de creatieve, ja zelfs esthetische, inspiratie, die meer aan de kunst dan aan kille logica te danken heeft.

Het uitspansel is inderdaad ontzagwekkend. Wie kan naar de Melkweg opzien – wat Carl Sagan ‘De Ruggengraat van de Nacht’ heeft genoemd – zonder een huivering te voelen, een tinteling langs z’n wervelkolom? Om Carl Sagan opnieuw te citeren uit zijn boek The Demon-Haunted World: ‘Het lijkt mij onjuist de wetenschap níét uit te leggen. Als je verliefd bent, wil je het de hele wereld vertellen. Dit boek is een persoonlijke uiteenzetting die mijn levenslange liefdesaffaire met de wetenschap weerspiegelt.’

Voor degenen die van taal houden en degenen die zowel goede literatuur willen schrijven als lezen stel ik dat wetenschap het ultieme medium is voor prachtige leesstof. Welk thema zou nobeler kunnen zijn dan het universum, zijn ontstaan op een enkel tijdstip en een enkel punt, de majestueuze uitdijing ervan, de onmetelijkheid van de diepe ruimte en de diepe tijd, en de schijnbaar opzettelijke ingewikkeldheid ervan – dat hieruit leven ontstond?

Ik eindig door opnieuw Peter Atkins te citeren, die zijn boek The Creation begint met deze woorden die je niet loslaten:

Ik neem je geest mee op reis. Het is een reis in het begrip, een reis naar de rand van ruimte, tijd en inzicht. Tijdens deze reis zal ik betogen dat er niets is dat niet begrepen kan worden, en niets is wat niet verklaard kan worden en dat alles buitengewoon eenvoudig is.

Hij eindigt zijn boek met de bezielde regel: ‘Het begrijpen beweegt zich over de aarde, zoals het opkomen van de zon.’ Wij hebben wetenschappers nodig, wij hebben geleerden nodig, wij hebben universiteiten nodig om die droom te laten uitkomen.

Dank u wel namens al mijn collega’s.

 

Noot van de Webredactie: deze vertaling is gebaseerd op een vertaling vervaardigd door drs. J. Hoeflaak.

Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij

Schrijf je in en ontvang het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij (NTtdK).

Word lid east
Kwakzalverij