UitgelichtHet boek “Met het oog op Kackadoris” van Cees Renckens is weer beschikbaar!

Koop hier het boek
Door: Jan Willem Nienhuys | Geplaatst: 28 mei 2001

Chronologie van de kwestie-Sickesz

Hier vindt u min of meer chronologisch alle artikelen op de website en in het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij, alsmede enkele andere bronnen die betrekking hebben op de ‘kwestie-Sickesz’.

Voor een ultrakorte biografie van mw. Sickesz zie elders.
Dit overzicht is op 2 april 2009 opgesteld (de datum bovenaan dit bericht is onjuist).
Belangrijke data in een notendop:
14 oktober 2000: presentatie van de Top-twintig Grootste Kwakzalvers van de Twintigste Eeuw.
29 december 2003: Dagvaarding VtdK door Sickesz.
4 augustus 2005: Vonnis van de rechtbank te Amsterdam: VtdK wint; Sickesz gaat in beroep.
31 mei 2007: Arrest van het Amsterdamse hof: VtdK verliest en gaat in cassatie.

Op zaterdag 14 oktober 2000 presenteerde de VtdK haar lijst van de Top-twintig grootste kwakzalvers van de twintigste eeuw. Bij deze gelegenheid werd er duidelijk bij gezegd wat de VtdK onder kwakzalverij verstaat, en meer in het bijzonder dat opzettelijk bedrog en kwade trouw veelal afwezig is en hoe dan ook vrijwel niet aan te tonen is.

De reacties in de pers waren gemengd. Het korte ANP-bericht (dat bijvoorbeeld in de PZC stond) bevatte de wat krom geformuleerde zin ‘De vereniging bestrijdt die methoden als wetenschappelijk onderzoek ontbreekt of uit zo’n studie blijkt dat de methoden niet werken.’ De voormalig hartchirurg P.J. van der Schaar (plaats acht) uit Leende liet aan het Eindhovens Dagblad (17 oktober 2000) opgeruimd weten dat hij had gehoopt nummer één te worden. ‘Wij doen niet alleen aan kwakzalverij. Wij staan eigenlijk tussen een ziekenhuis en kwakzalverij in.’

Van der Schaar had misschien niet de Volkskrant van maandag 16 oktober 2000 gelezen. De verslaggever daarvan had niet goed opgelet en had een heel eigen interpretatie gegeven aan het rapport van de VtdK (dat ook in uitvoerige schriftelijke vorm beschikbaar was).
Zie: Moerman koning der kwakzalvers, ook hier als tekstbestand te verkrijgen.

Het artikel bevatte geen enkele aanwijzing over wat de VtdK onder een kwakzalver verstaat, terwijl woorden als oplichter (2x), charlatan (3x), bedrieger (2x) en leugenaar kwistig verspreid door het artikel stonden, als evidente synoniemen voor ‘kwakzalver’. De eerste zin zette al de toon: ‘Medische charlatans en andere bedriegers zijn er genoeg.’

Het is dan ook wel begrijpelijk dat iemand met kennelijk wat minder relativeringsvermogen dan Van der Schaar diezelfde dag nog naar de politie stapte om aangifte wegens smaad en laster te doen. Dat was mw. Sickesz, nummer zeven op de lijst. Van die aangifte kwam niets terecht.

In de week na de bekendmaking van de Toptwintig, op 19 oktober 2000, oordeelde het gerechtshof te Amsterdam dat de term ‘leugenaar’ en ‘kwakzalver’ niet meer in verband met Houtsmuller gebruikt mochten worden (nadat de rechtbank dit in 1999 in orde had bevonden). Vanaf dat ogenblik sprong de VtdK ook voorzichtiger om met die term.
Zie: The never ending story Houtsmuller

Op 29 november 2000 stuurde DAS Rechtsbijstand namens mw. Sickesz een boze brief naar de VtdK waarin deze werd gesommeerd om de naam Sickesz verder niet meer in verband met kwakzalverij te brengen.
(zie punt 7 uit de dagvaarding)

Daarop zond Renckens haar de persmap, om uit te leggen wat de VtdK bedoelde. Van toen af aan ontving hij regelmatig brieven van dankbare patiënten van mw. Sickesz, eerst bijgesloten in brieven van mw. Sickesz; later schreven de patiënten hem direct. Deze gestage stroom bleef alsmaar doorgaan, en is tot op heden (13 mei 2009) nog niet gestopt.

Mw. Sickesz hield aan en beklaagde zich op 14 maart 2001 tegen voorzitter Renckens over ‘schending van geheimen’ (zie NTtdK 114.3). Het betrof echter een tuchtzaak tegen haar uit 1975. Deze werd al beschreven door Renckens in zijn jaarrede van 2 oktober 1992 (afgedrukt in het Actieblad tegen de Kwakzalverij van mei 1993), met een verwijzing naar Medisch Contact 21-28 mei 1982, p. 632-634.

Het is niet duidelijk waar Sickesz dit gelezen heeft. Het stond in elk geval in haar eigen biografietje in de persmap van de VtdK met bronvermelding en al. Korte tijd later (30 maart) werd hetzelfde incident nogmaals door Renckens genoemd in een artikel in Medisch Contact.

In september 2001 publiceerde de Stichting Skepsis het boekje Genezen is het woord niet (een verbeterde versie van de persmap van 14 oktober 2000, verfraaid met vele foto’s). Het K-woord werd daarin voorzichtigheidshalve vermeden behalve om uit te leggen waarom het niet gebruikt werd, namelijk vanwege bovenvermelde uitspraak in de zaak Houtsmuller. Personen die activiteiten bedreven gekenmerkt door de welbekende punten a-e van de VtdK werden met ‘genezer’ aangeduid, en de prominenten onder hen werden met ‘notoir’ betiteld.

Eind juni 2003 bleek mw. Sickesz een advocaat te hebben ingeschakeld, mr. B.F. Eblé (een patiënt van haar), die de VtdK sommeerde Genezen is het woord niet uit de handel te nemen. De uitgever was en is echter de Stichting Skepsis, die niet is benaderd door Eblé. Dit verzoek was dus tot de verkeerde instantie gericht. Renckens adviseerde op 19 juli 2003 dat mw. Sickesz gewoon de hele voorraad zou kunnen opkopen, wat haar natuurlijk niet meer zou kosten dan een paar uur advocatenwerk. Overigens is er eigenlijk nooit inhoudelijk bezwaar gemaakt tegen de tekst in het boekje, alleen maar tegen de vermelding in één lijst tezamen met personen als Moerman en Jomanda (door Eblé met name genoemd) – ongeacht hoe die lijst verder wordt aangeduid.
Zie: Mevrouw Sickesz leeft (NTtdK 114.3)

Mr. Eblé en zijn cliënte lieten het er niet bij zitten, en op 29 december 2003 ontving het bestuur van de VtdK een dagvaarding waarin de rechtbank gevraagd werd te zeggen dat publicatie van zo’n lijst met mw. Sickesz erin een onrechtmatige daad is, en dat de VtdK dit feit moest adverteren en er ook nog bij moesten zeggen dat de orthomanuele geneeskunst wel een beetje effect had. Aan het verslag hierover, ‘Vereniging en voorzitter gedagvaard door Sickesz‘ in het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij (115.1), werd toegevoegd een zevental opmerkelijke uitspraken van Sickesz geciteerd uit diverse bronnen.
Zie ook het toen uitgegeven persbericht.

Op 24 maart 2004 zond de advocaat van de VtdK, mr. S.N. Vlaar, zijn Conclusie van Antwoord naar de rechtbank. Onder meer legde hij verklaringen van vijf hoogleraren (internist, neuroloog, psychiater, orthopeed, longarts) over die betrekking hadden op allerlei zaken die zijn beweerd door de (advocaat van) Sickesz.
Zie: Kort. Proces-Sickesz (NTtdK 115.2, p. 7)

Op 15 juli 2004 liet de advocaat van mw. Sickesz weten dat hij nog wat meer tijd nodig had. De VtdK maakte in het NTtdK melding van een tuchtzaak tegen een orthomanueel arts die depressies en andere mentale storingen orthomanueel wilde behandelen. De arts werd veroordeeld.
Zie: Proces-Sickesz (II) (NTtdK 115.3, p. 12)

Op of omstreeks 18 augustus 2004 had de advocaat van mw. Sickesz dan zijn antwoord klaar. Hij had een basisarts en een bioloog gevonden als tegenwicht tegen de vijf hoogleraren die de visie van de VtdK steunden. Ook zaten bij de stukken drie röntgenfoto’s en een videoband waarop mw. Sickesz haar behandelmethode demonstreerde aan onder meer een medewerker van het kantoor van haar advocaat Bastiaan Eblé. Het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij toonde een advertentie waaruit bleek dat mw. Sickesz al in 1978 meende hooikoorts te kunnen genezen door aan de rug of nek te sjorren.
Zie: Proces-Sickesz (III) (NTtdK 115.4 p. 29)

Medio december 2004 reageerde de advocaat van de VtdK daar weer op. In het NTtdK wordt dit uitvoerig besproken. Onder meer werd vernietigend commentaar op de röntgenfoto’s geleverd door een hoogleraar radiologie, die zich daarmee voegde bij de vijf andere hoogleraren wier commentaar op 24 maart was ingeleverd. Inmiddels was Renckens gepromoveerd (op 12 oktober 2004 op een proefschrift over kwakzalverij). Mw. Sickesz had daarna, op 28 november 2004, een dermate curieuze brief gestuurd naar de twee promotores, dat deze was gevoegd bij de stukken (‘producties’) van mr. S.N. Vlaar, de advocaat van de VtdK. Deze brief bewees dat mw. Sickesz werkelijk heel bizarre claims doet. Ze had ook nog niet door dat het (civiele) proces gaat om ‘onrechtmatige daad’ en niet om het misdrijf ‘laster’; ze meende voorts dat prof. Van Dam arts is. Ook berichtte de VtdK over de onethische wijze van patiëntenwerving door mw. Sickesz.
Zie: Proces-Sickesz (IV): Opdringerigheid als methode. (NTtdK 116.1, p.9-11)

In het juninummer 2005 van het NTtdK werd nog een detail van de stukken besproken, namelijk de manier waarop mw. Sickesz drie anorexiapatiëntes had behandeld bij wijze van proef, nadat ze zich had opgedrongen aan de anorexiapatiëntenvereniging.
Zie: Proces-Sickesz: Drie ervaringen van anorexia-patiëntes

Op 23 mei 2005 worden alle websitelezers attent gemaakt op de zitting van 2 juni 2005.
Zie: Proces-Sickesz, 2 juni 2005 om 9.30 uur

Dan komt op 4 augustus 2005 het persbericht:
Alternatief arts Sickesz terecht kwakzalver genoemd: Persbericht Uitslag Rechtzaak Sickesz – 04-08-2005

Het NTtdK geeft een uitvoerig verslag van de zitting en bespreekt de uitspraak in detail. In het geschil spelen twee zaken: een burger en dus ook mw. Sickesz mag niet lichtvaardig aan verdachtmakingen worden blootgesteld, maar evenmin mag het publiek worden blootgesteld aan misstanden. De vraag is, aldus het vonnis in punt 5.2, of het belang van Sickesz een toegestane beperking is van Renckens’ recht op vrije meningsuiting zoals aangegeven in artikel 10, tweede lid van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (lid 2 noemt ‘de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen’ als een van de beperkingen waaraan vrije meningsuiting onderhevig is). Uiteindelijk weegt het recht op vrije meningsuiting in dit geval het zwaarst. Wat betreft het gebruik van woorden als kwakzalver of (notoir) genezer, die zijn inderdaad erg negatief, maar het kan de VtdK niet worden toegerekend als het publiek of de krant de nuance – namelijk niet noodzakelijk kwade trouw – niet oppikt die de VtdK eraan geeft. De VtdK heeft er duidelijk genoeg op gehamerd.
Zie: Proces-Sickesz (VI): De zitting en de uitspraak (NTtdK 116.3; hier is ook het vonnis van de rechtbank te vinden).

De medestanders van mw. Sickesz (en ook mw. Sickesz zelf) leveren keer op keer bewijzen dat ze niet serieus genomen kunnen worden. Zo ook de aanbevelingsbrief van prof. Smalhout, die bij de stukken zat die de advocaat van mw. Sickesz had ingeleverd.
Zie: Een getuige à decharge (NTtdK 116.3)

Mevrouw Sickesz gaf echter niet op en ging in hoger beroep. Ondertussen nam de voorzitter van de vereniging van orthomanuele artsen VAOMG, Hans Hanssen, afstand van de claims van hun erelid mw. Sickesz, door middel van een bericht in Medisch Contact op 30 september 2005, nadat dit blad bericht had over de uitslag van het proces. Eind december 2005 was nog niet bekend tegen welk onderdeel van het vonnis van 4 augustus 2005 nu eigenlijk bezwaar werd gemaakt. Renckens en het bestuur van de VtdK boden eindelijk aan om te komen kijken in de praktijk van mw. Sickesz, maar dan wel als ze zich ook bij de reguliere behandelaars van de bezichtigde patiënten op de hoogte konden stellen.

NB. Het persbericht waarin de VAOMG zich van Sickesz distantieert is woordelijk gelijk aan de mededeling in Medisch Contact, maar is niet meer op de website van de NVOMG te vinden, maar nog wel in een internetarchief, en het luidde (althans op 17 juni 2007)

“Persberichten

(Ortho)manueel geneeskundigen nemen afstand van claims mw. Sickesz

De verenigingen van artsen voor manuele en orthomanuele geneeskunde (VAMG en VAOMG), verenigd in de Federatie Nederlandse Vereniging van Artsen voor Manuele Geneeskunde (NVAMG), distantiëren zich van de claims van mevrouw Sickesz dat manipulatie van de bovenste drie nekwervels een adequate remedie is bij klachten als depressiviteit, schizofrenie en anorexia. De VAOMG en de VAMG werken vanuit de opvatting dat pijnklachten in rug, nek en gewrichten effectief te behandelen zijn door het opheffen en corrigeren van scheefstanden en functiestoornissen in het bekken, de wervelkolom en de perifere gewrichten.

(Ortho)manueel geneeskundigen zijn op basis van gebruikelijke (her)registratie-eisen ingeschreven in het Nederlands Register Manuele Geneeskunde (www.nrmg.nl). Daarnaast gelden de gedragsregels voor artsen zoals vastgesteld door de KNMG.

Mevrouw Sickesz heeft veertig jaar geleden de basis gelegd voor de orthomanuele behandelmethode. Wegens haar verdiensten voor het vak is zij erelid van de VAOMG. De VAOMG is van mening dat het vak orthomanuele geneeskunde, zoals dat is vastgelegd in diverse handboeken, zich moet richten op het verder ontwikkelen en verfijnen van de manipulatieve technieken waarmee de orthomanueel arts somatische klachten behandelt. Voor overige claims ontbreekt de wetenschappelijke onderbouwing.

Mede namens het bestuur van de VAMG,

Hans Hansen, arts orthomanuele geneeskunde

voorzitter VAOMG

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de woordvoerder van de NVAMG, dhr M.P.L. Jansen, tel. 0320-262100”

Zie: Sickesz gaat in hoger beroep (NTtdK 117.1)

Op 30 maart 2006 was het dan zover. Mr. Eblé zond zijn Memorie van Grieven naar het gerechtshof. Op het aanbod om eens te gaan kijken werd niets meer vernomen. Rond 18 mei 2006 diende de advocaat van de VtdK, mr. Vlaar, zijn Memorie van Antwoord in.
Zie: Voortgang rechtszaak Sickesz (NTtdK 117.1)

In december 2006 liet het gerechthof weten dat de mondelinge behandeling op 3 april 2007 zou plaatsvinden. Het bestuur toonde zich optimistisch.
Zie: Hoger beroep Sickesz dient op 3 april 2007 (NTtdK 118.1 p. 44)

Zelfs tot na de zitting – die eigenlijk een herhaling van zetten was – betoonde het bestuur zich optimistisch.
Zie: De Sickesz-tapes of: ons eigen Proces van de Eeuw (NTtdK 118.2)

Helaas, op 31 mei 2007 deed het hof bij vervroeging uitspraak: het vond wel degelijk dat de VtdK en Renckens een onrechtmatige daad jegens mw. Sickesz begaan hadden door haar tussen Moerman en Jomanda op één lijst te plaatsen. Wat de VtdK zelf zegt over kwakzalverij is niet terzake, ‘kwakzalverij’ is gewoon een lelijk woord, want dat staat inVan Dale en kranten drukken meestal dat soort nuances toch niet af en als je je richt tot het grote publiek zul je daar rekening mee moeten houden (zie punt 3.2 van het arrest). Basta! Al dat gepraat over Evidence Based Medicine (EBM) is ook niet terzake, zoals mw. Sickesz terecht zegt.Van Dalezegt namelijk niets over EBM (zie punt 3.4 van het arrest, alinea 2). Basta! De nutteloosheid dieVan Dale als kenmerk noemt, is ook niet van toepassing want er zijn toch heel wat mensen tevreden over de behandeling zoals blijkt uit het proefschrift van Albers en Keizer. Basta! Punt! Uit!

Dit is werkelijk een nekschot voor de VtdK. Immers, de meest bizarre kwakzalverij kan altijd bogen op stapels tevreden getuigschriften. En het recht op vrije meningsuiting dan, toch een belangrijk grondrecht, verankerd in het EVRM? Het gerechtshof noemt het niet eens, laat staan dat nauwkeurig beargumenteerd wordt waarom dit grondrecht terzijde kan worden geschoven als ware het een quantité négligeable. Van nu af mag de VtdK en iedereen anders ook de term kwakzalver hooguit gebruiken in geval de betrokkene door de strafrechter veroordeeld is wegens oplichting (art. 326 Wetboek van Strafrecht). Niet alleen de VtdK wordt hierdoor benadeeld. Immers, iedereen die iets zegt waar een ander aanstoot aan zou kunnen nemen, kan op grond van dit arrest veroordeeld worden, want kennelijk is het recht op vrije meningsuiting zo flinterdun dat elke onderbouwing van welke mening dan ook over een publieke zaak weggevaagd wordt als een burger zich privé daardoor beledigd voelt. Binnenskamers mag je nog wel zeggen wat je denkt, maar wee je gebeente als die mening al dan niet verminkt ergens in druk verschijnt!

De Vereniging startte onmiddellijk een inzamelingsactie om het geld voor de advertenties bij elkaar te brengen, want de kas was al vrijwel leeg door alle advocatenkosten. Zeker 22 kranten en dergelijke brachten berichten over de uitspraak.
Zie: Restricties term kwakzalver nekschot voor Vereniging (niet alle links naar artikelen in de media werken nog). In deze bijdrage staan ook links naar zowel het vonnis van de rechtbank als het arrest van het hof.

Een van de artikelen, dat op 6 juni in De Telegraaf (zie naschrift bij Kamervragen over de affaire Sickesz (II)) bevatte de opmerkelijke mededeling dat mw. Sickesz op de zitting zelf iemand genezen zou hebben. Frits van Dam informeerde bij de auteur naar de oorsprong van deze observatie.

Korte tijd later (14 juni) bracht de website een overzicht van nog een viertal publicaties. Twee ervan:
• Rob Nanninga van Skepsis deed verslag van de gang van zaken, en verstrekte veel details over het onderzoek van Albers en Keizer, maar nog veel interessanter was zijn samenvatting van Sickesz’ boekje Bewust zijn, dat volgens Nanninga gewoon een occult boek is.
• Hans van Maanen schreef op vrijdag 8 juni 2007 in de Volkskrant ‘Wie zalft er dan wel kwak’, en hij eindigde zijn artikel met ‘Alles mag, behalve kwakzalvers voor kwakzalvers uitmaken.’
Zie: De zaak Sickesz: enkele opinies

In het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij van juli 2007 viel nog te lezen dat de Vereniging overwoog in cassatie te gaan, maar op 22 juli 2007 kondigde de Vereniging aan dat ze dat ook zou doen en legde uit waarom de advertenties nog niet verschenen waren. Die moesten namelijk expliciet opgeëist worden door Sickesz, en deze had daar voorlopig vanaf gezien, wellicht omdat zij of haar advocaat het risico te groot achtten dat ze na cassatie zouden moeten terugbetalen.
Zie: Vereniging in cassatie tegen arrest Amsterdamse Hof

In dezelfde aflevering van het Tijdschrift zette W.G. Klooster, emeritus hoogleraar taalkunde de beperktheid van definities uit woordenboeken uiteen.
Zie: Over de status van definities (betekenisomschrijvingen) (NTtdK 118.2)

Al tamelijk vlug stelden Agnes Kant en Edith Schippers vragen over de affaire gesteld in de Tweede Kamer. De minister antwoordde Schippers op 25 juli 2007 en Kant op 3 september 2007.
Zie: Kamervragen over de affaire Sickesz (II)

Ook bracht het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij (118.3) een bloemlezing citaten van Sickesz zelf, ontleend aan een interview op 5 augustus 2007.
Zie: Sickesz in haar eigen woorden (NTtdK 118.3)

Op 12 augustus 2007 meldde de website een artikel van prof. E.J. Dommering, die op basis van jurisprudentie uit 2006 over artikel 10 EVRM stelde dat het toegestaan zou moeten zijn om in een openbaar debat een gemotiveerd waardeoordeel te uiten.
Zie: Vooraanstaand jurist kritiseert arrest-Sickesz in vakblad

Op 20 september 2007 meldde de penningmeester dat het totaal aan giften de 50 mille gepasseerd is.
Zie: Actie Steun de VtdK: de financiële thermometer

In het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij filosofeerde Renckens dat je het de rechters misschien niet eens kwalijk kunt nemen, want als vooraanstaande medici en onderzoekers de niet-reguliere genezerij kennelijk serieus nemen, hoe zullen dan drie rechters die over een ‘Handelszaak’ (zie aanhef van het arrest) oordelen hier stelling in kunnen nemen? Genezen is gewoon handel, en als de ene medicus zegt dat de behandeling door een andere medicus geen nut heeft, is dat net zoiets als de ene jamfabrikant die in een advertentie zegt dat andermans jam vies is.
Zie: Door gevaarlijke gekken omringd (NTtdK 118.3)

Op 30 december 2007 publiceerde Hans van Maanen zijn jaarlijkse lijst van wetenschappelijke missers in de Volkskrant en hij zette het arrest-Sickesz bovenaan.
Zie: En op 1: een verbazend gebrek aan benul

Aan het begin van het nieuwe jaar 2008 schreef Prof. P.J. van Koppen er nog een column over in De Psycholoog getiteld ‘Ik noem psychologen geen kwakzalvers‘ Hij adviseert de leden van het NIP: ‘Dat arrest heeft vérstrekkende consequenties. Eén daarvan is dat als u … een ondeugdelijke behandelmethode hanteert, ik u geen kwakzalver meer mag noemen. Maar als ik schrijf dat er geen validatieonderzoek is met controlegroepen, dan weet u wel wat ik bedoel.’

In februari schreef Eric Rassin in Expertise en Recht een artikel hierover; Rassins artikel werd trouwens nog gevolgd door opmerkingen van twee anderen.
Zie: Sickesz-arrest als inspiratiebron (NTtdK 119.1)

Op 18 april 2008 was de ‘rolzitting’ van de cassatiezaak, waarbij de advocaten van beide partijen hun stukken mochten toelichten. De advocaat van mw. Sickesz stelde het voor alsof zijn cliënte een achterban van misschien wel 800 artsen had, terwijl zijn cliënte zelf nog geen drie weken tevoren per brief bij verzekeringsmaatschappijen had geklaagd dat haar achterban van 60 artsen niet meer naar haar luisterde.
Zie: Grootspraak advocaat van Sickesz (NTtdK 119.2)

 

 

 

 

 

Jan Willem Nienhuys

Gerelateerde artikelen

page - 17 november 2021

De VtdK hanteert de volgende definitie van kwakzalverij:

tijdschrift - 15 juli 2019

Cees Renckens blikt terug op drie ‘chefsachen’ uit de recente kwakzalverij.

tijdschrift - 29 maart 2017

Inhoud Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij – Jaargang 128, 2017, 1 * Over het komen en gaan van modeziekten (pag. 1)* Sickesz als verdedigster van de oorlogsmisdadiger en antisemiet Menten (pag. 9)* Systeembiologie, een door de kruidenkwakzalvers gekaapte term (pag. 11)* Correctie (pag. 14)* Ad hominem (pag. 15)* Floww en een geval van negatieve transsubstantiatie […]